Merendeel van de Oeigoeren, Mongolen, Tibetanen zullen weliswaar in gemiddelde vrijheden leven. Echter, de gestoorde politiek is om die regio's met dwang te beheersen. Toekomstige generaties zullen niks van hun cultuur overhouden. Veel van huidige etnische jongeren spreken de taal al niet eens meer. Het gaat niet eens om assimilatie, het gaat om gestoorde onderdrukking. Over ongedwongen assimilatie kun je nog filosoferen of deze slecht of goed is. Reëel voorbeeld: vader van een Oeigoerse die hem bezocht in Nederland, werd bij terugkomst 3 maanden vastgehouden en ondervraagd. Na vrijlating stierf de vader enkele maanden later.
2e voorbeeld: de vrouw van dezelfde Oeigoerse werd in haar geboorteplaats in China aangehouden en ondervraagd toen ze op vakantie ging met kinderen. Dit zijn gestoorde praktijken. Het gaat veel verder met vele andere voorbeelden. Dus inderdaad zijn er ook minderheden die wellicht in gemiddelde vrijheid leven, maar velen ook niet. Ik heb alleen 2 voorbeelden van dichtbij gedeeld. China is goed in het terroriseren van wie het het ook wil. Neem de groep die Falun Dafa practiseert. Waarom terroriseert China die Chinese groep? Dit is simpelweg gestoord.
Ps: Ik heb niks tegen Chinesen. Ik bekritiseer het regime. Ik heb niks met regimes, van geen één land. Politiek is niet te vertrouwen, en is een valkuil voor elk mens in de zin dat die negatief beïnvloed wordt en vooroordelen en verkeerde aannames gaat creëren in welk onderwerp dan ook.
Lees recente artikel in Trouw.
Ongemak op een georganiseerde persreis in Xinjiang: ‘Dwangarbeid is complete onzin’
www.trouw.nl
“Sta op, laat onze gasten zitten”, zegt een ambtenaar van de Chinese staatsraad in het Chinees tegen een Oeigoerse familie. Twee mannen staan meteen op, ze dragen een alledaagse spijkerbroek en een shirt. Een vrouw van middelbare leeftijd in een traditioneel gekleurde jurk heeft meer moeite. Ze zucht en puft, terwijl ze van de bank opstaat om plek te maken voor een groep journalisten die op uitnodiging van de Chinese overheid haar huis binnentreedt.
Aangespoord door de reisorganisatie beginnen de Oeigoeren te dansen. Het voelt verkeerd, maar ik kan er niets over zeggen zonder het gezin in de problemen te brengen. Ik luister daarom naar onze gids, die in het Engels uitlegt hoe deze familie al generaties lang katoen verbouwt. Met hen communiceren is een uitdaging, alleen de kleinkinderen spreken Mandarijn-Chinees. Er is geen onafhankelijke vertaler mee die Oeigoers kan. Naast de ingang van de woning hangt een onderscheiding van de lokale autoriteiten om aan te tonen dat dit een ‘modelgezin’ is.
Nog ongemakkelijker wordt het als we naar de Planting Farmer’s Cooperative katoenfabriek in Shaya gaan. Daar wordt de 27-jarige Zulihumaer, een Oeigoerse werknemer, naar voren geschoven. Haar man is ambtenaar van de lokale overheid, samen hebben ze een baby van zeven maanden. “Ik wilde een baan om bij te kunnen dragen aan haar opvoeding en haar onderwijs”, zegt Zulihumaer.
‘Dwangarbeid complete onzin’
Ze spreekt voldoende Chinees om mij in die taal te woord te staan, al zijn haar antwoorden kort en zakelijk. Wanneer ik vraag of ze blij is met haar werk, zegt ze ‘ja’. Ik wil weten wat de fabrieksarbeider van haar maandsalaris van vierduizend Chinese yuan (505 euro) vindt. Dit bedrag is bovengemiddeld, maar elders in China klagen mensen vrijwel altijd over hun inkomen. Zulihumaer omzeilt deze vraag echter door te zeggen dat er ‘ruimte is voor promotie’.
Internationale onderzoekers hebben meermaals bewezen dat katoenfabrieken en -plantages in Xinjiang veelgebruikte locaties zijn om gedetineerde Oeigoeren onder dwang te laten werken. Ik wil de jonge moeder niet in de problemen brengen en vraag daarom aan de fabrieksdirecteur, Liu Yan, wat zij hierover weet. “Iedereen in Xinjiang weet dat dit complete onzin is”, antwoordt Liu.
De rest van de wereld zou leugens hebben gefabriceerd vanuit eigenbelang, zo vult een collega de directeur aan. “Ze weten dat onze katoen van hoge kwaliteit is en dat ze ons op een andere manier uit de markt moeten krijgen”, verklaart hij. De man lijkt in deze drogreden te geloven. Voor een nieuwe vraag is geen tijd meer, we moeten door naar het volgende onderdeel van het overvolle programma.
Journalistiek dilemma
Ik werd door de Chinese ambassade in Den Haag uitgenodigd voor deze mediareis naar Xinjiang (volledige officiële naam: Xinjiang Oeigoerse autonome regio). Het was een journalistiek dilemma. Ik kon de reis van tevoren in mijn hoofd uitstippelen: dansende Oeigoeren, loftuitingen over de economische bloei en ontkenningen van mensenrechtenschendingen.
Desondanks wilde ik mee. Ik was in 2021 voor het laatst in Xinjiang, samen met een Britse journalist en haar cameraman. We werden voortdurend achtervolgd en als we ergens aankwamen, werden inwoners gewaarschuwd om niet met ons te praten. Ik vreesde dat we op een politiebureau terecht zouden komen, zoals andere journalisten, maar dat gebeurde niet.
Als ik met een georganiseerde reis zou meegaan, zou mijn eigen veiligheid verzekerd zijn. Ik wilde zien of en hoe Xinjiang in die drie jaar is veranderd. Bovendien is het waardevol om verslag te doen over veranderingen in de Chinese strategie wat betreft de omgang met journalisten in Xinjiang. Het is daarnaast belangrijk om de Chinese regering een kans te geven haar kant van het verhaal te vertellen. Zelfs al zit deze vol drogredenen en feitelijke onjuistheden.
Propaganda-ambtenaar
De waarheid zit in de details. Neem ons bezoek aan de Shaanxi-moskee in Yining. Deze stad ligt op een paar uur rijden van de Chinese grens met Kazachstan. Dat Yining in het Oeigoers Ghulja heet, staat niet in het reisprogramma, noch wordt het door iemand benoemd. Een teken dat de Chinese stempel stevig op Xinjiang is gedrukt.
Een campingterrein in Yining.Beeld Getty Images
Een ambtenaar van de lokale propaganda-afdeling stelt imam Mohammed Hassan voor met zijn Chinese naam: Ma Jirong. Tijdens het bezoek blijft de Chinese ambtenaar op de achtergrond aanwezig. Gevraagd naar de toekomst van de islam zegt Hassan dat deze afhankelijk is van het landelijke beleid. Zelf is hij van de Hui minderheidsgroep, al komen er ook Oeigoeren naar zijn diensten.
“Ik heb over de negatieve berichtgeving in westerse media gehoord. Ze overdrijven. Separatisten die vanuit het buitenland hun haat op China richten zijn net een kwaadaardige tumor”, meent hij. Meer kan of wil Hassan er niet over zeggen. “Ik ben moe van het ochtendgebed”, zo verontschuldigt hij zich met een knikje naar de lokale functionaris. Na het bezoek worden de poorten gesloten en is de imam samen met de moskee afgesloten van de buitenwereld.
Gebrek aan religieuze kennis
Bij het ochtendgebed in de Shaanxi-moskee waren zo’n dertienhonderd mensen aanwezig, onder wie twee islamitische journalisten uit mijn reisgroep. “Alle ‘gewone’ bezoekers moesten door uitgebreide veiligheidscontroles, maar wij niet”, vertelt een van hen, de Sri Lankaanse consultant en journalist Shihar Aneez van Economy Next.
“Mensen waren gedisciplineerd. Niemand stond op, niemand praatte, niemand lachte. Er was geen enkele emotie op de gezichten”, zo schetst hij de situatie van die ochtend. Shihar merkt op dat er een gebrek aan kennis over de islam onder hen was. “Waarschijnlijk omdat de benodigde websites daarvoor in China verboden zijn.”
Dat is een herkenbaar probleem voor Oeigoeren die uit Xinjiang naar het buitenland zijn gevlucht. “Ik ben in de jaren negentig geboren en het was voor mijn generatie al onmogelijk om op een gezonde, normale manier religieuze kennis te verwerven”, zegt Ahmedjan Kasim in een telefonisch gesprek. Hij is auteur van het boek De Oeigoerse Droom: Mijn strijd tegen Chinese onderdrukking.
Kasim herinnert zich dat mensen naar ‘bunkerachtige’ plekken gingen om daar religieuze lessen te krijgen. “En dan moesten ze ervoor zorgen niet opgepakt te worden”, zegt de Oeigoerse-Nederlander. In 2011 is hij op vijftienjarige leeftijd naar Nederland gevlucht, waar zijn moeder ook woont. Ze spreken zich beiden uit tegen schendingen van mensenrechten die de Chinese regering op hun volk pleegt. Zelfs in Nederland ontvangen zijn moeder en hij doodsbedreigingen vanuit China.
‘Witwassen van misdaden’
Dat het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken journalisten, diplomaten en toeristen op kosten van de overheid naar Xinjiang laat vliegen, vindt Kasim pijnlijk. “Het is kwalijk dat de Chinese autoriteiten op deze manier de misdaden die ze op Oeigoeren hebben gepleegd, proberen wit te wassen”, zegt hij.
Vorig jaar zijn er volgens Chinese staatsmedia zeker vijf van dit soort persreizen georganiseerd. Mijn reis is de tweede van 2024. Staatsmedia berichten er uitgebreid over en citeren graag een ‘witte’ journalist die zegt verbaasd te zijn over de economische ontwikkeling in Xinjiang. Ook hoge buitenlandse politici, met name uit landen die China gunstig gezind zijn, worden met open armen in Xinjiang ontvangen.
Vorige maand was de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Hakan Fidan in de regio. Het had een keerpunt moeten zijn in de Turkse perceptie van China, die juist was verslechterd door de Chinese behandeling van de Oeigoeren. Maar het bezoek verliep niet zonder controverse. Toen de Turkse minister een Oeigoerse vrouw sprak en voorstelde om samen te bidden, reageerde zij daar niet op.
Op sociale media gingen de beelden viraal en gebruiken activisten deze als bewijs van Oeigoerse repressie. “Een erg ongemakkelijk moment. Je zag dat de onderdrukking en de angst voor religieuze uiting erg voelbaar zijn in de samenleving”, meent Kasim. Het zijn dit soort momenten waarop blijkt dat er meer speelt in de samenleving dan China wil laten zien.
Bij elke woning die mijn groep bezichtigt, hangt een Chinese vlag. Ik hoor geen gebedsoproepen door de steden en zie amper vrouwen met een hoofddoek. Als we een andere Oeigoerse familie bezoeken, zie ik dat de moeder er een op heeft. “Omdat ze aan het koken is, normaal dragen we er geen”, legt haar dochter Na Yi uit.
Islam met Chinese karakteristieken
Een kijkje bij het Xinjiang Islamic Insitute moet bewijzen dat er sprake is van religieuze vrijheid. De lessen worden in het Mandarijn-Chinees gegeven en studenten maken aantekeningen in Chinese karakters. Sommige boeken zijn volledig in het Chinees, anderen in het Arabisch of in beide talen. De boeken zien er gloednieuw uit, alsof de leerlingen ze die ochtend voor het eerst hebben opengeslagen.
Een toerist poseert voor een foto in Yining.Beeld ANP / Xinhua News Agency
In de klas die ons wordt getoond, draagt elke student een Oeigoerse doppa, een cultureel hoofddeksel. Op weg naar de bibliotheek van het instituut valt het mij op dat er in de andere klassen bijna geen leerlingen met de kleurrijke, vierkante hoed te bekennen zijn. Het instituut is een modelschool met een modelklas voor de Chinese regering.
Dat blijkt ook uit het feit dat directeur Abudrekev Tumuniyaz dezelfde dag drie van dit soort delegaties ontmoet. Zelfs hij ontkent niet dat de lessen binnen de lijnen van de Chinese Communistische Partij (CCP) vallen. “Religie kent geen grenzen, mensen hebben echter wel een moederland. In China hebben religies daarom socialistische kenmerken overgenomen”, meent hij.
Vanuit Nederland moet de uit Ürumqi gevluchte Kasim hier schamper om lachen. “In China is vrijwel alles toegestaan, zolang het in lijn is met de CCP, met haar idealen en waarden. Voor de gewone burger is een islam met Chinese karakteristieken mogelijk, maar dat komt niet overeen met de islam zoals wij die graag leren”, vertelt hij.
Bestrijding terrorisme als excuus
Van de strenge veiligheidscontroles die ik in 2021 in Xinjiang overal tegenkwam, merken wij nu weinig. Bij de grote internationale bazaar hoeven we niet door de veiligheidspoortjes. Als ik later met een paar journalisten terugga, blijkt dat deze illusie stopt zodra de organisatoren afwezig zijn. Opeens staan op elke hoek van de bazaar legertanks met zwaarbewapende militairen.
Op de reis zijn twee ambtenaren van de Chinese staatsraad mee. Ik vraag waarom ze dit soort gesponsorde reizen organiseren. Een van hen antwoordt dat in heel het land mediareizen worden gehouden. “Maar vooral Xinjiang staat centraal in de internationale publieke opinie over China. Er bestaan in het buitenland veel misverstanden over. ‘Dwangarbeid’, ‘genocide’ en ‘gebrek aan religieuze vrijheid’.”
De vrouw maakt aanhalingstekens met haar vingers bij de in China omstreden woorden. “We willen daarom buitenlandse vrienden uitnodigen en ze de mogelijkheid bieden om zelf een kijkje te komen nemen”, zegt ze. Aangezien ze geen woordvoerder van de Chinese overheid is, wil ze niet met haar naam in de krant.
Ze vond het spannend om voor het eerst naar Xinjiang te komen. “Ik ben een vrouw, kan ik hier wel ’s avonds buiten rondlopen? Er zijn veel gewelddadige terroristische aanvallen in deze regio geweest en er wonen religieuze extremisten”, zegt ze. De functionaris geeft toe dat het al tien jaar geleden is dat er voor het laatst sprake was van onrust. “Als je een gewone toerist bent, dan ben je absoluut welkom. Maar als je je bezighoudt met activiteiten die verdeeldheid bevorderen of schade aanrichten, dan word je toch in elk land in de gaten gehouden?”, voegt haar collega toe.
‘Missie volbracht-moment’
Volgens onderzoeker Henryk Szadziewski van het Uyghur Human Rights Project duiden deze overheidsreizen een verandering in beleid aan. “De Chinese autoriteiten hebben een soort van ‘missie volbracht’-moment, waarbij ze Xinjiang promoten als succesverhaal”, vertelt hij telefonisch vanuit de Verenigde Staten.
“Als China echt wil aantonen dat het beleid effectief is, dan moet het kritische onderzoekers in de regio toelaten, die onbelemmerd in het Oeigoers met de mensen kunnen praten”, meent Szadziewksi. Ook hij heeft geprobeerd naar de regio af te reizen, maar kreeg daar geen toestemming voor. Ik vraag hem of ik er goed aan heb gedaan om met deze reis mee te gaan. “Het is zeker belangrijk om naar Xinjiang te gaan en verslag te doen van wat je er aantreft. We hebben die informatie nodig”, zegt de onderzoeker.
Hij raadt het af om tijdens zo’n georganiseerde reis Oeigoerse burgers het vuur aan de schenen te leggen. “Zelfs mensen die banden hebben met de CCP zijn kwetsbaar. De situatie kan plotseling veranderen, dat is in het voordeel van de regering. Zij wil dat mensen op de rand van angst leven en niet te zelfgenoegzaam worden. Een kenmerkende eigenschap van autoritarisme”, concludeert Szadziewski.
Hoewel diverse journalisten onder de indruk zijn van de reis, is niet iedereen overtuigd. “Ik geloof niet wat we te zien krijgen, er zijn te veel tegenstrijdigheden”, zegt de Sri Lankaanse Shihar. “Ik zou willen dat we met een onafhankelijke vertaler zelfstandig kunnen verifiëren wat er is gezegd”, meent hij.
De namen van de anonieme medewerkers zijn bekend bij de hoofdredactie.
Lees ook:Oeigoeren in China gedwongen tot abortus of het nemen van een spiraal
In de westelijke Chinese regio Xinjiang daalt het aantal geboortes onder Oeigoeren door gedwongen geboortebeperkingen.‘Dit is deel van een bredere campagne om deze minderheid te onderdrukken.’
[Reactie gewijzigd door Batur op 31 juli 2024 14:31]