Hackers uit landen met een offensief cyberprogramma gebruiken steeds vaker zerodays voor hun aanvallen, waarschuwt de AIVD in zijn jaarverslag. Spionage naar covid-19-bestrijding was een belangrijke motivatie om te hacken. Het risico op digitale ontwrichting lijkt minder groot te zijn.
Volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst is Nederland nog steeds interessant voor landen om cyberaanvallen op uit te voeren. Dat gebeurt voor een belangrijk deel voor spionagedoeleinden. Wat daarbij opvalt, is dat in 2021 veel aanvallen plaatsvonden op overheidsinstellingen en bedrijven die zich bezighielden met het bestrijden van het coronavirus. "Een actueel doel dat sommige landen in 2021 hadden, was kennis vergaren die ze kon helpen bij de bestrijding van covid-19 in eigen land", schrijft de AIVD in zijn jaarverslag over dat jaar.
Minder risico op ontwrichting
De AIVD is relatief mild over de gevaren van zogenaamde digitale ontwrichting. De dienst waarschuwde in voorgaande jaren onder andere dat staatshackers actief voorbereidingen troffen om mogelijk aanvallen te plegen op vitale infrastructuur, zoals de water- en energievoorziening. De AIVD noemt dergelijke sabotage nog steeds 'potentieel het grootste digitale risico voor de Nederlandse samenleving', maar nuanceert dat ook. "De kans dat zulke middelen worden ingezet, is klein. De meeste landen zullen zo'n aanval opvatten als een oorlogshandeling." De vraag of een cyberaanval op een NAVO-land wordt gezien als een aanval zoals bedoeld in het zogenaamde Artikel 5, is overigens niet makkelijk te beantwoorden. Politici noch militairen en experts hebben er een pasklaar antwoord op.
Met de uitspraken nuanceert de AIVD de waarschuwingen die zowel de inlichtingendienst als andere veiligheidsinstanties jaren geleden afgaven. Naast de AIVD waarschuwde ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid regelmatig dat Nederland grote kans liep op 'digitale ontwrichting' en dat de vitale infrastructuur kwetsbaar was. De teneur leek toen dat een aanval slechts een kwestie van tijd was en dat hackers al stappen zetten om zulke aanvallen uit te voeren.
De inlichtingendienst waarschuwt dat ransomwareaanvallen in het vorige jaar grote maatschappelijke gevolgen hadden. De dienst noemt de aanvallen op de Universiteit van Amsterdam en op VDL Nedcar als voorbeelden. De dienst merkt op dat zulke aanvallen vooral worden uitgevoerd door criminelen 'en niet door statelijke actoren'.
De meeste hackpogingen die in Nederland plaatsvinden, zijn dan ook niet bedoeld om Nederland plat te leggen, maar om te spioneren. De AIVD noemt China, Rusland en Iran als daders, maar opvallend ook bondgenoot Turkije als spionerende landen. Concrete voorbeelden van Turkse hacks noemt de AIVD niet. Chinese staatshackers vallen voornamelijk bedrijven in de communicatie en ruimtevaart aan en stelen maritieme technologie. Russische hackers lijken voornamelijk politieke informatie te willen verzamelen. Die gebruikt het land om beïnvloedingscampagnes uit te voeren. Een opvallende meevaller is dat de AIVD 'geen gerichte strategie heeft waargenomen om de uitkomst van de Tweede Kamerverkiezingen te beïnvloeden'. "Het kiesstelsel en de wijze van machtsvorming in Nederland bieden hiertoe maar beperkt kansen", schrijft de dienst.
Zerodays
Hackers zouden steeds vaker gebruikmaken van zerodays om hacks uit te voeren, schrijft de dienst. Dat zijn kwetsbaarheden waarvan de details nog niet bekend zijn. Ook kwetsbaarheden waarvan de details pas zeer kort daarvoor openbaar zijn gemaakt, zijn populair onder hackers. De dienst noemt bij geen van beide gevallen concrete cijfers. Het is een opvallende ontwikkeling; experts waarschuwen vaak dat oude kwetsbaarheden nog vaak worden misbruikt voor digitale aanvallen, hoewel er al lang patches beschikbaar zijn. De bevindingen van de AIVD kunnen erop duiden dat het patchbeleid bij in ieder geval de vitale infrastructuur sterk is verbeterd.
Kritiek op de Wiv
De AIVD herhaalt in het jaarverslag opnieuw zijn kritiek op de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Zowel de AIVD als de MIVD vindt dat die niet meer voldoet. De diensten hebben voornamelijk moeite met het toezicht dat voorafgaand aan een operatie moet plaatsvinden. Als een hacker van apparaat wisselt en de AIVD wil het nieuwe apparaat hacken, moet de dienst opnieuw toestemming vragen van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden. "Dat kan tijdsintensief zijn, omdat zo’n verzoek grondig moet worden onderbouwd. Kwaadwillende hackers kunnen uit beeld verdwijnen als de AIVD niet tijdig toestemming krijgt om ook via nieuwe infrastructuur het spoor te kunnen volgen tot de bron", schrijft de dienst. Begin april is er een tijdelijke wet ingediend die dat moet verbeteren.
Die bevoegdheden zouden extra hard nodig zijn omdat Nederland een aantrekkelijk land is voor hackers, zegt de AIVD. "Nederland staat hoog op de lijst van landen waarvan de infrastructuur wordt misbruikt bij cyberaanvallen. Veel statelijke actoren met een offensief cyberprogramma voeren aanvallen bij voorkeur uit via Nederlandse verbindingen en via in Nederland gehuurde servers."