Het opensource-besturingssysteem FreeBSD bevat al twintig jaar een groot beveiligingsprobleem in de telnet-server, waardoor extern root-toegang kan worden verkregen. De bug is mogelijk ook in Mac OS X en Linux-distro's te vinden.
Ontwikkelaars van FreeBSD kondigden het beveiligingsprobleem vlak voor het kerstweekend aan en hebben updates vrijgegeven om het probleem te verhelpen.
Volgens de ontwikkelaars werden ze daartoe gedwongen omdat de bug actief in het wild wordt misbruikt. De bug in de telnet-daemon maakt het mogelijk om extern root-toegang tot een server te krijgen.
De impact van het probleem valt waarschijnlijk mee, omdat gebruik van telnet al jaren wordt afgeraden: ssh is veel betrouwbaarder. Opvallend is wel dat de bug al twintig jaar in de software zit, en dus ook was te misbruiken toen telnet nog wel gangbaar was. Pas in 2001 werd telnet in FreeBSD standaard uitgeschakeld.
Thexploit schrijft dat het gaat om een buffer overflow-kwetsbaarheid, waarbij software de maximale lengte van een string niet goed controleert. Een aanvaller kan daardoor eigen code toevoegen, en in dit geval dus root-toegang krijgen.
Mogelijk is ook Mac OS X kwetsbaar, indien de telnet-daemon is ingeschakeld: uit de broncode van de telnet-client die Apple conform de licentievoorwaarden online heeft geplaatst, blijkt dat deze dezelfde code bevat. Ook de Debian-implementatie van de telnet-daemon was kwetsbaar, maar alleen als het Kerberos-protocol werd gebruikt. Debian wordt net als FreeBSD veel gebruikt in servers en onder meer Ubuntu is op Debian gebaseerd.