De Riaa heeft geen behoefte meer aan een juryproces tegen Whitney Harper, die muziek via Kazaa had aangeboden. De organisatie wil nu wel akkoord gaan met een relatief lage schadevergoeding van 200 dollar per nummer.
Harper werd in 2007 aangeklaagd nadat Mediasentry, het onderzoeksbureau van de Riaa, had ontdekt dat ze via Kazaa 22 muzieknummers aanbood. Na het doorzoeken van de harde schijf van haar computer werden er nog 15 gevonden. Harper verklaarde dat zij niet wist dat het delen van muziek niet was toegestaan. Ten tijde van de overtreding was ze nog maar zestien jaar oud, en kende ze de beperkingen van het auteursrecht nog niet goed.
De Riaa stelde dat het meisje aan de waarschuwingen op de cd-hoesjes had moeten zien dat het verspreiden van de muziek verboden was, maar de rechter ging hier niet in mee. Hij oordeelde dat Harper zich weliswaar schuldig had gemaakt aan schending van auteursrechten, maar dat zij dit niet bewust had gedaan. Hij stelde de schadevergoeding die zij moest betalen dan ook vast op het relatief lage bedrag van 200 dollar per nummer, wat haar in totaal op 7400 dollar kwam te staan. Omdat de wet een schadevergoeding van 750 tot 30.000 dollar per nummer voorschrijft, ging de Riaa hier aanvankelijk niet mee akkoord. De organisatie eiste dat een jury zich over de zaak zou uitspreken.
Inmiddels is de Riaa toch bereid akkoord te gaan met een schadevergoeding van 7400 dollar. De reden hiervoor is een rechterlijke uitspraak in een andere zaak, waarin werd gesteld dat het louter beschikbaar stellen van muziek op internet nog niet automatisch betekent dat deze ook is verspreid, zodat er dan nog niet meteen een schending van auteursrechten is ontstaan. Vanwege diezelfde uitspraak wil Harper haar zaak nu juist wel voortzetten, in de hoop dat ze onschuldig wordt bevonden en helemaal geen schadevergoeding meer hoeft te betalen. Als de rechter de zaak laat doorgaan, zal de behandeling ervan vermoedelijk medio november plaatsvinden, meldt Ars Technica.