AMD geeft zijn blauwe concurrent met de Ryzen 5000-processors onbetwist het nakijken. De Ryzen 3000-serie nam al de leiding in een groot deel van de workloads die goed schalen met bandbreedte, maar de nieuwe, op Zen 3 gebaseerde chips veroveren ook Intels laatste bastion: dat van de latencygevoelige workloads, met gaming voorop.
AMD pakt de leiding in games
Om maar meteen in dat laatste te duiken: de Ryzen 5000-processors pakken met overmacht de leiding in onze gamebenchmarks. Waar de Core i9 10900K nog een comfortabele voorsprong had op de Ryzen 9 3900XT, verslaan alle vier de nieuwe AMD-processors Intels vlaggenschip. Eenzelfde beeld zien we in uitgesproken singlethreaded workloads, zoals het omzetten van audio en webbrowsing. De 10900K was in dergelijke tests tot dusver het snelst, maar wordt omvergelopen door het geweld van AMD.
De prestatie van AMD is des te knapper omdat de nieuwe processors nog altijd worden gebakken op het 7nm-proces van TSMC, dat ook al werd gebruikt voor de voorgaande serie. Kleine procesverbeteringen daargelaten komt de volledige prestatiewinst dus uit het slimmere ontwerp, zowel van de cores zelf als van de structuur van de complete processor. Daar komt bij dat het stroomverbruik niet of nauwelijks hoger uitvalt, waaruit je kunt afleiden dat AMD ook op het gebied van efficiëntie een grote stap heeft gezet.
Niet langer budgetkoningen
Wat tot minder enthousiasme zal leiden, zijn de prijsverhogingen die AMD voor deze generatie heeft doorgevoerd. AMD is zich ervan bewust de leidende partij te zijn en dat zie je terug in de prijsstelling. Gevoelsmatig zijn de verhogingen nog wat groter. Dat heeft twee oorzaken; de Ryzen 3000-serie is sinds zijn release stevig in prijs gedaald en de Ryzen 5 3600 heeft (nog) geen opvolger gekregen, terwijl dat prijstechnisch veruit het interessantste model was.
Doordat de nieuwe processors geen nieuwe moederborden vereisen, wordt AMD's socket AM4-platform alleen maar aantrekkelijker. Wil je bijvoorbeeld nog even afwachten of de prijzen net zo gaan dalen als bij de vorige generatie, dan kan je alvast starten met een aantrekkelijk geprijsde Ryzen 3000-chip in bijvoorbeeld een B550-moederbord. Upgraden naar een Ryzen 5000 kan later door uitsluitend de processor te vervangen, waarbij je naar maximaal 16 cores kunt gaan. Vergelijk dat met Intel: instappen in de huidige generatie vereist een prijzig 400-serie moederbord, terwijl de snelste chip het met tien cores moet doen.
AMD had met de Ryzen 3000-processors al een sterk aanbod, maar met de nieuwe serie is een AMD-processor voor praktisch elke pc-gebruiker de beste keuze, óók voor de die-hard gamer. Helaas weet de cpu-ontwerper dat zelf ook en aangezien Intel volgens de geruchten pas volgend jaar met nieuwe desktop-cpu's komt, moeten we vermoedelijk gaan wennen aan de hogere prijzen. Dat is nu eenmaal de luxe die je hebt als fabrikant van de begeerlijkste hardware van dit moment.