Inleiding
Aan het eind van het jaar kijken we traditioneel terug op het afgelopen jaar: wat was er in het nieuws en welke trends domineerden. We kunnen uiteraard ook terugblikken op ontwikkelingen op hardwaregebied, maar veel interessanter is het vooruitblikken op wat er komend jaar komt. Nieuwe hardware is immers altijd sneller, beter, duurdermooier en bovendien nog niet ingehaald door de nieuwe, snellere generatie.
Op de volgende pagina's kijken we vooral naar wat er komen gaat, al is een kleine terugblik daarbij onontkoombaar – al is het maar om context te bieden. We blikken vooruit op de grote launches van processors en videokaarten, maar ook op andere componenten die in en om je hardware zitten.
Dat doen we met ons team van hardwareredacteurs: Reinoud neemt je mee naar de toekomst van videokaarten en geheugen, Tomas laat zien welke processors en moederborden je mag verwachten in 2025, en Willem neemt ssd's, behuizingen en voedingen voor zijn rekening.
:strip_exif()/i/2007161568.jpeg?f=imagenormal)
Processors
In de tweede helft van 2024 was het topdrukte op de processormarkt voor desktops. In augustus introduceerde AMD zijn Ryzen 9000-processors, in oktober reageerde Intel met zijn Core Ultra 200-cpu's en de maand erna kwam AMD met het eerste Ryzen 9000-model met 3D V-Cache. Daarmee zijn de line-ups nog lang niet compleet. Begin 2025 zullen zowel AMD als Intel hun nieuwe series verder uitbreiden
AMD: meer X3D's, laptop-cpu's en nieuwe Threadrippers
Van AMD worden onder meer de X3D-modellen met meer dan acht cores verwacht, die vermoedelijk Ryzen 9 9900X3D en 9950X3D gaan heten. Ook gaan er geruchten over non-X-modellen van de bestaande Ryzen 9000-cpu's. Bij de 7000-serie hadden die een lagere tdp, maar omdat de 9600X en 9700X al een lagere tdp hebben dan hun voorgangers, zal een mogelijke 'Ryzen 5 9600' vermoedelijk alleen lagere kloksnelheden krijgen dan het bestaande model.
Ook worden van AMD nog meer laptopprocessors op basis van Zen 5 verwacht. De Ryzen AI 300-serie bestaat tot nu toe slechts uit enkele modellen met tien en twaalf cores, dus er is zeker nog ruimte voor modellen met minder rekenkernen. Ook het verschijnen van een nieuwe Ryzen Z-processor voor gaminghandhelds ligt voor de hand. Er gaan tevens al lange tijd geruchten over een variant met een extreem krachtige geïntegreerde gpu, die wordt ontwikkeld onder de codenaam Strix Halo.
:strip_exif()/i/2006735448.jpeg?f=imagenormal)
Een nieuwe generatie desktopprocessors op basis van Zen 6 hoeven we in 2025 nog niet te verwachten; dat wordt waarschijnlijk het jaar erna. Maar het zou kunnen dat we nog nieuwe high-end Ryzen Threadripper-cpu's gaan zien. De huidige generatie Threadrippers, die eind 2023 uitkwam, is namelijk nog gebaseerd op Zen 4. Vermoedelijk blijft dezelfde socket sTR5 behouden. Volgens sommige geruchten zouden we wel de eerste Threadrippers met 3D V-Cache kunnen gaan zien als onderdeel van de nieuwe line-up. Die komt dan waarschijnlijk op de markt als de Ryzen Threadripper 9000-serie.
Intel: wat meer socket 1851-cpu's en een nieuwe laptopgeneratie
Net als AMD zal Intel het jaar starten met het uitbreiden van zijn nieuwe reeks. Naast de Core Ultra 5 245K, Core Ultra 7 265K en Core Ultra 9 285K zullen er ook goedkopere modellen verschijnen voor de nieuwe socket 1851. Onder meer een Core Ultra 5 235 met veertien cores (6P+8E) dook enkele maanden geleden al op en wordt waarschijnlijk tijdens de CES-beurs begin januari aangekondigd.
Verder lijkt Intel voor 2025 geen grootse desktopplannen te hebben. Wellicht komt er in de tweede helft van het jaar een refresh van Arrow Lake, maar de geruchtenmolen is het daar nog niet over eens.
Voor laptops wordt 2025 een belangrijker jaar, want daarvoor komt Intel met de Panther Lake-processors. Deze cpu's worden grotendeels gefabriceerd op Intels 18A-procedé, terwijl de huidige Lunar Lake-cpu's vrijwel volledig bij TSMC vandaan kwamen. Volgens de geruchten maakt Panther Lake gebruik van een nieuwe P-core met de codenaam Cougar Cove, krijgt hij een krachtigere igpu gebaseerd op Xe3 en wordt ook de npu verder versneld ten opzichte van Lunar Lake.
Kapers op de kust?
In de wereld van laptop- en desktopprocessors hebben we het al jaren over slechts twee fabrikanten: AMD en Intel. Afgelopen jaar kwam daar in de laptopwereld een bedrijf bij, namelijk Qualcomm met zijn op Arm gebaseerde Snapdragon X-processors. Een opvolger daarvoor komt er vermoedelijk pas in 2026, maar er lijkt nog een kaper op de kust te zijn.
Er gaan al geruime tijd geruchten dat Nvidia de processormarkt zou willen gaan betreden. Nvidia heeft weliswaar een verleden met Arm-processors, zoals de Tegra-socs voor smartphones en de processor in de Nintendo Switch, maar zou nu ook aan Arm-gebaseerde cpu's en gpu's voor Windows-pc's werken. Volgens het Taiwanese DigiTimes mikt Nvidia op een release in september 2025. Het lijkt voor de hand te liggen dat Nvidia net als Qualcomm in het begin vooral op laptops zal focussen, omdat de prestatie-eisen daar minder hoog liggen en het doorgaans lagere energiegebruik van Arm-chips een groter voordeel is. Misschien hebben we het volgend jaar in dit artikel ook over nieuwe concurrenten voor AMD en Intel op de desktopmarkt.
Videokaarten
2025 wordt een belangrijk jaar voor videokaarten. Na een rustig 2024 waarin weinig nieuwe gpu’s zijn uitgebracht, is het nu eindelijk tijd voor een nieuwe generatie van zowel Nvidia als AMD en Intel. Intel bracht eind 2024 al zijn eerste model op de markt op basis van de nieuwe Battlemage-architectuur in de vorm van de Arc B580.
Nvidia GeForce
Het grote vuurwerk zal volgens geruchten binnenkort beginnen, met Nvidia dat zijn GeForce RTX 50-serie gaat uitbrengen. Als dezelfde naamgeving als bij de vorige generaties wordt gebruikt, zien we een RTX 5080 en RTX 5090. Vermoedelijk zijn deze voorzien van het gloednieuwe GDDR7-geheugen, wat een hogere geheugenbandbreedte moet bieden. Over de gpu-architectuur op de RTX 50-serie is nog vrijwel niets bekend. Op basis van geruchten zou er hardwarematige ondersteuning voor een doorontwikkelde versie van DLSS aanwezig zijn, net als een uitgebreidere en slimmere aansturing van de stroomvoorziening.
AMD Radeon
Aan de kant van AMD zijn twee geruchten over de volgende generatie Radeons blijven hangen. Ten eerste het gerucht waarover we in de preview van 2024 al schreven. AMD zou geen high-end videokaarten meer gaan maken en zich alleen nog maar richten op het instap- en middensegment. Dit gerucht bleef in de tweede helft van 2024 rondgaan. Dat zou betekenen dat er na de RX 7900 XTX, de snelste Radeon van de huidige generatie die zich met de RTX 4080 Super kan meten, geen opvolger komt voor hetzelfde segment. Het tweede gerucht is dat AMD de naamgeving voor zijn videokaarten gaat aanpassen. In plaats van een RX 9700 XT zou de fabrikant dit een RX 9070 XT gaan noemen. Dat is een klein verschil, vermoedelijk bedoeld om de volgorde van nummers en de segmentering meer in lijn te brengen met Nvidia. De RX 9070 XT wordt vermoedelijk al op de CES aangekondigd, en de eerste kaarten uit de RX 9000-serie zouden in januari al moeten worden uitgebracht.
Intel Arc
Intel heeft weliswaar al zijn Battlemage-architectuur uit de doeken gedaan met de komst van de Arc B580, maar niets wijst er momenteel op dat het bij deze kaart blijft. We weten al dat in januari de Arc B570 uitkomt die met iets lagere specificaties net onder de B580 zal worden gepositioneerd. Verder blijft het wachten tot er meer bekend wordt over de snelste Arc-kaarten die we dit jaar gaan zien. Volgens eerdere geruchten zou de opvolger van de Arc A770, logischerwijs de B770 genoemd, over twee keer zoveel rekenkernen beschikken als zijn voorganger. Dat belooft los van de verbeteringen aan de gpu-architectuur een flinke sprong in prestaties te worden, maar het blijft afwachten of Intel deze hogere specificaties op papier ook kan omzetten naar dezelfde toename in gamingprestaties. Gezien de verbeteringen die de Arc B580 toont ten opzichte van de A580, beginnen alle investeringen van de fabrikant in ieder geval steeds meer op te leveren.
Opslag
Wel of geen Gen5-ssd's?
Voordat we naar 2025 kijken, blikken we kort terug op 2024, en dan met name op de groei van Gen5-ssd's, of liever het gebrek daaraan. Want wat gebeurt er met Gen5? Met het risico in herhaling te vallen, is 2024 wederom niet het jaar gebleken waarin de grote doorbraak van de snellere ssd's kwam. Begin 2022 was de opkomst verwacht, in 2023 bleef de groei uit en ook in 2024 gebeurde er wel iets, maar Gen5 volgt Gen4 in een veel langzamer tempo op dan Gen4 de Gen3-drives opvolgde. Om dat te illustreren: medio 2019 kwamen de eerste Gen4-drives voor consumenten op de markt, en twee jaar later was ruim een derde van de drives die we in onze Ssd Best Buy Guide getest hadden een Gen4-drive. Sterker nog, de laatste Gen3-drive die we getest hebben is de P5 van Crucial, in de zomer van 2021. Daarmee was de opvolging van Gen3-drives door Gen4-drives na twee jaar wel een feit.

Als we begin 2024, twee jaar na de eerste consumenten-Gen5-drives, alleen nog maar Gen5-drives getest en gereviewd zouden hebben, was de spoeling wel erg dun. In 2024 zagen we bij Gen5-ssd's vrijwel uitsluitend dezelfde Phison E26-controllers met Micron-nand verschijnen. Van alle Gen5-drives is ruim zeventig procent een Phison E26-drive; alleen in de laatste maanden van 2024 zijn enkele drives met een andere Phison-controller, de E31T, uitgebracht. Verder is nog een handjevol drives met een andere controller verschenen, maar die bleven vaak beperkt tot demo's.

Daarmee lijken Gen5-drives ook in 2025 niet direct de gevestigde Gen4-orde te gaan verdrijven. Los van de vraag of je in het dagelijks gebruik veel van de extra snelheid merkt, hebben Gen5-drives tot dusver twee factoren tegen zich: hun energiegebruik en de daarmee gepaard gaande warmteontwikkeling. Kort gezegd: ze verbruiken soms ruim 10W en worden daardoor lastig te koelen. Tel daarbij hun nog altijd forse meerprijs, zo'n twee keer die van een beetje Gen4-drive, op, en het wordt steeds lastiger hen aan te bevelen. En dat terwijl het aantal geschikte moederborden eindelijk serieuze aantallen krijgt: we tellen momenteel 250 moederborden in de Pricewatch met een Gen5-slot voor ssd's, waarvan ruim de helft AM5-borden.
Die E31T-drives die we noemden kunnen wellicht helpen om het tij voor Gen5 te keren. Ze zijn weliswaar wat minder snel dan de theoretische 14GB/s van de E26-drives, namelijk zo'n 10GB/s, maar dankzij een lager energiegebruik moeten ze ook minder warm worden en daarmee makkelijker te koelen zijn. Dan is het natuurlijk wel zaak dat de prijs ook aantrekkelijk is, want met een veel kleiner prestatieverschil van 7GB/s voor Gen4-drives naar 10GB/s voor Gen5-drives, mag de meerprijs beperkt zijn.
Nandontwikkelingen
Wat kunnen we nog meer met betrekking tot ssd's verwachten? We zagen in 2024 al steeds meer drives zonder eigen dramcache, maar die gebruikmaken van Host Memory Buffer, of HMB. Dat bespaart kosten: er is immers een chip met de benodigde verbindingen op het pcb minder. Ook worden qlc-drives steeds capabeler, dankzij grote caches merk je zelden iets van de inherent tragere prestaties van qlc-nand versus tlc-nand. Het gebruik van qlc-nand in plaats van tlc is vooral voor de prijzen van het nand interessant: op een chip qlc-nand kun je meer data kwijt, dus zijn de kosten per terabyte lager. Een paar jaar geleden maakte het Kioxia- en Western Digital-consortium plannen voor de productie van plc-nand bekend. De 'p' staat voor penta, ofwel vijf: plc-nand zou vijf bits per cel hanteren, waardoor de bitdichtheid verder vergroot. Die techniek zou rond 2025 ontwikkeld worden, dus we zijn benieuwd of daar de komende tijd iets van bekend wordt.
/i/2007151318.png?f=imagenormal)
Sem-foto van BiCS 8-nand. Bron: IEEE
Een andere manier om de bitdichtheid te vergroten, is meer cellen op elkaar stapelen. In onze ssd-reviews noemen we altijd hoeveel laagjes het gebruikte nand heeft. Meer laagjes betekent meer opslag per vierkante millimeter, en dus grotere capaciteiten of lagere kosten. In 2025 willen fabrikanten hun laagjesaantallen verder doen toenemen. Zo heeft SK hynix nand met 321 laagjes gemaakt en zou dat in de eerste helft van 2025 gaan leveren. Samsung heeft V9-nand klaar voor massaproductie: dat levert met 290 laagjes sneller en zuiniger nand op, dat vooral in Gen5-drives tot zijn recht moet komen. Kioxia heeft met BiCS 8 inmiddels 218 laagjes voor 1TB-chips gerealiseerd, en opvolger BiCS 9 zou in 2025 ook voor Kioxia de 300-laagjesgrens moeten doorbreken.
Moederborden en werkgeheugen
Bij de nieuwe, lager gepositioneerde processors die AMD en Intel begin dit jaar uitbrengen, horen ook goedkopere moederborden. Beide fabrikanten introduceren daarvoor nieuwe chipsets.
In het geval van AMD gaat het om de reeds eerder aangekondigde B840- en B850-chipsets. B850 is een rebrand van B650 en wordt vooral uitgebracht om moederbordfabrikanten de mogelijkheid te bieden hun line-ups weer up-to-date te maken met nieuwe features, zoals Wi-Fi 7. De fysieke ASMedia-chip is nog steeds dezelfde. B850 vereist, in tegenstelling tot X870, geen USB4-poorten en ook geen PCIe 5.0 x16-slot voor de videokaart. Ten minste één M.2-slot moet wel PCIe 5.0 ondersteunen.
/i/2006824436.png?f=imagenormal)
De nog goedkopere B840-chipset is aanzienlijk beperkter en lijkt meer op de bestaande A620-chipset voor budget-AM5-borden. Zowel het x16-slot voor de videokaart als de M.2-slots hoeven bij de B840-chipset slechts PCIe 3.0-snelheid te bieden. Ook is het overklokken van de processor bij de B840-chipset niet mogelijk.
Intussen rijst de vraag of het 'kabelloze' concept van moederborden met aansluitingen aan de achterkant een blijvertje wordt. Begin dit jaar kwamen de eerste componenten daarvoor op de markt en op de Computex-beurs in juni struikelden we over de daarvoor geschikte behuizingen, maar bij de releases van de high-end AMD X870- en Intel Z890-chipsets zagen we geen enkel BTF-moederbord. Als die er ook op de CES niet zijn, beginnen we het somber in te zien voor de toekomst van visueel kabelvrije pc's.
Werkgeheugen
Vorig jaar is er al veel gebeurd met werkgeheugen, en in 2025 zal dat vermoedelijk net zo zijn. DDR5 is inmiddels echt de standaard voor desktop-pc's en er zijn veel opties van verschillende fabrikanten om uit te kiezen. Dat maakt het geheugen betaalbaarder, en ook de snellere geheugenkits zijn in 2024 gestaag goedkoper geworden. Waar DDR-5200 en -5600 eerst de goedkoopste opties waren, is dat nu ook vaak het geval bij 6000 en 6400MT/s. De maximale geheugensnelheden zijn omhooggegaan door een verdere doorontwikkeling van de DDR5-geheugenstandaard, waarbij 8800MT/s nu de snelste officiële door Jedec vastgelegde optie is.
Ook zullen er na een lange aanloop in 2025 steeds meer 24GB DDR5-modules beschikbaar komen. Voorheen was er de keuze uit 16GB-modules die single rank zijn en 32GB-modules die dual rank zijn. De grotere capaciteit betekent een complexer en duurder product, wat met singlerank-24GB-modules deels kan worden gecompenseerd. Dat heeft als voordeel dat er meer capaciteit beschikbaar is zonder dat er overgestapt hoeft te worden naar een dualrankopstelling, wat naast hogere productiekosten ook meer eisen aan de geheugencontroller stelt.
Een veelbelovend alternatief voor conventioneel DDR5-geheugen is de Compression Attached Memory Module Common Standard. CAMM2-modules komen in twee varianten: een met ondersteuning voor DDR5-geheugen en een met ondersteuning voor Lpddr5x. De modules met DDR5-ondersteuning hebben een andere connector dan die voor Lpddr5x-systemen. Een van de grootste voordelen is efficiënter ruimtegebruik op het moederbord ten opzichte van normale DDR5-sloten, wat vooral voor laptops en compacte systemen nuttig kan zijn.
Behuizingen en voedingen
Op het vlak van behuizingen zagen we twee trends die in 2024 (en daarvoor al) zijn ingezet: het gebruik van glas en hout. Een andere trend, die verband houdt met moederborden, is de ondersteuning voor backconnectmoederborden: BTF van ASUS, Project Stealth van Gigabyte en Project Zero van MSI. Daarbij steken de powerconnectors voor het moederbord niet naar voren, maar zitten aan de achterkant van het moederbord, zodat de dikke 24-pinsvoedingskabel en de cpu-voedingskabel(s) niet door het hoofdcompartiment van de kast hoeven. De eerste behuizing met ondersteuning hiervoor was de A21 van ASUS, die in augustus 2023 in de Pricewatch verscheen en dat jaar de enige bleef. In 2024 kwamen er echter zo'n vijftig behuizingen bij, goed voor bijna drie keer zoveel uitvoeringen (kleurvarianten of versies met een ander voorpaneel of andere koeling).
Daardoor is er in ieder geval minder sprake van een afwachtende kip-ei-situatie: er is genoeg keuze uit nieuwe behuizingen die backconnect ondersteunen, zodat moederbordfabrikanten meer dan een handjevol borden kunnen uitbrengen zonder bang te zijn dat er geen kast is waar het in past. Maar dan moeten die moederborden nog wel uitkomen: zoals je op de vorige pagina kon lezen, is de spoeling momenteel nog enorm dun.
Ook worden videokaarten steeds vaker verticaal gemonteerd, of is die mogelijkheid er tenminste. We zagen de eerste kasten met die mogelijkheid al in 2017 verschijnen, maar in het afgelopen jaar is meer dan een derde van alle behuizingen die dat ondersteunen uitgebracht. Samen met verticale gpu-mounts en extra veel glas komt er ook steeds meer verlichting de kast in, meestal in de vorm van rgb-fans. Met steeds duurdere hardware en desktops die grotendeels voor gaming worden gebruikt, zullen die trends waarschijnlijk ook in 2025 onverminderd doorzetten.
/i/2007176100.png?f=imagenormal)
Voedingen
Inmiddels hebben volledig modulaire voedingen de overhand genomen in de Pricewatch: van de ruim duizend ATX-voedingen is ruim de helft volledig modulair en nog maar een derde niet-modulair. Dat scheelt een hoop kabelmanagement, vooral omdat je steeds minder vaak de SATA-kabels (en de Molex-kabels bijna nooit meer) nodig hebt. Samen met de ondersteuning voor backconnectmoederborden in behuizingen komt er zo langzaam een eind aan de kabelbende.
Een belangrijke ontwikkeling in 2024 was de komst van ATX 3.1-voedingen: deze vervangen de beruchte 12Vhpwr-kabel van de ATX 3.0-voedingen. Die kabel, bedoeld om veel vermogen aan krachtige videokaarten te leveren, veroorzaakte in het begin soms problemen. Met de nieuwe standaard zijn de pinnetjes in de connector langer geworden, zodat slecht contact vermeden wordt. Smeulende connectors en schade aan dure videokaarten moet daarmee verleden tijd zijn. Fabrikanten geloven in ieder geval in deze standaard: er zijn in 2024 meer ATX 3.1-voedingen uitgebracht dan ATX 2.x- en ATX 3.0-voedingen. Voor 2025, met onder meer de nieuwe Nvidia 5000-serie die niet bepaald zuinig zal zijn, verwachten we meer ATX 3.1-voedingen met flinke vermogens.

Wellicht helpt de prijs ook: de gemiddelde prijs van 3.1-voedingen bedraagt 165 euro, terwijl die van 2.x-voedingen gemiddeld 120 euro is. Het vermogen van de voedingen speelt daarbij wel een rol: een ATX 3.1-voeding is lastiger te maken en daarom, en vanwege het segment waarvoor ze bedoeld zijn, namelijk gamepc's met een stevige videokaart, zijn er nauwelijks ATX 3.1-voedingen van minder dan 750W te vinden. Het zwaartepunt van de geproduceerde ATX 3.1-voedingen, net als bij ATX 3.0-voedingen, ligt tussen de 750W en 1000W (66%), terwijl ruim de helft van de ATX 2.x-voedingen kleiner dan 750W levert.