Inleiding
Pas op voor de Drone Slayer. De Amerikaan William Merideth vond het in 2015 welletjes toen een drone boven zijn grond vloog. Met een gericht schot hagel uit zijn shotgun schoot hij het ding uit de lucht. Volgens hem werd de drone gebruikt om zijn zestienjarige dochter te bespioneren tijdens het zonnebaden. De autoriteiten waren niet blij met zijn handelen; de ‘dronevernieler’ werd gearresteerd en door de staat Kentucky aangeklaagd. Merideth werd van alle aantijgingen vrijgesproken, mede omdat enkele getuigen hadden verklaard dat de drone onder de boomgrens vloog en daarmee de privacy van Merideth en zijn familie had geschonden.
Hoe leuk drones en hoe mooi de eventuele geschoten beelden ook mogen zijn, niet iedereen is blij met de apparaten en de manier waarop ze worden gebruikt. Dat heeft niet alleen te maken met eventuele privacybezwaren of het onprettige, zoemende geluid dat de rotoren doorgaans maken, maar vooral ook met de veiligheid. Een uit de lucht vallende DJI Spark van nog geen 300 gram kan, afhankelijk van de vlieghoogte, al een aardige klap veroorzaken, laat staan een naar beneden tuimelende Phantom 4 van 1400 gram.
/i/2001711561.png?f=imagenormal)
Er zijn nog veel grotere veiligheidsrisico’s. Drones kunnen door terroristen worden gebruikt, maar een reëler gevaar bestaat uit de problemen die drones voor het reguliere vliegverkeer kunnen veroorzaken. De ruiten van vooral sportvliegtuigjes en helikopters zijn veelal niet bestand tegen een botsing met een drone. En als een op afstand bestuurbaar vliegtuigje in aanvaring komt met de rotorbladen van een helikopter of in de motor van een lijnvliegtuig wordt gezogen, zijn de mogelijke gevolgen niet te overzien. Er zijn diverse gevallen geweest waarbij dronevliegers gevaarlijk dicht in de buurt kwamen van landingsbanen. En in 2015 besloten enkelen met hun vliegmachines boven een Californische natuurbrand te vliegen, waarschijnlijk om mooie beelden van de vlammenzee te maken. Een gevolg was dat blusvliegtuigen niet meer konden opstijgen. Uiteindelijk brandde 36.000 hectare af.
Om dergelijk ongewenst dronegebruik tot een minimum te beperken, heeft de overheid een heel scala aan regels ingesteld, waardoor drones zich bijvoorbeeld moeten houden aan een maximale vlieghoogte. Verder zijn er nogal wat no-flyzones rondom vliegvelden en boven bebouwde gebieden zijn dronevluchten ook verboden. Fabrikanten helpen mee door het doorvoeren van geofencing-software, en dan is er allerlei antidronetechnologie ontwikkeld, waarmee drones van eventuele overtreders kunnen worden neergehaald. Wat zijn precies de huidige regels en hoe gaan die op termijn veranderen? Mag je je in Nederland een 'droneverwoester' wanen en een drone boven je eigen tuin uit de lucht schieten? En wat voor technologie is er ontwikkeld om drones uit de lucht te halen?
Bestaande en nieuwe regels
Het is dus niet gek dat er regels gelden voor dronegebruik onder consumenten. Voor drones die niet bedrijfsmatig worden gebruikt, is de belangrijkste regel het vliegplafond van 120 meter. Je mag echter lang niet overal tot een dergelijke hoogte vliegen. Utrechtenaar Jelte Keur maakte in 2014 beelden van de Domtoren in de mist met een DJI Phantom 2. Het indrukwekkende filmpje is inmiddels meer dan een miljoen keer bekeken, maar uiteindelijk kreeg hij een boete van 350 euro. Boven steden en dorpen mag namelijk in principe in zijn geheel niet worden gevlogen, tenzij daarvoor een ontheffing is verleend, en die had hij niet.
De boetes die je kunt krijgen, lopen uiteen van grofweg driehonderd tot achtduizend euro, afhankelijk van de situatie. Breng je opzettelijk het vliegverkeer in gevaar, dan kan de straf nog vele malen hoger uitvallen. Naast het verbod om boven aaneengesloten bebouwing te vliegen, mogen drones ook niet zweven boven havens, wegen, industriegebieden of mensenmassa’s. Vliegers moeten altijd de drone in hun gezichtsveld houden, zonder dat obstakels het zicht op de drone verhinderen, en vliegen als er geen daglicht meer is mag sowieso niet.
Er zijn aardig wat beperkingen voor hobbymatig vliegen met drones en als het aan de regering ligt, wordt dat allemaal nog een stuk strenger. Begin april 2017 heeft staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu een brief over een voorstel voor de aanpassing van de Regeling modelvliegen aan de Tweede Kamer gestuurd en de kans is vrij groot dat dit voorstel wet wordt. In mei is er een internetconsultatie geweest, waarbij iedereen zijn mening kon geven over de voorgestelde regels. Daar zouden nog wijzigingen uit kunnen komen.
De belangrijkste nieuwe regels zijn een verlaging van het vliegplafond van 120 naar 50 meter en een beperking van het vliegbereik tot 100 meter. Wat dit laatste punt betreft geldt tot nu toe enkel de voorwaarde dat de drone te allen tijde in het zicht moet worden gehouden; een afstandsbeperking is er op dit moment niet. Verder moeten drones volgens de voorgestelde regels op een afstand van minimaal 50 meter blijven van mensenmassa’s, bebouwing en wegen.
/i/2001711615.png?f=imagenormal)
De achterliggende gedachte bij de aangescherpte regels is tweeledig. Enerzijds worden de regels voor recreatief gebruik veranderd om ze in lijn te brengen met de regels voor beroepsmatige dronevliegers. De voorgestelde strengere regels, zoals het vliegplafond van vijftig meter en het maximale vliegbereik van honderd meter, gelden namelijk al voor beroepsmatige dronevliegers die een ‘ROC-light’-vergunning hebben. Dit is een regeling voor professioneel gebruik met een drone van maximaal vier kilogram, waarbij de vlieger onder andere een theorie-examen moet afleggen, ontheffingen nodig heeft en de drone moet registreren.
Daarnaast is het verhogen van de veiligheid een reden voor de aanscherping van de regels. In de in mei gehouden internetconsultatie over de aangepaste regels, gaf het ministerie aan te verwachten dat er straks minder meldingen komen van dronevluchten in de buurt van bemande luchtvaartuigen. Tegelijk vindt de staatssecretaris dat de nieuwe, strengere regels nog niet alle ‘potentiële risico’s’ wegnemen. In de brief wijst ze erop dat drones die tot een hoogte van vijftig meter mogen vliegen, nog altijd problemen kunnen veroorzaken voor militaire helikopteroperaties en traumahelikopters.
Kritiek op nieuwe regime
Wiebe de Jager, dronekenner, auteur van boeken over dronefotografie en beheerder van de website Dronewatch, heeft bezwaar aangetekend tegen de nieuwe regels. Hij is er niet blij mee en ziet veel meer in bijvoorbeeld extra voorlichting. “Dat werkt beter dan inzetten op handhaving. Nog steeds kun je in de elektronicazaak op de hoek en op Schiphol behoorlijk serieuze drones kopen, maar qua voorlichting is het allemaal erg summier. Wellicht is het een idee om een soort brommerrijbewijs voor de wat zwaardere drones in te voeren, waarbij je eerst een theorie-examen moet doorlopen voordat je met je drone mag vliegen”, aldus De Jager. Ook vindt hij dat media zich beter moeten verdiepen in de regels. “Te vaak zie je nog prachtige, maar zwaar illegale dronevideo's op websites van kranten of in tv-programma's voorbijkomen. Daardoor denkt iedereen dat het geen probleem is dat je boven mensen of bebouwing vliegt, terwijl dat toch echt niet de bedoeling is.”
/i/2001711555.png?f=imagenormal)
Daarnaast wijst hij op de mogelijkheid van een verplichte droneregistratie, zodat de eigenaar kan worden opgespoord als het een keer misgaat. Een dergelijk registratiesysteem, inclusief een verplicht veiligheidsexamen, wordt op termijn ingevoerd in het Verenigd Koninkrijk. In de VS bestond een registratiesysteem al, al is dat in mei 2017 door een federale rechter buiten werking gesteld. Staatssecretaris Dijksma heeft eerder gezegd niet veel te zien in een registratiesysteem, omdat het volgens haar geen wezenlijke bijdrage levert aan het verbeteren van de veiligheid; volgens Dijksma heeft registratie pas nut als drones in de lucht via id-chips en een volgsysteem kunnen worden geïdentificeerd en gevolgd. DJI heeft onlangs nog een dergelijk systeem onthuld: AeroScope. De autoriteiten kunnen dit systeem bijvoorbeeld bij een vliegveld installeren, waardoor DJI-drones die te dicht bij de luchthaven komen, kunnen worden gevolgd en geïdentificeerd. Dat gaat via het opvangen van de radiosignalen tussen de drone en de afstandsbediening van de dronevlieger.
De Jager heeft vanuit de wandelgangen begrepen dat de nieuwe regels misschien nog voor het einde van dit jaar worden ingevoerd. Hij is vooral ontevreden over de maximale vliegafstand van honderd meter. “In de praktijk zit je daar zo aan. Het is inherent aan dronevliegen dat je vaak wilt fotograferen of filmen op plekken waar je te voet niet bij kunt. Als er dan een afstandslimiet moet komen, zet die dan op minstens 250 meter. Dat scheelt al heel wat en is in veel gevallen al wel voldoende.” De beperking van de vliegafstand tot honderd meter is volgens De Jager vooral een probleem voor fixed-wingdrones, zoals de Parrot Disco en modelvliegtuigjes. Op speciale, voor de modelvliegsport bestemde terreinen gelden vrij ruime regels, maar buiten zulke terreinen gelden die niet. “Deze toestellen hebben net als een vliegtuig voorwaartse snelheid nodig om überhaupt te kunnen vliegen. Dan is honderd meter echt niet veel. Dat heb je alleen al nodig om op te stijgen”, zegt De Jager.
/i/2001711607.jpeg?f=imagenormal)
De Jager vindt in ieder geval dat de Nederlandse politiek te weinig kennis van zaken heeft en zich te veel heeft laten leiden door externe partijen. Hij ziet de nieuwe regels vooral als maatregelen voor de bühne, die veelal geen oplossing zijn, mede omdat de ‘cowboys’ toch maling zullen hebben aan de regels. “Als er dadelijk inderdaad een limiet van honderd meter ver en vijftig meter hoog komt, dan denk ik dat veel mensen er de brui aan geven. Het grote probleem is ook dat mensen simpelweg niet snappen wat dit nog met veiligheid te maken heeft, en ik kan ze daar in veel gevallen geen ongelijk in geven. Dat je niet bij vliegvelden of boven bebouwing, mensen en wegen moet vliegen, dat valt nog wel uit te leggen. Maar waarom je dadelijk in de polder of boven water niet verder dan honderd meter mag vliegen, dat begrijpt echt geen mens.”
Antidronemiddelen: van vogel tot luchtbuks
Toen Feyenoord in mei werd gehuldigd voor het behalen van het landskampioenschap, was er ook een zeearend van de partij. Niet als mascotte of voor een vogelshow, maar om eventuele overvliegende drones uit te de lucht te halen. De politie heeft sinds september 2016 een aantal arenden paraat om drones te onderscheppen. Tijdens de huldiging in Rotterdam hoefde de roofvogel uiteindelijk niet in actie te komen, maar anders had hij met zijn sterke klauwen een willekeurige quadcopter gegrepen en uit de lucht gehaald. Een van de voordelen van de arend is dat de drone letterlijk uit de lucht wordt gehaald en dus niet uit de lucht valt, waarbij het apparaat op mensen terecht kan komen.
©ANP / Robin van Lonkhuijsen
Geluid, licht en andere technieken
Er zijn meer manieren om ongewenste drones onschadelijk te maken. Zuid-Koreaanse onderzoekers beschreven in augustus 2015 een methode om drones uit te schakelen met geluid op een bepaalde frequentie. Er ontstaan dan trillingen die storingen veroorzaken in de gyroscopen van sommige drones, waardoor ze neerstorten. Dit bleek echter alleen te werken bij drones met goedkope gyroscopen. Duurdere gyroscopen, met eigen frequenties die buiten het hoorbare spectrum liggen, bleken niet vatbaar voor de geluidsgolven. Een andere beperking was het feit dat de onderzoekers de technologie hadden getest door een bluetooth-speaker aan een drone vast te binden. Bij het onderzoek is niet getest of het neerhalen van drones ook werkt door geluidsgolven van een afstand op drones te richten. De onderzoekers denken dat dan geluid van 140 decibel nodig is. Geluidskanonnen die dit kunnen produceren, bestaan al en worden onder meer ingezet tegen relschoppers.
Naast geluid kan ook licht een wapen vormen tegen drones. De Amerikaanse marine heeft in juli 2017 met succes een laserwapen getest dat onder andere tegen drones kan worden ingezet. Het systeem, genaamd LaWS of Laser Weapon System, bestaat uit een infrarode, dus onzichtbare laser van dertig kilowatt, een wapensysteem, een radar, een volgsysteem, een computer om het wapen te bedienen en een generator voor de stroomvoorziening. Met een bemanning van drie kan het veertig miljoen dollar kostende wapen bediend worden. Het is met succes getest op een drone. De vleugel van het vliegende toestel werd aangestraald en lichtte op, doordat de temperatuur in een oogwenk tot grote hoogte steeg. De drone was hier niet tegen bestand en tuimelde in zee.
Het Laser Weapon System. ©ANP / John F. Williams
Een andere methode is het blokkeren van de signalen waarmee de drone wordt bestuurd. Er bestaan speciale geweren die radiosignalen op drones afvuren waarmee de wifi- en gps-signalen worden gestoord. Als dat gebeurt, kan de drone, afhankelijk van hoe de dronesoftware is geprogrammeerd, doelloos en stil in de lucht blijven hangen, terugvliegen of direct de landing inzetten. Het risico bestaat wel dat de drone onbestuurbaar wordt en crasht. Onder andere Airbus werkt, in samenwerking met start-up Dedrone, aan een dergelijke technologie waarbij de communicatie tussen drone en piloot wordt verstoord.
Er bestaan ook minder geavanceerde manieren, zonder al te veel technologische hoogstandjes, om drones uit te schakelen. Netguns zijn ‘wapens’ die een vangnet in de gewenste richting katapulteren, in een poging de drone te vangen en binnen te halen. Hoewel het werkt, is het niet het betrouwbaarste antidronemiddel en is het bereik beperkt. De politie van Tokio maakt ook gebruik van vangnetten, maar hangt deze dan onder een relatief grote drone. Het Nederlandse bedrijf Delft Dynamics heeft daar een variant op ontwikkeld, de DroneCatcher; een drone schiet vanaf een afstand een vangnet op een andere drone, waarmee het doelwit wordt uitgeschakeld en aan een parachute naar beneden zweeft.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
De DroneCatcher
Drone versus luchtbuks
In plaats van een geavanceerde laser kan een veel simpeler middel worden gebruikt tegen drones. Een Nederlandse rechter heeft zich moeten buigen over de praktijken van een ‘droneverwoester’, die gewapend met een luchtbuks een drone aan gruzelementen schoot. De situatie was enigszins vergelijkbaar met die in Amerika; een dronebezitter vloog met zijn toestel boven het perceel van zijn buren, tot de buurjongen daar genoeg van kreeg, zijn luchtbuks pakte en de trekker overhaalde.
De eigenaar eiste vergoeding van de op ruim duizend euro getaxeerde schade. De schutter vond dat het laten vliegen van de drone boven zijn grond niet mocht, omdat daarmee zijn privacy werd geschonden. De rechter kwam tot de conclusie dat het vliegen met de drone tot de situatie leidt dat de buren zich bespied kunnen voelen. Dit is onrechtmatig, mede omdat de dronevlieger volgens de rechter geen rechtvaardiging heeft aangevoerd voor de inbreuk op de privacy. Overigens vindt de rechter dat het daarbij niet uitmaakt of er daadwerkelijk beelden zijn geschoten met de camera en of deze kan inzoomen; de onzekerheid daarover brengt een gevoel van onvrijheid met zich mee.
In een vervolg op de eerdere rechtszaak oordeelde de rechter dat de familie van de schietende buurjongen ook blaam treft, want schieten op andermans eigendom en daarmee toebrengen van schade, is evenmin toegestaan. De rechter oordeelde dat beiden vijftig procent van de schade moeten dragen, mede omdat de inbreuk op het recht van privacy in dit geval niet minder of zwaarder is dan de inbreuk op het eigendomsrecht van de dronevlieger. Kortom, aspirant-dronevernielers zijn gewaarschuwd; neem vooral geen al te dure drone op de korrel.
Tot slot
Het net lijkt zich steeds meer te sluiten rond dronevliegers die in alle vrijheid hun hobby willen uitoefenen. De overzichtskaart van Nederland met daarop alle no-flyzones en de gebieden met speciale restricties maakt duidelijk dat aanzienlijke delen van Nederland verboden terrein zijn voor recreatieve dronevliegers. Zo zijn grote gebieden rondom Eindhoven aangemerkt als zogeheten Control Region, een gebied waar het luchtruim wordt beheerd, zodat vliegtuigen veilig kunnen opstijgen en landen van vliegveld Eindhoven. Hier is het gebruik van een drone verboden, net zoals dat het geval is rondom bijvoorbeeld Schiphol en in de regio Rotterdam. En met de huidige plannen voor de uitbreiding van vliegveld Lelystad zal het aantal verboden gebieden in bijvoorbeeld Flevoland, Gelderland en Overijssel waarschijnlijk flink toenemen.
Mensen in de regio Eindhoven hebben overigens niet zoveel aan het ‘ontvluchten’ van de Control Region door over de grens bij de zuiderburen te gaan vliegen. Een recreant mag daar met een maximaal 1kg zware drone enkel boven eigen terrein vliegen en slechts tot een hoogte van tien meter.
De no-fly zones en andere gebieden waar restricties gelden
Over enkele jaren komen er nieuwe Europese droneregels in de plaats van de regels van de nationale EU-lidstaten. Deze gaan uiteindelijk ook allemaal in België en Nederland gelden. Er komen dan verschillende classificaties voor drones op basis van hun gewicht, waarbij de tweedeling tussen recreatief en professioneel gebruik verdwijnt. Hobbyisten kunnen onder de voorgestelde nieuwe regels waarschijnlijk weer tot 120 meter hoog vliegen en zolang de drone in het zicht blijft, is er geen beperking van de maximale afstand. Deze regels verkeren echter in een conceptfase, dus veel is nog onzeker. Ze worden waarschijnlijk pas in 2020 van kracht, waarbij nationale overheden overigens wel enige ruimte voor eigen invulling overhouden.
Wat de Europese politici ook gaan beslissen, vooralsnog moeten we het doen met de nationale regels. Deze gaan op termijn waarschijnlijk weer veranderen en voor veel consumenten zijn de huidige regels al niet duidelijk. Zo mag er niet worden gevlogen boven een mensenmenigte, maar over hoeveel mensen het dan precies gaat, staat niet in de wet. En wanneer geldt iets als 'aaneengesloten bebouwing'? En dan is er nog een lappendeken van speciale zones in Nederland met vliegverboden of waar speciale regels gelden, zoals de rust- en foerageergebieden voor vogels en zeehonden in Zeeland.
Of de regels straks echt strenger worden en wat de EU voor veranderingen gaat introduceren, is nog ongewis, maar vooralsnog is de trend duidelijk; er mag steeds minder. In het wilde weg vliegen is er niet meer bij, althans, als ook de handhaving wordt verbeterd. Het lukte de Italiaanse politie niet om een onlangs bij het Vaticaan gesignaleerde drone te traceren, ondanks de inzet van hordes agenten en een helikopter. Politiearenden kunnen wel werken tijdens speciale evenementen, maar probeer de eenzame dronevlieger die de regels overtreedt, maar eens in de kraag te vatten, als hij al wordt opgemerkt.
Tweakers Magazine
Dit artikel verscheen eerder al in het Tweakers magazine, dat elke twee maanden verstuurd wordt naar alle Hero- en Elite-abonnees. Wil jij dit soort artikelen ook als eerste lezen en daarnaast profiteren van alle voordelen die een abonnement biedt, check dan de Aboshop voor meer info. Je bent al Hero-abonnee vanaf 3,75 euro per maand. Jullie steun wordt enorm gewaardeerd.