Intro
Samengevat
De combinatie van het aanpakken van pijnpunten van de Cosmos II, de flexibele drive-indeling en de ruime mogelijkheden voor lucht- en waterkoeling zijn positieve punten. Het ontbreken van een fancontroller en hotswapbays of andere extra's levert wat minpuntjes op, net als de maar matige prestaties in combinatie met flinke geluidsproductie. Voor een 140 euro kostende behuizing zijn dat wel de puntjes op de i die we missen.
Pluspunten
-
Handzame Cosmos-behuizing
-
Flexibele drivebays
-
Uitgebreide koelmogelijkheden
Minpunten
-
Krap voor atx-borden
-
Geen extra's als fancontrollers
-
Vrij luid en warm onder belasting
Eindoordeel
Het was waarschijnlijk de grootste behuizing die we tot dusver, en sindsdien, getest hebben op de redactie van Tweakers: de Cosmos II van Cooler Master. De Cosmos-serie is voor gamers bedoeld, maar niet elke gamer kan een dergelijke kolos huisvesten. Met de Cosmos SE heeft Cooler Master dat probleem ondervangen; de SE is een kleinere variant van de gigantische Cosmos II, maar behoudt wel de karakteristieke ontwerpelementen.
Niet alleen de afmetingen van de Cosmos SE zijn flink gereduceerd. Ook de prijs is behoorlijk beter behapbaar. Waar de Cosmos II driehonderd euro kost, hoeft voor de Cosmos SE minder dan de helft betaald te worden. Ten tijde van deze review kostte de behuizing ongeveer 140 euro. Daarmee is de kleinere variant ruim de helft goedkoper dan zijn grote broer, maar is deze Cosmos SE dan ook maar half zo goed?
We proberen die vraag te beantwoorden door ons standaardtestsysteem in de full tower in te bouwen en deze te onderwerpen aan een aantal benchmarks voor koeling en geluidsproductie. Is het een geval van 'klein maar fijn' of wordt het 'goedkoop is duurkoop'?
Exterieur: gevaarte met handgrepen
Als we de Cosmos SE met de Cosmos II vergelijken, zou je de SE wellicht als compacte behuizing kunnen omschrijven, zoals een Hummer kleiner is dan een tank. Met andere woorden: de Cosmos SE is nog altijd een flinke behuizing en biedt met zijn fulltower-formaat plaats aan atx-moederborden met zeven uitbreidingslots.
/i/1400680908.jpeg?f=imagenormal)
Kenmerkend voor de Cosmos-serie heeft ook de Cosmos SE twee rails aan de boven- en onderzijde. De twee aan de bovenkant kunnen gebruikt worden als handgrepen om de behuizing te verplaatsen, terwijl de twee onderste als voetjes dienstdoen. De rails zijn van stevig metaal gemaakt. Een groot deel van de rest van de behuizing, de voorkant en bovenkant, is van plastic gemaakt, maar voelt niet slap aan.
Het frontpaneel bestaat voor meer dan de helft uit een rooster met daarop het Cooler Master-logo. Daarboven zijn klepjes voor drie externe 5,25"-drivebays aangebracht. Die klepjes worden met een sluitmechanisme dat aan een hotswapbay doet denken op hun plaats gehouden. Het plastic randje erboven maakt deel uit van het paneel aan de bovenkant en heeft aan de voorzijde een led-strip ter indicatie van power en hdd-activiteit.
Dat paneel aan de bovenkant bestaat voor een groot deel weer uit plastic en heeft, net als de voorzijde, een groot rooster voor de airflow. Het voorste deel van het toppaneel bevat de frontpanelconnectors; er zijn twee usb 2.0-poorten, twee usb 3.0-poorten en twee audioaansluitingen. Iets naar achteren is links de grote powerbutton te vinden, en rechts de resetknop en een knop om de ingebouwde verlichting mee aan en uit te schakelen.
Het linkerzijpaneel heeft een groot venster, maar er is ook een variant met een volledig gesloten zijpaneel verkrijgbaar. Aan de rechterkant heeft Cooler Master het paneel flink uitgestulpt om ruimte voor kabels achter het moederbord te maken./i/1400680919.jpeg?f=imagenormal)
Aan de achterkant vinden we de gebruikelijke elementen, zoals de uitsparing voor het i/o-shield, een rooster met ventilators, uitbreidingsslots en de uitsparing voor de voeding. Naast de uitbreidingsslots is nog een haaks, dubbel uitbreidingsslot aanwezig. De onderkant ten slotte bevat twee stoffilters, voor de voeding en onder de drivecages.
De binnenkant: drives genoeg
De hele binnenkant is, net als de beugels boven en onder, van een zwarte powdercoating voorzien. Het hoofdcompartiment, voor moederbord en voeding, is vrij krap voor grote moederborden. Atx-borden passen prima, maar de behuizing is niet geschikt voor eatx- en andere grotere moederborden.
De voeding wordt onderin gelegd en wordt ondersteund door rubberen strips om trillingen te voorkomen. De voeding steekt een klein beetje buiten de behuizing. Op de achterkant van de voeding wordt een frame geschroefd, waarna het geheel weer in de behuizing wordt bevestigd.
Het moederbord wordt tegen de moederbordplaat bevestigd, waarin een flinke uitsparing voor de bevestiging van koelers is aangebracht. Rondom het moederbord zijn tal van gaten, deels met rubber afgedicht, om kabels doorheen te voeren.
Aan de voorzijde van de Cosmos SE worden de drives ingebouwd. Onderin zijn van voor naar achter georiënteerde sledes voor twee drives te vinden. Daarboven zijn zes sledes ingebouwd, die haaks in de behuizing schuiven. Helemaal bovenin zijn de twee 5,25"-drivebays te vinden, die vanzelfsprekend in lengterichting geplaatst zijn. De onderste 5,25"-drivebay is alleen bruikbaar als de middelste drivecages worden verwijderd of geroteerd; standaard zit achter het onderste klepje alleen een ventilator.
De middelste drivecage is in drie delen los te halen en is dan negentig graden draaibaar, zodat de drives van voor naar achter gemonteerd kunnen worden. Elke driveslede kan gebruikt worden om één 3,5"-drive of twee 2,5"-drives te monteren. Aan de zijkant van de onderste bay kan nog een 2,5"-drive worden gemonteerd en hetzelfde geldt voor de bovenste 5,25"-cage. Zo kunnen in totaal maar liefst 18 2,5"-drives ingebouwd worden. Als alternatief kunnen acht 3,5"-drives met tien 2,5"-drives worden gecombineerd. Ook de onderste drivecage kan verwijderd worden.
Koeling en kabelmanagement
Cooler Master heeft de Cosmos SE, met zijn op gamers gerichte achtergrond, ontworpen om flink te kunnen koelen. Dat kan met luchtkoeling, maar uiteraard is ook uitgebreid aan waterkoeling gedacht. We beginnen met de luchtkoeling, zoals de behuizing geleverd wordt.
Cooler Master installeert twee 120mm-ventilators aan de voorkant, een 140mm-ventilator bovenin en een 120mm-exemplaar achterin. Voorin kan een enkele 140mm-ventilator worden ingebouwd, bovenin kunnen in totaal twee 120mm- of 140mm-ventilators worden gemonteerd en op de hardeschijfrekken kunnen nog twee extra 120mm-ventilators vastgeschroefd worden. Op de versie zonder venster kan in dat zijpaneel nog een 120mm- of 140mm-ventilator gemonteerd worden. Een fancontroller om al die ventilators netjes te reguleren ontbreekt helaas.
Radiators voor waterkoeling kunnen op verschillende plaatsen worden geplaatst. De kleinste, tot 120mm, kan achterop worden gemonteerd. Bovenin is plaats voor een 240mm- of 280mm-radiator en aan de voorkant kan een radiator van maximaal 360mm worden ingebouwd. Alle luchtinvoeren zijn, uiteraard, voorzien van stoffilters.
Kabelmanagement
Voor een volledig formaat atx-moederbord is de behuizing redelijk krap. Het bord past wel, maar steekt deels over de kabelgaten voor voeding en sata-aansluitingen heen. Ook bij een videokaart moet rekening gehouden worden met de plaatsing van de pcie-connectors. Wanneer die haaks gemonteerd zijn, is er geen probleem, maar met aansluitingen in de lengte kun je problemen met de drivecage krijgen.
Het wegwerken van de kabels is wel goed mogelijk, vooral dankzij de uitstulping in het rechterzijpaneel. De 24-pinskabel kan daardoor comfortabel tussen moederbord en zijpaneel geleid worden; er is op het dikste punt een riante 34mm ruimte beschikbaar.
Prestaties: testmethode en warmtebeeld
Het testsysteem bestaat uit de volgende componenten:
Testsysteem behuizingen |
Processor |
AMD Phenom II X6 1100T @ 3,8GHz (Vcore 1,4V) |
Moederbord |
MSI XPower 990FX |
Koeler |
Zalman XNPS10X |
Geheugen |
2x 2GB Corsair XMS ddr3-10800 |
Videokaart |
Club3D HD 7970 |
Voeding |
Antec 620W Gamer |
Ssd (systeem) |
Intel Postville 80GB |
Hdd |
Samsung Spinpoint 500GB |
We hebben Windows 8.1 en diverse meetsoftware geïnstalleerd, waaronder MSI's ControlCenter en gpuz. Om de belasting te genereren, draaiden we Prime95 voor de cpu en Furmark voor de gpu. Om de geluidsproductie te meten, maakten we gebruik van onze speciale opstelling voor geluidsmetingen met een Voltcraft-geluidsdrukmeter. Die stelden we op twintig centimeter van de voorkant van de behuizing op, op een hoogte van eveneens twintig centimeter.
Het systeem werd eerst zonder belasting getest, met de processorkoeler op 1000rpm en de ventilators van de behuizing op de laagste stand. Met ControlCenter en gpuz werden de cpu-, systeem- en gpu-temperaturen uitgelezen en het geproduceerde geluid werd gemeten. Vervolgens herhaalden we de meting onder dezelfde omstandigheden, maar met de behuizingventilators op de hoogste stand.
Om vervolgens de koelprestaties en geluidsproductie onder belasting te beoordelen, hebben we de cpu-koeling op 1600rpm gezet en bleven de behuizingventilators op de maximale stand staan. Furmark en Prime95 kregen een kwartier om het systeem op te warmen. Hierbij ging ook de koeling van de gpu op volle toeren draaien, 3500rpm, wat extra geluid opleverde.

De warmte in de Cosmos SE zonder (links) en met belasting
Zonder belasting hebben we zo vooral gemeten wat de invloed van de ventilators in de behuizing is, terwijl onder belasting vooral de airflow en de geluidsproductie werden gemeten. Ten slotte hebben we met een FLIR E60-camera een warmteopname van het systeem gemaakt om eventuele hotspots te ontdekken.
Prestaties: temperaturen en geluidsontwikkeling
We vergelijken de Cosmos SE met eerder geteste behuizingen die in een vergelijkbare prijsklasse zitten. De geteste behuizingen hebben een prijs van 130 euro, plus of min 10 euro. De Define XL is met 120 euro het goedkoopst, terwijl de Raven 04, Stryker en Cosmos SE 140 euro kosten. De Type1 en 750D kosten beide ongeveer 130 euro.
Allereerst lieten we het systeem idle draaien, met de systeemventilators en processorkoeler op half vermogen. Dat levert 1000rpm voor de processorkoeler op en ruim 600rpm voor de top- en frontventilators. De achterste ventilator draait dan op 950rpm.
We zien geen schokkende resultaten, hoewel de Raven, Stryker en 750D de cpu een paar graden koeler houden. Samen met de Silverstone-behuizing is de Cosmos SE vrij gehorig, zeker vergeleken met de overige behuizingen.
Met de systeemventilators op vol vermogen stijgen de draaisnelheden tot 1100rpm voor de bovenste ventilator, 1000rpm voor de front-120mm'ers en 1300rpm voor de achterste ventilator. De processor blijft op 1000rpm draaien.
Met de extra airflow in de Cosmos SE daalt de systeemtemperatuur niet, maar de processor kan zijn warmte een stuk beter kwijt. Ook de gpu is een graadje koeler. Dat gaat wel gepaard met de nodige geluidsproductie; die stijgt tot ruim 43dB(A). Dat is iets luider dan de voor stilte gemaakte 750D en Define XL, maar ruimschoots stiller dan de overige geteste behuizingen.
Ten slotte hebben we het systeem onder zware belasting gezet. De snelheid van de processorventilator ging omhoog tot 1600rpm en ook de koeling van de videokaart ging nu flink aan de bak. Dat draagt bij aan de geluidsproductie in de behuizing.
De cpu wordt behoorlijk warm in de Cosmos SE; alleen de Define XL is wat warmer. Dat geldt ook voor de systeemtemperatuur, hoewel de verschillen daar kleiner zijn. De videokaart draait gewoon tot zijn maximale temperatuur bereikt wordt: tussen de 95 en 98 graden. De geluidsproductie ten slotte is precies gelijk aan de Type01 van XFX en daarin gaat de Cosmos SE samen met die behuizing aan kop, een twijfelachtige eer.
Specificaties en fotogalerij
Merk en uitvoering |
|
Product |
Cooler Master Cosmos SE |
Uitvoering |
Windowed |
Prijs en beoordeling |
|
Laagste prijs |
€ 139,- Vergelijk prijzen |
Aantal aanbieders |
12 winkels |
Eerste prijsvermelding |
Zaterdag 12 oktober 2013 |
Beoordeling |
Score: 5 (1 review) |
Technische specificaties |
|
Behuizingtype |
Tower |
Form-factor |
ATX (Standard), Micro-ATX (µATX), Mini-ITX |
Fysieke specificaties |
|
Behuizingpaneel |
Window |
Materialen |
Aluminium, Kunststof, Staal |
Kleuren |
Blauw, Zwart |
Bays en aansluitingen |
|
Behuizing bay intern |
8x 3,5" |
Behuizing bay extern |
3x 5,25" |
Aansluitingen voorzijde |
3,5mm-headset, Microfoon, 2x USB 2.0, 2x USB 3.0 |
Voeding |
|
Inclusief voeding |
Nee |
Airflow |
|
Fan-poorten |
9 |
Meegeleverde fans |
4 |
Kabelmanagement |
Ja |
Afmetingen en gewicht |
|
Hoogte |
569,4mm |
Breedte |
263,8mm |
Diepte |
524,4mm |
Overige specificaties |
|
Fabrieksgarantie |
2 jaar carry-in |
Bijzonderheden |
Ontwerp met gebogen, aluminium handgrepen. Ondersteuning voor waterkoeling: 120, 240, 280 en 360mm-radiator; ondersteunt 3 radiators tegelijk: 120+280+360mm |
Specs van fabrikant |
Productinformatie van de fabrikant |
Meer informatie |
|
Conclusie
De Cosmos II is een enorme behuizing, en voor vrijwel iedereen eigenlijk te groot en daarbij ook te duur. De Cosmos SE pakt beide punten aan; hij is een stuk kleiner en daarbij ook nog niet half zo duur. Daarbij is het Cosmos-dna, inclusief de praktische handgrepen, behouden gebleven.
Dat krimpen van afmetingen heeft enerzijds weinig invloed op de inbouwmogelijkheden; tegelijk kunnen een dubbele en een driedubbele radiator worden ingebouwd. Anderzijds is er niet heel veel ruimte over als er een volledig atx-bord wordt in gebouwd. Een matx-moederbord zou wat comfortabeler passen, vooral wat de kabels aan de lange zijde van het bord betreft.
Over de drivebays kunnen we niet anders dan positief zijn; de sledes zijn multifunctioneel en praktisch, terwijl de kooien naar believen gedraaid of verwijderd kunnen worden. Dat levert een flexibele behuizing met ruimte voor voldoende 3,5"-drives en een enorme hoeveelheid 2,5"-drives op.
De prestaties zijn dan weer niet bijzonder. De temperaturen zonder belasting zijn weinig afwijkend van die van de overige geteste behuizingen, maar de behuizing is zeker niet de stilste.
De combinatie van het aanpakken van pijnpunten van de Cosmos II, de flexibele drive-indeling en de ruime mogelijkheden voor lucht- en waterkoeling zijn positieve punten. Het ontbreken van een fancontroller en hotswapbays of andere extra's levert wat minpuntjes op, net als de matige prestaties in combinatie met de flinke geluidsproductie. Bij een 140 euro kostende behuizing missen we die puntjes op de i wel.
Samengevat
De combinatie van het aanpakken van pijnpunten van de Cosmos II, de flexibele drive-indeling en de ruime mogelijkheden voor lucht- en waterkoeling zijn positieve punten. Het ontbreken van een fancontroller en hotswapbays of andere extra's levert wat minpuntjes op, net als de maar matige prestaties in combinatie met flinke geluidsproductie. Voor een 140 euro kostende behuizing zijn dat wel de puntjes op de i die we missen.
Pluspunten
-
Handzame Cosmos-behuizing
-
Flexibele drivebays
-
Uitgebreide koelmogelijkheden
Minpunten
-
Krap voor atx-borden
-
Geen extra's als fancontrollers
-
Vrij luid en warm onder belasting
Eindoordeel