De Amerikaanse chipfabrikant Intel heeft besloten de bouw van zijn geplande megafabriek in Maagdenburg, Duitsland, met ongeveer twee jaar uit te stellen. Dat maakt ceo Pat Gelsinger bekend in een blogpost.
De vertraging wordt door Gelsinger toegeschreven aan de slechte economische situatie van het bedrijf en een lager dan verwachte marktvraag. De beslissing volgt op Intels aankondiging van een kostenbesparingsprogramma, waarbij zo'n 15.000 banen worden geschrapt. Dat doet het bedrijf omdat het zich in financieel zwaar weer bevindt. Naast Maagdenburg wordt ook het project voor een chipfabriek in Polen voorlopig op pauze gezet.
Intel kondigde de chipfabriek in Maagdenburg aan in maart 2022, als onderdeel van een breder uitbreidingsplan in Europa. Het project werd gezien als ‘strategisch belangrijk’ vanwege geopolitieke spanningen en de noodzaak om de wereldwijde productie van halfgeleiders te diversifiëren. Intel zou oorspronkelijk in 2023 beginnen met de bouw, maar dit werd eerder al uitgesteld tot 2024. Eerder dit jaar deden al geruchten de ronde dat de bouw verder zou worden uitgesteld. De fabriek zou miljarden euro’s subsidies krijgen van de EU onder de European Chips Act, bedoeld om de Europese afhankelijkheid van Azië in de chipsector te verminderen.