De opvolger van de iPad 2 zal ondersteuning krijgen voor de in Nederland nog niet gebruikte 4g-netwerktechniek lte. Dat claimt persbureau Bloomberg. Ook zou de 'iPad 3' een quadcore-soc en een scherm met hogere resolutie meekrijgen.

Apple ondersteunt nog geen lte op de iPhone, maar heeft besloten de iPad een lte-chip mee te geven. De tablet biedt dankzij zijn grotere accu een betere accuduur, schrijft Bloomberg op basis van drie anonieme bronnen. De 'iPad 3', zoals het financieel persbureau de tablet aanduidt, moet in maart in de verkoop gaan. De productie zou inmiddels zijn begonnen.

De ondersteuning voor lte is vermoedelijk ook om Amerikaanse providers tegemoet te komen. Vooral de grootste telco's, Verizon en AT&T, zijn bezig om hun 4g-netwerk uit te rollen en eisen van fabrikanten dat nieuwe hardware lte ondersteunt. Zo kondigde AT&T op elektronicabeurs CES afgelopen week acht nieuwe smartphones met lte-ondersteuning aan.

Lte is in Nederland nog niet in gebruik. Bovendien zijn de in de Verenigde Staten gebruikte frequenties voor lte in Nederland niet beschikbaar, waardoor Nederlanders vermoedelijk weinig hebben aan een iPad met 4g.

Bloomberg herhaalt ook bestaande geruchten: de iPad 3 zou over een quadcore-soc en een scherm met hogere resolutie beschikken. De quadcore-processor is vermoedelijk de Apple A6. Een ouder gerucht suggereerde dat de A6 vier ARM Cortex A9-processorkernen heeft. Bloomberg spreekt ook van betere graphics, vermoedelijk een quadcore PowerVR-gpu. De iPad 2 heeft een dualcore-gpu in de vorm van de PowerVR SGX543MP2.

Het persbureau blijft vaag over de resolutie van het scherm. Een van de bronnen zou gezegd hebben dat de resolutie hoger ligt dan die van 'sommige hdtv's'. Een eerder genoemde resolutie, 2048x1536 pixels, ligt hoger dan die van veel gangbare hd-tv's, die een resolutie ondersteunen van 1920x1080 pixels. Er gaan al sinds de aankondiging van de iPad 2 geruchten over een opvolger. Apple kondigde de iPad 2 begin maart vorig jaar aan, waarna de tablet een paar weken later in de winkel lag.

Archos heeft op elektronicabeurs CES aangekondigd dat zijn tabletserie G9 in de eerste week van februari een update zal krijgen naar Android Ice Cream Sandwich. Alle apparaten uit de serie zouden volgens de fabrikant de nieuwe software krijgen.

De Franse fabrikant gaf bij de aankondiging een demonstratie van een G9-tablet die op Android-versie 4.0.1 draaide. Bij de release zal het versienummer echter opgekrikt zijn naar 4.0.3. Hierin is een aantal bugs gerepareerd. Eerder liet het bedrijf al weten een update te zullen brengen voor zijn G9-tablets.

In de eerste week van februari zal de uitrol voor alle apparaten in de serie beginnen. Omdat het over veel verschillende apparaten gaat, is het waarschijnlijk dat de update gefaseerd zal verlopen. Mogelijk krijgen bepaalde landen de update eerst, maar Archos heeft hier geen details over bekendgemaakt.

Archos biedt de tablets in de G9-serie aan met uiteenlopende specificaties. Er zijn versies met 8"- of 10,1"-scherm, en daarnaast kan bij de ingebouwde tweekernige OMAP4430-processor van Texas Instruments gekozen worden voor een kloksnelheid van 1GHz, 1,2GHz of 1,5GHz. Bij de snellere versies kan voor een harde schijf van 250GB gekozen worden, in plaats van 16GB flashgeheugen voor opslag. De 1GHz-versie is beschikbaar in 8GB en 16GB. De modellen zijn met name populair vanwege hun relatief lage prijs.

Cooler Master heeft tijdens de CES zijn Cosmos II-behuizing gedemonstreerd. De kolossale behuizing is een bigtower met meer dan voldoende ruimte voor een eatx-moederbord en videokaarten in sli- of crossfire-opstelling.

De Cosmos II is maar liefst 704 millimeter hoog en 664 millimeter diep. Ook de breedte mag er met 344 millimeter zijn. Het lege gewicht bedraagt dan ook 22 kilogram, maar met alle hardware die erin past, zal dat nog aardig oplopen. Naast het eatx- of xlatx-moederbord dat in de behuizing past, kunnen er ook nog eens drie optische drives, dertien harde schijven of elf 2,5"-drives in. Zes daarvan kunnen in een apart compartiment bij de voeding in twee verwijderbare drivecages worden ingebouwd, de overige worden in drivecages daarboven ondergebracht.

De stevige zijpanelen worden met een grendel op hun plaats gehouden en klappen naar voren toe open op scharnieren. In het linkerpaneel is een stoffilter en ruimte voor ventilators, net als in de voorkant, bovenin en achterin. De grote ruimte maakt niet alleen het inbouwen van veel hardware mogelijk, maar ook eenvoudig. Kabelmanagement moet dankzij de flinke ruimte tussen moederbord en zijpaneel eveneens netjes te realisren zijn, waarbij opviel dat de rubbers om kabelgaten af te dichten zeer stevig in de gaten zitten. Vaak komt het voor dat deze tijdens het doorvoeren van een kabel loslaten.

De afwerking van de behuizing, die in beginsel is opgetrokken uit staal, bestaat uit aluminium, nog meer staal, plastic en luchtroosters. Achter een schuif aan de bovenkant gaan de frontpanel-connectors schuil; daar zijn ook fancontrollers voor onder meer cpu, gpu en het systeem te vinden. Met een eveneens daar geplaatste knop kan ook de verlichting worden geschakeld. De Cosmos II biedt veel functies en ruimte en het prijskaartje is daar ook naar: in Nederland bedraagt de adviesprijs 350 euro.

Naast de Cosmos II toonde Cooler Master ook een nieuwe HAF-behuizing, de XM. Deze houdt qua formaat het midden tussen de 932 en 922, maar is wel geschikt voor grote eatx-moederborden. De behuizing telt drie bays voor optische drives en acht 3,5"-drives, waarvan twee in hotswapbays. De koeling telt, afhankelijk van de configuratie, maximaal acht ventilators: Cooler Master levert er drie mee. Een 200mm-ventilator in de voorkant en bovenkant en een 140mm-exhaust achterin. De HAF XM moet 140 dollar kosten.

Het bedrijf Inventist, dat zichzelf roemt om zijn 'crazy ideas', heeft op de Consumer Electronics Show in Las Vegas zijn Solowheel gedemonstreerd. Het elektrische voertuig kan als eenvoudige Segway worden gezien.

De Solowheel lijkt niet meer dan een wiel dat tussen de benen wordt geklemd. Twee opklapbare voetsteunen en een gevoerde steun om de onderbenen tegenaan te drukken zijn de enige interactie-elementen met de Solowheel. Het apparaat heeft een enkel wiel dat door een elektrische motor wordt aangedreven en van een gyroscoop is voorzien. Net als bij de Segway moet geleund worden om het apparaat in gang te zetten en om te sturen.

De accu in de Solowheel zou krachtig genoeg zijn om vijftien tot twintig mijl, ongeveer vijfentwintig tot dertig kilometer, af te leggen. Een systeem om energie terug te winnen tijdens gebruik moet daaraan bijdragen. De Solowheel is zelfbalancerend en is van een handvat voorzien om gedragen te kunnen worden. Het apparaat weegt een kleine twintig kilogram.

De Solowheel is voor 1795 dollar direct van ontwikkelaar Inventist te koop. Het apparaat is overigens niet helemaal nieuw. Het bedrijf heeft al meerdere versies van het apparaat ontworpen. Het is onbekend wat er anders is aan het dit jaar getoonde model, anders dan dat de afstand die maximaal kan worden afgelegd is opgeschroefd.

Asus liet op de CES geen Series 7-moederborden voor Ivy Bridge-processors zien, maar hield het bij borden voor processors die al op de markt zijn. Wel liet het een workstation-moederbord voor twee Sandy Bridge EP-processors zien.

Het dualsocket workstation-moederbord is geschikt voor Intels nieuwste Xeons uit de Sandy Bridge EP-serie. Het bord doet denken aan het SR-2-bord van EVGA dat geschikt was voor 1366-processors. Naast de twee cpu's ondersteunt de Z9PE-D8 maximaal 128GB ddr3-geheugen in zijn slots en telt het zeven pci-express-x16-slots. Drie daarvan zijn elektrisch als x8-slots uitgevoerd. Verder zijn veertien sata-poorten en vier usb 3.0-poorten aanwezig. Prijzen en beschikbaarheid van het uitgebreide bord zijn nog niet bekend, wel liet Asus een systeem met twee quadcore-Xeons, goed voor zestien threads, draaien.

Naast het extra grote workstation moederbord showde Asus ook zijn matx-bord met X79-chipset aan boord: de Rampage IV Gene uit de RoG-serie. Gezien de beperkte ruimte zijn vier geheugenslots aanwezig, maar toch telt het bord drie x16-slots voor videokaarten en een x4-slot. Er zijn zes sata-poorten beschikbaar, net als een header voor twee usb 3.0-poorten en nog twee usb 3.0-poorten op het i/o-shield. Daar zijn ook acht reguliere usb-poorten, een gigabitnetwerkpoort, audio-aanslutingen en een esata-poort te vinden. Het Gene-bord is voorzien van een SupremeFX III-geluidschip en Intel netwerkchip.

Asus werkt ten slotte aan RoG Exchange, waarmee uefi-instellingen gedeeld kunnen worden met andere RoG-eigenaren. Via een Windows-applicatie kunnen de instellingen van een ander, waarmee bijvoorbeeld een hoge overklok werd behaald, automatisch worden ingeladen.

Een student aan de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft een virtual machine gebouwd die geheugen-exploits tegengaat. Buffer overflows en return oriented programming worden onschadelijk gemaakt, maar software draait wel langzamer.

Erik Bosman, die de tool ontwikkelde voor zijn masterscriptie, presenteerde de werking van de virtual machine op hackers-event eth0. De software, die door Bosman Minemu is gedoopt, is onder een opensource-Apache-licentie vrijgegeven.

De virtual machine is bedoeld voor taint checking, waarmee moet worden voorkomen dat gebruikers code kunnen injecteren in het geheugen. De voor Linux ontwikkelde tool doet dat door software in een virtuele machine te draaien en van elke byte in het geheugen de oorsprong bij te houden. "Is een bepaald deel van het geheugen bijvoorbeeld user-input, dan mag het nooit als code worden uitgevoerd", zegt Bosman.

Ontdekt Minemu dat wordt geprobeerd om niet-vertrouwde code uit te voeren, dan wordt de uitvoering van de software gestaakt. Buffer overflows en return oriented programming, twee manieren om via het geheugen malafide code uit te voeren, worden daarmee feitelijk onschadelijk gemaakt. De meta-informatie over de afkomst van de code wordt bewaard in de snelle sse-registers van Intel-cpu's, dat eigenlijk voor het verwerken van multimedia is bedoeld.

Veel malware maakt gebruik van geheugen-exploits om code uit te voeren. Bij een buffer overflow kan de maximale grootte van een buffer worden overschreden en kan daardoor eigen code worden uitgevoerd. In reactie daarop voerden besturingssystemen ondersteuning voor address space layout randomization toe, waardoor de locatie van buffers in het geheugen werd gerandomiseerd, en data execution prevention, waarbij uitvoerbaar geheugen en gewone variabelen worden gescheiden.

Om aslr en dep te omzeilen, wendden aanvallers zich tot return oriented programming. Daarbij worden de bestaande machine-instructies van een bepaald programma in een specifieke, door de aanvaller gekozen volgorde uitgevoerd, waardoor hij zijn eigen code kan samenstellen. "Bij middelgrote software is dat vaak mogelijk", vertelt Bosman. "Dit project is eigenlijk de reactie op return oriented programming."

Op dit moment werkt Minemu enkel op 32bit-x86-cpu's. "Ondersteuning voor 64bit is een stuk moeilijker om in te bouwen", zegt hij tegen Tweakers.net, "bijvoorbeeld omdat de geheugenregisters veel groter zijn." Hij heeft wel onlangs ondersteuning voor software met meerdere threads ingebouwd, waardoor veel programma's goed werken met de tool. Alleen software met jit-compilers die content van internet als code uitvoeren, zoals de javascript-engine van Firefox, leveren nog problemen op. Die engines willen van buitenaf aangevoerde code juist uitvoeren.

Binnen de virtual machine draait code significant langzamer. Over het algemeen kan het drie tot vier keer langer duren voordat code is uitgevoerd. Dat komt doordat de code niet rechtstreeks wordt uitgevoerd, maar eerst de taint analysis van Minemu passeert. Volgens Bosman werkt de tool echter sneller dan vergelijkbare software, zoals Argos en TEMU.

Dat komt doordat de software anders werkt: waar Argos en TEMU de uit te voeren code van complete besturingssystemen checken, doet Minemu dat met een specifiek proces. Minemu reserveert voor elke byte in het geheugen een byte voor de analyse. Daardoor is twee keer zoveel geheugen nodig, nog los van de ruimte die Minemu zelf inneemt.

De werking van de virtuele machine kan nog wel worden omzeild, geeft Bosman toe, door een aantal specifieke bewerkingen op het geheugen los te laten. Dat is echter moeilijk uit te voeren, claimt hij.

Een Windows-versie van de software lijkt niet waarschijnlijk: "Daarvoor zou je Windows op systeemniveau moeten aanpassen, dus Microsoft zou moeten meewerken om dat mogelijk te maken." Op Linux is root-toegang voldoende om een systeem geschikt te maken voor de software. Daarvoor moeten wat waarden worden aangepast, bijvoorbeeld om het reserveren van een grote hoeveelheid virtueel geheugen mogelijk te maken. Enige aanpassingen zouden de tool geschikt kunnen maken om andere vormen van code-injectie, bijvoorbeeld sql-injecties, eveneens onschadelijk te maken.

Samsung voegt zijn eigen platform Bada samen met Linux-distro Tizen, die de fabrikant samen met Intel ontwikkelt. Dat zegt een topman van het bedrijf. Daarmee wordt Bada voor het eerst een volwaardig mobiel besturingssysteem.

Dankzij het samenvoegen van Bada met Tizen moeten bestaande Bada-ontwikkelaars en Bada-apps gelijk software kunnen schrijven voor de Linux-distro. Uiteindelijk worden de ontwikkelaarstools ook samengevoegd, zo zegt topman Tae-Jin Kang van Samsung in een interview met zakenblad Forbes. Het is onduidelijk wanneer de integratie klaar moet zijn.

Samsung werkt sinds september samen met Intel aan de ontwikkeling van het op een Linux-kernel gebaseerde besturingssysteem Tizen. Tizen geldt als opvolger van MeeGo, het OS dat Nokia en Intel samen aan het ontwikkelen waren. Samsung zou volgende maand de eerste smartphone met Tizen willen presenteren, de I9500. De letter I wijst erop dat Samsung Tizen meer als smartphone ziet dan Bada, waarvan alle toestellen het voorvoegsel S kregen. De I werd eerder onder meer gebruikt voor high-end toestellen met Android, zoals de I9000 Galaxy S, I9100 Galaxy S II en I9250 Galaxy Nexus. Eerder is de I-serie gebruikt voor de I8000 Omnia 2 met Windows Mobile, de I8700 Omnia 7 met Windows Phone en de I8910 Omnia HD met Symbian.

De Koreaanse fabrikant onthulde Bada in de winter van 2010. Enige maanden later kwam de eerste telefoon met Bada op de markt, de S8500 Wave. Daarna volgden de Wave II en Wave 3, net als diverse goedkopere varianten. Door de lage prijzen pakte Bada afgelopen anderhalf jaar 2 procent van de smartphonemarkt. Daarmee is Bada vooralsnog groter dan bijvoorbeeld Windows Phone, zo rekent Forbes voor.

Bada is echter nog altijd geen volwaardig besturingssysteem: Bada is slechts een open platform op een rtos-kernel. Rtos-kernels worden vooral toegepast bij goedkope telefoons. De Linux-kernel zal de basis vormen van het OS dat voortkomt uit het samenvoegen van Tizen en Bada.