Google weigert de populaire app MP3 Music Downloader Pro uit de Android Market te halen, claimt belangenbehartiger RIAA. Met de app kunnen gebruikers auteursrechtelijk beschermde muziek downloaden zonder te betalen.

MP3 Music Downloader Pro is een van de populairste apps in de Android Market. De RIAA eist uit naam van de muzieklabels dat de app verwijderd wordt, omdat deze gebruikt wordt voor muziekpiraterij. De app stelt gebruikers in staat mp3's te zoeken en te downloaden.

"We hebben in augustus een takedownverzoek voor deze app naar Google gestuurd omdat de app onmiskenbaar voor illegale doeleinden gebruikt wordt. Google reageerde dat ze het verzoek naast zich neerleggen", zegt een woordvoerster van de RIAA tegen PCMag. De organisatie zegt 'bezorgd' te zijn over Googles beleid met betrekking tot het opsporen en tegengaan van piraterij.

Eerder haalde Google al wel inbreukmakende apps offline die vergelijkbare functionaliteit boden als MP3 Music Downloader Pro. Nu zijn er echter weer meerdere vergelijkbare apps beschikbaar. Google heeft nog niet gereageerd op de claims.

De beschuldiging komt op een moment dat Google zelf zijn Music-dienst lijkt te gaan introduceren. Mogelijk gebeurt dit op een evenement dat het concern op 16 november in Los Angeles gaat houden. Uit de uitnodiging voor dat evenement zou op te maken zijn dat het over muziek zal gaan. De onderhandelingen met muzieklabels over de Music-dienst zouden stroef verlopen.

Adobe is van mening dat het falen van Flash voor mobiele apparaten met name toe te schrijven is aan Apple, die Flash onder geen enkele voorwaarde toe wilde staan voor iOS. Wel geeft het bedrijf toe dat html5 een betere oplossing is dan Flash.

Dat zegt productmanager Mike Chambers, die een verklaring gaf voor het stoppen van de ontwikkeling door Adobe van Flash voor mobiele browsers. Naast de weigering van Apple om de software toe te staan was fragmentering van de smartphone- en tabletmarkt een belangrijke oorzaak voor het feit dat Flash te weinig bereik kreeg onder mobiele gebruikers.

Chambers noemt ook de wijdverspreide ondersteuning voor html5 op mobiele apparaten als reden. Opvallend genoeg geeft de Adobe-topman aan dat deze techniek het beste is om multimediacontent beschikbaar te maken voor mobiele apparaten.

Adobe maakte kortgeleden bekend te zullen stoppen met de ontwikkeling van Flash voor mobieltjes. Het bedrijf wil zich in plaats daarvan richten op applicaties die met de Air-runtime werken. Hiermee moet het mogelijk worden om vanuit een enkele codebase apps voor verschillende platforms te schrijven. Ook heeft Adobe aangegeven zich meer te zullen richten op het ontwikkelen van html5-tools.

Apple en Adobe hebben in het verleden veel kritiek op elkaar gegeven. Toenmalig Apple-ceo Steve Jobs wilde geen ondersteuning bieden in iOS omdat Flash onveilig zou zijn en bovendien propriëtaire software is.

De Nederlandse krijgsmacht krijgt in januari 2012 een nieuw onderdeel. Een 'digital taskforce' wordt belast met het voeren van een cyberoorlog tegen tegenstanders, wanneer dat nodig is. Nederland krijgt dan ook een nieuw Cybersecurity Center.

Volgens De Telegraaf gaat Hans Folmer leiding geven aan de digitale taskforce. Het krijgsmachtonderdeel wordt belast met het aanvallen van computersystemen van tegenstanders, maar een precieze omschrijving van de taken werd niet gegeven. Vanaf januari 2012 moet het nieuwe krijgsmachtonderdeel actief zijn en ingezet kunnen worden. De dienst zou onder andere wapensystemen van tegenstanders via de computer moeten kunnen ontregelen.

Daarnaast wil de overheid in januari het Nationaal Cybersecurity Center opgezet hebben. Dit orgaan wordt door de overheid gebruikt om advies te verkrijgen over ict-zaken. Ook meldt de organisatie dreigingen en incidenten aan de overheid. In de raad van de organisatie zitten onder andere topmannen van bedrijven, zoals KPN-ceo Eelco Blok. Er wordt nog een directeur gezocht voor deze organisatie. Het is onduidelijk of het onderdeel voor cyberoorlog binnen de Nederlandse krijgsmacht samenwerkt met het Nationaal Cybersecurity Center.

Minister Donner gaat het mes zetten in het aantal overheidssites omdat een groot deel ervan niet voldoet aan de webrichtlijnen. Het schrappen van sites en deze bij Rijksoverheid.nl onderbrengen zou goedkoper zijn dan aanpassen.

De ministeries van de Nederlandse overheid hebben samen ongeveer 400 websites, waarbij er van 60 getoetst is of ze voldoen aan de webrichtlijnen. Slechts 20 voldoen er volledig aan die richtlijnen. De webrichtlijnen moeten garanderen dat mensen met verschillende soorten systemen de overheidssites goed kunnen zien. Ook moeten ze toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Er wordt onder andere gekeken naar de toetsenbordtoegankelijkheid, schaalbaarheid van lettergrootte, vindbaarheid door zoekmachines en leesbaarheid zonder stylesheets.

Onduidelijk is hoeveel van de niet getoetste overheidssites aan de richtlijnen voldoen, maar duidelijk is dat de ministeries bij lange na niet aan het besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites uit 2006 voldoen, dat als doel had om alle websites van de rijksoverheid eind 2010 aan de webrichtlijnen te laten voldoen.

Alle sites aanpassen ziet minister Donner van Binnenlandse Zaken niet zitten. "Naar verwachting zou dit tot een kostbare en langdurige operatie leiden. Een aanzienlijk effectievere oplossing is het saneren van het aantal websites van de rijksoverheid en het waar mogelijk en relevant onderbrengen van de content van losstaande websites in de site rijksoverheid.nl", schrijft de minister.

Eerder bleek al dat gemeenten enorm achterlopen met het aanpassen van hun sites aan de webrichtlijnen. Ze hebben tot 1 januari 2015 om volledige ondersteuning door te voeren, daarna zal de overheid niet nader genoemde 'verplichtingen' opleggen, stelt Donner.

Er is een oplossing voor het Active State Power Management -probleem van de Linux-kernel, die er voor zorgt dat laptops met het besturingssysteem een aanzienlijk kortere accuduur hebben dan voor de release van Linux-kernel 2.6.38.

Na het uitbrengen van Linux-kernel 2.6.38, ontdekten veel Linux-gebruikers dat de accuduur van hun laptop aanzienlijk verslechterd was. Het probleem speelde bij alle distributies en werd herleid tot een verandering in kernel 2.6.38, die ervoor zorgde dat Active-State Power Management uitgeschakeld werd als het bios van een systeem het gebruik ervan niet nadrukkelijk toestond. Active-State Power Management, of aspm, is onderdeel van de pci-e-specificatie en het protocol zorgt ervoor dat systeemonderdelen minder energie gebruiken bij inactiviteit.

Het bleek echter dat veel systemen wel degelijk aspm ondersteunden, zonder dat dit viel af te leiden uit het bios. De ACPI Description Table gaf bij een groot aantal moederborden niet aan dat de feature ondersteund werd, terwijl dit wel het geval was. Het inschakelen van aspm is te forceren via het commando "pcie_aspm=force" tijdens het booten van de kernel, maar deze oplossing vereist dat de gebruiker al weet dat hij met problemen kampt en de fix vergt bovendien kennis die veel gebruikers niet hebben.

Werkelijke oplossingen bleven maandenlang uit, ook na het verschijnen van de kernelversies 2.6.39, 3.0 en 3.1. Red Hat-ontwikkelaar Matthew Garrett heeft nu echter een patch voorgesteld die soelaas biedt en die nabootst hoe Windows met de feature omgaat. De patch zorgt ervoor dat aspm alleen uitgeschakeld wordt als het platform nadrukkelijk pci-e-beheer toestaat. In overige gevallen blijft aspm ingeschakeld, ook als geen nadrukkelijke ondersteuning voor de feature wordt vermeld door het bios.

Uit de eerste testen van de site Phoronix blijkt dat het energiegebruik van een geteste laptop weer terug is op het niveau van Linux-kernel 2.6.37 en eerdere versies. Garret heeft inmiddels meerdere patches uitgebracht. De site tekent aan dat er nog wel andere zaken met betrekking tot energiegebruik in de kernel onder handen genomen moeten worden.

Alhoewel Apple onlangs een update uitbracht die de accuproblemen bij de iPhone moet oplossen, blijkt deze voor veel mensen niet te hebben geholpen. Het lijkt erop dat applicaties die met gps en pushnotificaties werken de boosdoener zijn.

Verscheidene gebruikers melden verbetering van de accuduur als ze locatiebepaling en pushnotificaties uitzetten. Er zijn echter ook veel gebruikers bij wie dit niet helpt. Een recent door Apple uitgebrachte software-update moest de problemen verhelpen, maar werkt lang niet voor iedereen. Het is mogelijk dat een verschil in geïnstalleerde applicaties voor het verschil in accuduur zorgt, stellen sommige gebruikers. Omdat Apple niet heeft bekendgemaakt wat de oorzaak is van de problemen, kan echter niet met zekerheid worden gezegd dat de bug betrekking heeft op gps en pushnotificaties. Het bedrijf uit Cupertino heeft aan All Things D laten weten de problemen met iOS 5.0.1 in onderzoek te hebben.

Ook maken iPhone-gebruikers melding van problemen met de simkaart. Deze wordt bij sommige gebruikers niet herkend, of geeft geen signaal. Dit probleem lijkt echter kleinschaliger dan de accuproblemen, en het is onduidelijk of de 5.0.1-update hiervan de oorzaak is.

Software-update 5.0.1 lijkt daardoor een zeer wisselend effect te hebben. Naast verbetering of verergering van bestaande accuproblemen, kan de nieuwe versie van het mobiele OS er ook voor zorgen dat iPhone-gebruikers die geen problemen ervaarden met iOS 5.0, met versie 5.0.1 wel last van een snel leeglopende accu krijgen.

Meldingen van accuproblemen na de 5.0.1-update zijn onder andere te vinden op het supportforum van Apple, maar ook op GoT maken veel gebruikers er melding van. Daarbij adviseren veel gebruikers elkaar om locatiebepaling en pushnotificaties uit te zetten.

Het lijkt te gaan om een bug die zich specifiek voordoet in iOS 5. Na de lancering van de nieuwe versie van het mobiele OS begonnen de klachten over accuproblemen bij iPhones binnen te komen. Het gaat om gebruikers van de iPhone 4S, iPhone 4 en iPhone 3GS. Apple lijkt met een nieuwe fix te moeten komen om de problemen aan te pakken.

Philips heeft drie speakerdocks uitgebracht die in combinatie met alle draagbare Android-toestellen zouden werken. De fabrikant gebruikt een app in combinatie met bluetooth voor de weergave en een flexibele usb-aansluiting voor opladen.

De micro-usb-aansluiting van de drie speakerdocks, die op de IFA aangekondigd werden en nu beschikbaar komen, kan op verschillende standen en richtingen gepositioneerd worden zodat deze aan elk Android-apparaat aangepast kan worden, claimt Philips. De connector wordt alleen voor het laden van de apparaten gebruikt. De fabrikant claimt dat het om de eerste lijn van universele speakerdocks voor draagbare Android-mediaspelers en -telefoons gaat. Niet valt echter in te zien waarom de gekozen oplossing niet ook in combinatie met bijvoorbeeld Windows Phone, BlackBerry of iOS zou werken, constateert ook PCAdvisor.

Voorlopig kiest Philips ervoor om zich op Android te richten: alleen voor dit OS brengt het bedrijf zijn Fidelio-app uit. Deze app verbindt de speler met de dock en de audio-overdracht verloopt via bluetooth.

Het vlaggenschip van de drie speakerdocks is de Fidelio AS851, die over twee 15W-speakers, een afstandbediening, vijfbandige equalising en dsp beschikt. De adviesprijs van dit model is 200 euro.

De AS351 moet de midrangemarkt bedienen en is portabel dankzij de mogelijkheid batterijen te gebruiken. Dit model heeft 10W-speakers en gaat 130 euro kosten. De AS111 is een klein model met klokweergave en speakerweergave rondom het apparaat. Dit model heeft een adviesprijs van 80 euro.

Apple roept gebruikers van de eerste generatie iPod nano op om hun apparaat niet meer te gebruiken omdat sommige modellen oververhit kunnen raken. De fabrikant start wereldwijd een omruilactie voor de betreffende muziekspelers.

Het gaat om iPod nano's van de eerste generatie die tussen september 2005 en december 2006 verkocht zijn. De accu's van deze modellen kunnen volgens Apple 'in zeer zeldzame gevallen' oververhit raken en de spelers zouden dan ook een veiligheidsrisico vormen. Volgens Apple wordt de kans op incidenten groter naarmate de accu's ouder worden.

De fabrikant uit Cupertino biedt de mogelijkheid betreffende nano-modellen om te ruilen voor een 'vervangend apparaat'. Een check van het serienummer moet uitwijzen of modellen van gebruikers in aanmerking komen. Vervolgens kunnen ze zes weken nadat Apple de speler ontvangen heeft een nieuw model tegemoet zien.

Meer dan een jaar geleden begon Apple ook al een omruilprogramma voor iPod nano's wegens oververhittingsverschijnselen, maar toen alleen in Japan. Daar zouden 27 incidenten met het apparaat plaatsgevonden hebben, waaronder zes brandgevallen en vier gevallen van lichte verwondingen. Destijds noemde de Japanse regering de late reactie van Apple 'laakbaar'. Niet bekend is of zich ook buiten Japan soortgelijke incidenten met de iPod nano hebben voorgedaan.

De Estse beheerders van een groot botnet dat afgelopen week werd opgerold, maakten bij hun activiteiten onder andere gebruik van een server die bij een Nederlands bedrijf werd gehost, zo heeft het Openbaar Ministerie bekendgemaakt.

De server op Nederlandse bodem werd gebruikt om 'internetverkeer om te leiden naar malafide websites', zo vertelde het Openbaar Ministerie aan Webwereld. Het OM maakte op verzoek van de FBI een image van de server. "Deze informatie hadden ze nodig voor hun opsporingsverzoek", zei Wim de Bruin van het Landelijk Parket. Hij maakte niet bekend bij welk hostingbedrijf de server stond.

Woensdag maakte de FBI bekend samen met onder meer de High Tech Crime Unit van de Nederlandse politie een botnet van vier miljoen pc's te hebben ontmanteld. Twee bedrijven uit Estland, waaronder een scarewareleverancier, zouden het beheer in handen hebben gehad en ze zouden hebben kunnen beschikken over meer dan 100 servers wereldwijd.

De malware die via het botnet werd verspreid, veranderde de dns-instellingen van slachtoffers om te verwijzen naar een malafide dns-server die door de botnetbeheerders was opgezet. De beheerders zouden miljoenen verdiend hebben met het kapen van de sites die de besmette systemen bezochten, bijvoorbeeld om eigen advertenties op een website te injecteren.

In verband met de zaak heeft de KLPD vier ip-blokken laten blokkeren bij RIPE NCC, de regionale ip-registry voor Europa en het Midden-Oosten. De adressen uit die blokken blijven tot maart volgend jaar onder beheer van de FBI en worden tot die tijd niet vrijgegeven.

Softwareproducent Lavasoft, bekend van de antispywaretool Ad-Aware, zou in handen van een criminele investeringsmaatschappij zijn gevallen. De huidige eigenaren zouden in een grijs verleden zelf spyware hebben geserveerd.

Het Zweedse Lavasoft werd in januari dit jaar overgenomen door de investeringsmaatschappij Solaria. Die maatschappij heeft echter geen andere holdings in handen. The Register beweert dat het bedrijf echter banden heeft met de oprichters van marketingbedrijf UpClick. Die oprichters zouden eerder bedrijven zijn gestart die zich bezig hielden met het aanbieden van online porno en zwendel met de verkoop van software aan consumenten. Ook zouden ze gratis p2p-programma's van een andere skin voorzien hebben en deze tegen betaling aangeboden hebben. Onder andere bekleedt de marketingman van UpClick sinds de acquisitie naar verluidt dezelfde positie bij Lavasoft.

De eigenaren van UpClick hebben ook een marketingbedrijf dat meerdere domeinen bezit die te linken zijn aan frauduleuze activiteiten en spyware. Lavasoft wil volgens The Register niet inhoudelijk reageren op de berichtgeving. Voormalig financieel directeur Sofie Bergström zegt dat ze niets van de investeringsmaatschappij weet. "Het is een Canadese maatschappij, dat is het enige wat ik weet. Er zijn een aantal veranderingen doorgevoerd, en de organisatie werkt nu vanuit Montreal, Malta en Zweden."

Als The Register het bij het rechte eind heeft, zou het opnieuw een blamage voor Lavasoft zijn. In 2005 kampte het bedrijf ook met beschuldigingen van banden met adwareleveranciers. Toen detecteerde Lavasofts antispywaretool Ad-Aware niet langer de spyware van een softwarebedrijf dat verschillende tools verspreidde die voorzien waren van een advertentieprogramma.

Het Duitse bedrijf Giesecke & Devrient heeft een nieuwe variant van de simkaart ontwikkeld die 12mm bij 9mm meet, waarmee deze ongeveer 30 procent kleiner is dan de micro-simkaart. De nano-simkaart wordt volgende week getoond.

G&D, tevens de makers van de originele sim-kaart, claimen dat hun nanomodel compatibel is met conventionele sim-kaarten, door het kleine kaartje in een adapter te stoppen. Volgens het Duitse bedrijf kunnen er volgend jaar al mobieltjes op de markt komen die voorzien zijn van een nano-simkaartslot.

Vergeleken met een micro-simkaart is de nano-variant 30 procent kleiner, en vergeleken met een simkaart van normale grootte loopt dat op tot 60 procent. G&D heeft tevens de nano-simkaart 15 procent dunner gemaakt dan het micro-model. Het Duitse bedrijf heeft samples vrijgegeven, waardoor telecomproviders de nieuwe simkaart kunnen gaan testen.

Het is onduidelijk of de nieuwe nano-simkaart aan zal slaan. De micro-simkaart, een kleinere variant van de 'gewone' simkaart, wordt onder andere in de iPhone gebruikt, maar vele toestellen maken nog gebruik van de grotere versie. Ook is de GSM Association van plan om vanaf volgend jaar een standaard klaar te hebben voor simkaarten die geïntegreerd zijn in de mobiele telefoon.