3DCenter heeft de eerste van drie artikelen geplaatst die dieper ingaan op de architectuur van de nVidia NV40-chip, het kloppende hart van GeForce 6800 Ultra grafische kaarten. In dit eerste artikel legt 3DCenter de werking van de pipelines uit. In deel twee zal 3DCenter uitleggen hoe het maximum uit deze pipelines kan worden gehaald. In deel drie ten slotte, zal het zich vooral bezighouden met versie 3.0 van de shaders en andere mogelijkheden van de NV40.
Elke pipeline van de NV40 bestaat uit een tweetal Shader Units. De eerste kan een bewerking op een textuur uitvoeren, een vermenigvuldigingsinstructie (MUL) of een speciale functie uitvoeren. De tweede eenheid kan een vermenigvuldigings operatie samen met een optelling uitvoeren (MAD) of een Dot3-operatie uitvoeren. Deze operatie wordt gebruikt voor onder andere bumpmapping. Daarnaast is er in elke pipeline ook nog een mini-FPU en specifieke hardware voor DirectX 7- en DirectX 8-functies aanwezig. Elke Shader Unit heeft ook ondersteuning voor een aantal specifieke functies voor Pixelshader 2.0. Deze functies zitten echter verdeeld over beide units. Hierdoor kan de NV40 tot vier instructies per kloktik verwerken in een shaderunit. Deze instructies moeten dan wel allemaal verschillend zijn. Dit in tegenstelling tot ATi's R420 (Radeon X800), die maar twee instructies per pipeline en per kloktik kan uitvoeren. Dit mogen dan wel weer twee dezelfde instructies zijn.
