Uit een Brits onderzoek is gebleken dat drones en helikopters die met elkaar in aanvaring komen, tot aanzienlijke schade kunnen leiden. De voorruiten van de cockpit van helikopters zijn veelal niet of niet goed bestand tegen een botsing met een drone.
Het doel van het onderzoek was het vaststellen van de gevolgen van een luchtbotsing tussen een drone en een helikopter of vliegtuig. Daarbij is specifiek gekeken naar wat de minimale snelheid is van verschillende soorten vliegtuigen waarbij een botsing zou leiden tot kritieke schade aan componenten. Kritieke schade werd in het onderzoek omschreven als grote structurele schade aan een component van een vliegtuig of het breken van een voorruit van de cockpit.
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat voorruiten van helikopters die niet zijn gecertificeerd om botsingen met vogels te doorstaan, al bij heel lage kruissnelheden slechts in heel beperkte mate bestand zijn tegen een botsing met een drone. Deze bevinding geldt ook voor andere typen vliegtuigen met voorruiten die niet gecertificeerd zijn.
Cockpitruiten die wel gecertificeerd zijn om een impact van een vogel te doorstaan, zijn beter bestand tegen een botsing, maar ook deze ruiten blijken kwetsbaar en konden kritieke schade oplopen bij een botsing tijdens normale kruissnelheden. De rotorbladen van een staartrotor van een helikopter blijken ook een punt van zorg: deze zijn erg kwetsbaar tijdens een botsing. In zijn algemeenheid kunnen dronecomponenten aanzienlijk meer schade veroorzaken dan vogels met een vergelijkbare massa; deze schade door drones kan al optreden bij snelheden die in geval van een botsing met een vogel nog niet tot problemen zouden leiden.
De ruiten bij reguliere passagiersvliegtuigen blijken veel sterker. Volgens het onderzoek is er tijdens een botsing met een drone met een gewicht van ongeveer 1,2 kg geen gevaar voor kritieke schade aan de voorruiten, ook niet als de botsing plaatsvindt tijdens een vluchtfase met hoge snelheden. Er blijkt echter wel een risico op kritieke schade aan de ruiten te bestaan op het moment dat er tijdens dezelfde hoge snelheid een botsing optreedt met een drone van ongeveer 4 kg.
Het gewicht van drones speelt dus een rol, maar minstens zo belangrijk zijn de constructie van de desbetreffende drone en de gebruikte materialen. Het onderzoek claimt dat componenten afkomstig van drones uit een gewichtsklasse van zo'n 400 gram, inclusief metalen motoren, tijdens een botsing al op een lagere snelheid kunnen leiden tot een gebroken voorruit van een helikopter. Dit was bijvoorbeeld niet het geval bij componenten afkomstig van 1,2 kg zware drones, waarbij de motoren waren bedekt met een bescherming van plastic.
Het onderzoek is uitgevoerd door Qinetic, een geprivatiseerde Britse producent van defensiematerieel, en Natural Impacts, een onderzoekbureau dat is gespecialiseerd in het doen van tests waarbij de impact van projectielen of voertuigen op materialen wordt onderzocht. De twee bedrijven hebben het onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Britse Ministerie van Transport, de Britse militaire luchtvaartautoriteit en de Britse pilotenvereniging. De bevindingen komt voort uit computermodellen en geënsceneerde botsingen met een gaskanon, welke zijn uitgevoerd in het laboratorium.
Op de bevindingen uit het onderzoek is kritiek gekomen van dronefabrikanten. Zij wijzen onder meer op de beperking in de gebruikte methode. Zo is er tijdens de tests geen echte drone gebruikt, omdat die niet paste in het gaskanon dat voor het nabootsen van botsingen met een nagebouwde cockpit werd gebruikt. In plaats daarvan werden er projectielen bestaande uit droneonderdelen gebruikt. Op basis van de resultaten van deze tests zijn er computermodellen gemaakt voor nadere experimenten.