Wat is de Switch?
In zekere zin kun je Nintendo de moedigste van de drie overgebleven consolebouwers noemen. Waar Sony en Microsoft simpelweg gaan voor de krachtigste hardware die ze voor een redelijk bedrag op de markt kunnen zetten, probeert Nintendo steeds met iets origineels op de proppen te komen. Het gaat niet om de spierballen, maar om de gameplay, lijkt het adagium van de Japanners. Die koers leverde groot succes op voor de Wii, maar sloeg minder hard aan bij opvolger Wii U. Nu waagt Nintendo een nieuwe gok, met de Switch. Dit apparaat verschijnt op 3 maart in de winkels.
De Switch is een combinatie van een console en een handheld, of zoals Nintendo het omschrijft: 'een console die je mee kunt nemen'. In werkelijkheid is de Switch een console in tabletvorm, geleverd met een docking station. Dat docking station voegt niets toe aan de rekenkracht van de Switch. De rekenkracht moet dus volledig uit de tablet komen. De meest opvallende eigenschap van de Switch is dat de tablet is voorzien van de nodige knoppen om de games te bedienen, en dat die knoppen zijn geplaatst op los te koppelen zijkanten van de tablet. Als je die zijkanten loskoppelt, blijft het hart van het systeem over: een tablet met een scherm, batterij, gpu, cpu, opslag en aansluitingen. De twee los te koppelen knoppenplankjes kunnen samen als één controller worden gebruikt, maar ook worden gedeeld als twee mini-controllers.
Veelzijdig
Daar komt meteen het belangrijkste kenmerk van de Switch om de hoek kijken: het is een console die op erg veel verschillende manieren kan worden gebruikt. Hij kan als console op een tv worden aangesloten, of als tablet voor onderweg worden gebruikt. Je kunt hem met knoppen aan de zijkanten van de tablet gebruiken, met de twee delen van de controller als één geheel, met beide helften los van elkaar zodat ze door twee spelers kunnen worden bediend, en je kunt de twee helften van de controller ook vervangen door een los aan te schaffen Wireless Pro Controller. Er is zelfs ruimte om externe accessoires, zoals een stuurwiel, aan te sluiten. De tablet kan overweg met wifi 802.11 a, b, g, n en ac, en met bluetooth 4.1. Bovendien is de tablet voorzien van usb-c, en de dock ook van drie aansluitingen van het standaard Type A, waarvan er eentje met usb 3 overweg kan.
Daarmee zijn we er nog niet. De Switch kan dus via het dock op een tv worden aangesloten, maar hij kan ook in de hand worden gehouden. Aan de achterkant van de tablet zit het klepje van de micro-sd-kaart, dat tevens dient als uitklapbare standaard zodat de tablet als los neer te zetten scherm wordt gebruikt en er met een losgekoppelde controller kan worden gespeeld. Er zijn dus nogal wat mogelijkheden. De Switch is een flink veelzijdig apparaat, en de vraag is natuurlijk of al die mogelijkheden echt uit de verf komen.
/i/2001421933.jpeg?f=imagenormal)
De hardware
Voor we daar naar gaan kijken, eerst even de hardware van de Switch. De console is dus eigenlijk een tablet met docking station, en dat komt tot uiting in de specificaties van de console. Het hart van de Switch wordt gevormd door een system on a chip van Nvidia. Het is hoogstwaarschijnlijk dezelfde Tegra X1-soc die Nvidia gebruikt in zijn eigen Shield TV en in Googles Pixel C-tablet. Deze chip is opgebouwd uit vier Cortex A57-kernen, vier Cortex A53-kernen en een gpu van de Maxwell-generatie.
Uit uitgelekte documenten blijkt dat de cpu van de soc draait op 1,02 GHz, de gpu op 307,2 MHz en dat het geheugen een kloksnelheid heeft van 1331,2 MHz. Precies wat van een X1 verwacht mag worden. Ontwikkelaars kunnen ervoor kiezen om de console in Normal Mode of in Boost Mode te gebruiken. In dat laatste geval blijft de snelheid van de cpu gelijk, maar kan voor de gpu worden gekozen voor 384 MHz.
Als de console in het dock is geplaatst, kan de hardware dankzij de aanwezigheid van netvoeding en betere koeling hoger worden geklokt. De maximale gpu-snelheid wordt dan verhoogd naar 768 MHz en het geheugen wordt in die situatie geklokt op 1600 MHz. Dat stelt de Switch in staat om bijvoorbeeld een hogere resolutie te gebruiken. Voor een handheld zijn het indrukwekkende cijfers, maar uiteraard zijn ze niet vergelijkbaar met de snelheden die een PlayStation 4 of Xbox One halen.
Situatie |
Kloksnelheid cpu |
Kloksnelheid gpu |
Kloksnelheid geheugen |
Los |
1,02 GHz |
307,2 MHz / 384 MHz |
1331,2 MHz |
In dock |
1,02 GHz |
307,2 MHz / 384 MHz / 768 MHz |
1331,2 MHz / 1600 MHz |
/i/2001421931.jpeg?f=imagenormal)
Die configuratie moet het ingebouwde lcd-scherm aansturen, dat een diagonaal heeft van 6,2 inch en een maximale resolutie van 720p. Het scherm is daarmee even groot als dat van de GamePad van de Wii U. Als de Switch op een tv aangesloten wordt, kan hij maximaal 1080p uitsturen, al zal niet elke game daar gebruik van maken. The Legend of Zelda: Breath of the Wild, de belangrijkste game die tegelijk met de Switch op de markt komt, haalt op tv bijvoorbeeld 'slechts' 900p, bij 30 frames per seconde.
Warm
Nu we het toch over Zelda hebben: het is de enige game die bij ons testexemplaar van de Switch werd geleverd, en dus ook de enige game die we uitgebreid hebben kunnen spelen. Daarbij viel op dat de Switch moeite heeft met het in beeld brengen van de game. Zeker als de console de tv aan moet sturen, kan de tablet flink warm worden. Nintendo is zo slim geweest om actieve koeling in te bouwen, waarbij de lucht wordt afgevoerd via de bovenkant van de handheld, die boven de dock uitsteekt. Toch wordt het deel dat in de dock steekt flink warm. De temperatuur loopt op tot 45 graden. Je hebt het ding op dat moment uiteraard niet vast, en de temperatuur daalt gelukkig snel als je de Switch als tablet gebruikt.
/i/2001421915.jpeg?f=imagenormal)
Frame-drops
Er is meer waar je aan kunt merken dat de Switch moeite heeft met het in beeld brengen van Breath of the Wild. De game draait op 30 frames per seconde, maar weet die snelheid niet constant vast te houden. We zagen zeer regelmatig frame drops, met name als er veel gras in beeld is of er veel particles zichtbaar zijn. Op zulke momenten kan de snelheid gemakkelijk onder de 20 fps zakken. Het zijn dips, korte drops die hooguit een seconde duren, maar ze zijn duidelijk waarneembaar en komen zeer regelmatig voor.
Breath of the Wild is een open spelwereld met een flinke omvang en met spectaculaire vergezichten. Met die vergezichten had het systeem gelukkig geen moeite, maar duidelijk is wel dat Zelda de capaciteit van de Switch flink op de proef stelt. Terwijl, zeker op tv, de grafische kwaliteit van het beeld niet is om over naar huis te schrijven. Zoals gezegd zijn de vergezichten indrukwekkend, maar dat gaat ten koste van het detail in beeld. Alles ziet er behoorlijk grofkorrelig uit, en zeker wat anti-aliasing betreft valt er nog veel te winnen. Wellicht kan het euvel met een patch nog verholpen worden en wellicht hebben andere games er minder last van. Wat dat betreft is Breath of the Wild, met z'n open spelwereld en met een oorsprong op de Wii U, misschien niet de beste game om de Switch mee op de proef te stellen, maar het is wel de meest aansprekende game uit het aanbod bij de introductie. En daarmee toch de game die de meeste aandacht trekt. Er staat bovendien een day one patch klaar voor de Switch. Die is pas op 3 maart beschikbaar en hebben we dus niet kunnen testen. Wellicht dat die de prestaties verbetert.
Frameratedrops in The Legend of Zelda: Breath of the Wild
Gelukkig zijn games ook op het scherm van de Switch zelf te bekijken, en dan ziet alles er opeens beter uit - al komt dat met name doordat er nu eenmaal minder details zichtbaar zijn op een kleiner scherm. De grove vormen en gekartelde randen vallen veel minder op. De fps-drops zijn echter ook merkbaar als in tabletvorm wordt gespeeld. De Switch wordt daarbij overigens wel merkbaar minder warm. Dat komt niet alleen door betere koeling, maar waarschijnlijk ook door de lagere resolutie. Diezelfde lagere resolutie kan drops in framerate dus helaas niet voorkomen.
De configuratie bestaat verder uit 4 GB LPDDR4-ram en 32 GB eMMC nand-opslag. Die is uit te breiden met een micro-sd-kaart van maximaal 2 TB. Uit de eerste foto's van de binnenkant van de Switch blijkt dat de opslag niet op het moederbord van het apparaat is gesoldeerd, maar op een apart bordje. Het is een custom-made bordje, dus het is niet zo dat je het zelf gemakkelijk kunt vervangen door een bord met meer geheugen. Nintendo kan op deze manier echter wel gemakkelijk een Switch op de markt brengen met meer opslagcapaciteit. Daar hoeft het moederbord niet voor op de schop.
/i/2001421929.jpeg?f=imagenormal)
Batterijduur
De console heeft een batterij met een capaciteit van 4310mAh aan boord. De levensduur daarvan is sterk afhankelijk van de games die je speelt, en uiteraard ook van de mode die ontwikkelaars kiezen. We hebben het niet kunnen testen, omdat Breath of the Wild geen gebruik lijkt te maken van Boost Mode. We hebben uiteraard wel getest hoe lang de batterij van de Switch het uithoudt als een game wordt gespeeld. Bij een duurtest van Breath of the Wild hield de handheld het 3 uur en 35 minuten vol. Daarbij hebben we de automatische helderheid uitgeschakeld en de helderheid ingesteld op 50 procent. Op volle helderheid houdt de Switch het precies 2 uur en 35 minuten vol. De meting was bij mobiel gebruik, met de twee Joy-Con-controllers aangekoppeld. Dat laatste zorgt er overigens niet voor dat de batterij sneller leeg raakt. De twee delen van de controller hebben ieder een eigen batterij, met een capaciteit van 525 mAh. De batterijen van de handheld en de controllers zijn niet vervangbaar.
Goed idee
Tot zover de specificaties van de Switch. Bij een console als de Switch is het uiteraard niet alleen de vraag hoe veel frames per seconde de tablet kan leveren. Er is meer dan pure rekenkracht. De vraag is misschien vooral hoe het spelen op de Switch bevalt. Uiteraard hebben we de Switch bij zo veel mogelijk mensen op het Tweakers-hoofdkwartier in handen gegeven, om op die manier zo veel mogelijk meningen te verzamelen.
In de bevindingen van de vele collega's valt een lijn te ontdekken. In eerste instantie is iedereen enthousiast over het idee van een nieuwe console van Nintendo, waarvoor ongetwijfeld nog een nieuwe editie van alle Nintendo-klassiekers zal verschijnen. Niet alleen een nieuwe Zelda dus, maar ook een nieuwe Mario Kart en Mario World, en wie weet wat nog meer? Bovendien is er enthousiasme over het idee van een tablet die zowel thuis als onderweg kan worden gebruikt. Wie wil er geen Super Mario World kunnen spelen, zowel thuis als onderweg? Het idee is aantrekkelijk.
Dat enthousiasme blijft niet helemaal overeind zodra de Switch voor het eerst wordt uitgeprobeerd. In de dagen voordat de Switch in de winkel verscheen, was enkel The Legend of Zelda: Breath of the Wild speelbaar. Dat is geen game die alle opties van de tablet ten volste benut. Met name de opties die de Joy-Con-controller biedt, worden door Zelda niet helemaal gebruikt. Vooral de optie om beide helften van de Joy-Con als twee losse mini-controllers te gebruiken, komt in Breath of the Wild niet aan bod, terwijl dat juist een van de meest opvallende toepassingen van de Switch is. Die optie maakt dat je het out of the box tegen een andere speler op kunt nemen, zonder dat je daar een tweede controller voor nodig hebt.
Toch hebben we uiteraard de Joy-Cons getest, zowel aan de Switch gekoppeld als los. In dat laatste geval zijn er opnieuw twee opties, en eigenlijk zelfs drie. Je kunt in elke hand een helft van de Joy-Con houden. Mooier is de optie om de beide helften te voorzien van een klein opzetstukje dat wordt meegeleverd. Dat is een kleine strip die op de halve Joy-Con kan worden geschoven en die de mini-controller van twee extra knoppen voorziet. Het mooie daarvan is dat de helft daarmee een iets volwaardiger controller wordt, met één joystick, een d-pad, twee schouderknoppen en de twee extra knoppen op het opzetstukje. Je mist nog steeds een tweede joystick, dus rondlopen als in een shooter is lastig, maar het geeft genoeg mogelijkheden om een game als Mario Kart te spelen. Nadeel is dat je de losse opzetstukjes kunt kwijtraken. Je gebruikt ze waarschijnlijk niet vaak, en zijn klein genoeg om ergens onder of tussen te verdwijnen.
Lekker bewegen
Een belangrijke functie van de Joy-Con blijft in Breath of the Wild wat onderbelicht, maar is in de nieuwe Zelda wel degelijk erg prettig. Beide helften van de Joy-Con zijn voorzien van motion sensing. De Switch kan de beweging van beide helften waarnemen, en doet dat zelfs behoorlijk accuraat. In Zelda wordt het systeem gebruikt om te mikken met je boog of om de fotocamera te richten die Link bij zich draagt. Vooral bij het richten van pijlen is de functie handig.
Interessanter is wat Nintendo met de functie doet in de vele mini-games van 1-2 Switch, die vrijwel allemaal volledig rond motion sensing zijn opgebouwd. Dan wordt ook de ware aard van de Joy-Con - en daarmee eigenlijk ook van de Switch - duidelijk: het apparaat is gemaakt voor partygames. De Joy-Con heeft nog een andere optie, die in Zelda niet en in 1-2 Switch in slechts één van de vele mini-games wordt gebruikt. In de rechterhelft van de Joy-Con zit een infraroodsensor. Die kan waarnemen hoe ver een voorwerp zich van de controller bevindt, en hij kan zelfs vormen 'zien'. Het is een interessante optie, waar nog weinig mee gebeurt.
Joysticks
Het is prettig dat Nintendo aan zo veel mogelijkheden heeft gedacht, maar het tekent ook een beetje het karakter van de Switch. Op de Switch is het Engelse gezegde Jack of all trades, master of none van toepassing. Vrij vertaald: de Switch kan van alles, maar blinkt nergens in uit. Dat komt onder andere tot uiting bij de controllers. Hoe prettig het ook is dat Nintendo de optie biedt om met twee spelers tegen elkaar te kunnen spelen, het gaat wel ten koste van de kwaliteit van de Joy-Con. Al is dat misschien vooral door de optie om ze los te kunnen koppelen. Het maakt dat de twee helften wat fragiel aanvoelen.
Belangrijker is dat Nintendo de Joy-Con klein heeft gehouden. Logisch voor een handheld, maar uiteraard niet voor een console. Zeker als via de tv wordt gespeeld, valt op dat de knoppen van de Joy-Cons erg klein zijn. Met name de twee joysticks. Die zijn niet alleen klein, wat aan de joysticks vooral tegenvalt is dat ze zo weinig actie hebben. Je kunt ze nauwelijks een kant op duwen, de uitslag is minimaal en als gevolg daarvan geldt dat ook voor de beweging die je in de game wilt maken. Het maakt dat mikken bijvoorbeeld lastig wordt. Het gaat traag en onnauwkeurig, wat te wijten is aan de joysticks van de Joy-Con. Gelukkig kun je in Breath of the Wild ook mikken door de hele handheld te bewegen. De Switch heeft motion sensing, net als de GamePad van de Wii U. Dat verzacht de pijn, maar het neemt niet weg dat de joysticks het zwakste punt van de meegeleverde controller zijn.
/i/2001421939.jpeg?f=imagenormal)
Pro Controller
Er is een oplossing voor. Net als voor de Wii en Wii U brengt Nintendo een Wireless Pro Controller op de markt, een controller die in vorm veel lijkt op die van de PlayStation en Xbox. Een stevig ding met heerlijk grote joysticks die prima voldoen, ook als er gemikt moet worden. Alleen wordt de Pro Controller niet bij de Switch geleverd. Je kunt hem kopen, voor minstens 60 euro. Een flink bedrag, maar voor de wat serieuzere gamer een haast onmisbare aankoop. Wie lekker een paar uur in een game als Zelda wil duiken, wil daar een Pro Controller bij en liever niet met de Joy-Con spelen.
Ook het tussenstuk dat Nintendo bij de Switch levert werkt niet optimaal. Dat tussenstuk is een houder waar de twee helften van de Joy-Con in kunnen worden geschoven. Het tussenstuk heeft twee handgrepen, zodat het geheel aanvoelt als een echte controller. Alleen gaat het dan wel om een smalle variant die eigenlijk iets te klein is voor de gemiddelde Europese hand. Het is erg prettig dat Nintendo het tussenstuk mee levert, zodat je met een redelijk normale controller kunt spelen, maar het tussenstuk neemt het voornaamste bezwaar tegen de Joy-Con - kleine knopjes en vooral kleine joysticks - niet weg. Het blijft dus een halfbakken oplossing.
/i/2001422155.jpeg?f=imagenormal)
Ook om een andere reden is de - uitstekende - Pro Controller een prettiger oplossing. Liefhebbers van de oude Nintendo-games, die hopelijk snel op de Switch kunnen worden gespeeld via de Virtual Console, zullen liever met een Pro Controller spelen. De Joy-Con heeft geen echte d-pad maar vier losse knopjes, net als de face buttons op de rechterhelft van de controller. Dat maakt de beide helften van de Joy-Con gelijkwaardig, wat fijn is als elke helft door een andere speler wordt gebruikt. Wie de oude games van Nintendo gewend is, wil echter liever een d-pad in plaats van vier losse knoppen, en de Pro Controller heeft zo'n d-pad.
Knoppen anders geplaatst
Tot slot toch een positief punt over de bediening van de Switch: Nintendo heeft de indeling van de controllers veranderd. Het volgt nu het voorbeeld van Sony en Microsoft. Dat wil zeggen dat links de joystick bovenaan zit en de d-pad daaronder, en de boel rechts andersom is gepositioneerd: de face buttons boven en de joystick onder. Zowel bij de Joy-Con als bij de Pro Controller hanteert Nintendo die indeling. Bij de Wii U en de voorganger daarvan bevonden beide joysticks zich bovenaan, en de d-pad en face buttons zich daaronder.
Nintendo volgt niet helemaal de standaard. Waar bij Sony en Microsoft de onderste van de vier face buttons dient voor bevestigen, hanteert Nintendo daar nog steeds de rechterknop voor. De onderste is voor annuleren. Wie veel op andere consoles speelt, zal zich ook op de Switch nog steeds af en toe vergissen, vooral nu de indeling van de knoppen verder juist is gelijkgetrokken.
Nog een laatste punt over de constructie van de Switch. Nintendo heeft op de achterkant van de handheld een klepje geplaatst waarachter de micro-sd-kaart schuilgaat. Dat klepje dient ook als standaard, zodat het scherm in tabletvorm rechtop kan worden gezet en je in de trein of het vliegtuig met een losse Joy-Con of de Pro Controller kunt spelen. Handig, zeker als je op die manier op één scherm multiplayer of coöp kunt spelen. Alleen is het klepje wel heel erg slap, en het scharnier klikt heel makkelijk los. Het kan ook best eenvoudig weer worden teruggezet, maar het maakt wel duidelijk dat de constructie niet stevig is. Bovendien zit het klepje op de achterkant van de handheld in de linker benedenhoek, wat maakt dat het geheel topzwaar is als de handheld rechtop wordt geplaatst. Het scherm valt erg gemakkelijk om, en als stand is het klepje eigenlijk onbruikbaar. Het is een klein gebrek dat aan de werking van de Switch verder weinig af doet, maar toch. Goed doordacht is het niet.
Dock
Eenzelfde bedenking hebben we bij het dock van de Switch. Dat is weinig meer dan een plastic houder die de Switch van stroom kan voorzien als het beeld via hdmi naar de tv loopt. De elektronica van het dock past op een printje van krap vijf bij vijf centimeter, een oppervlakte die voornamelijk wordt ingenomen door de vijf poorten. De drie aan de achterkant zijn de belangrijkste: hdmi uit, usb 3 en de usb-c aansluiting van de voeding. Toch heeft het dock nog een belangrijke functie. Hij houdt de Switch overeind als hij in tv-mode een hogere resolutie moet leveren. Dan is het belangrijk dat frisse lucht aan de onderkant van de tablet naar binnen kan stromen, en warme lucht er via de gaten aan de bovenkant van de tablet weer uit kan. Dat is precies wat de dock doet, hij houdt de Switch keurig in de juiste positie. Nintendo heeft de constructie zo gemaakt dat de lucht via de achterkant van de dock naar binnen kan en op de juiste manier door de tablet wordt geleid.
Het meest prettige aan het dock is het gemak waarmee de tablet in de houder geplaatst kan worden. Alle communicatie met de tablet verloopt via de usb-c-aansluiting onderop de Switch. Dus zowel voor voeding als beeld wordt die ene aansluiting gebruikt. Wie een telefoon met usb-c heeft, weet dat het prettig is dat de aansluiting omkeerbaar is, maar zal ook herkennen dat de stekker desondanks niet altijd even makkelijk in het contact wil. De Switch heeft daar echter geen last van. Door een slimme constructie wordt de Switch precies naar het juiste punt geleid, zodat het contact heel gemakkelijk en snel wordt gelegd. Het dock is weliswaar een vrij slap plastic geheel, maar het is goed doordacht en functioneert prima. Overigens: omdat alle communicatie via usb-c verloopt, is het wachten op een verloopstekker die het dock overbodig maakt. Een splitter die de voeding en het videosignaal scheidt kan erg handig zijn, bijvoorbeeld als je op vakantie bent.
/i/2001421927.jpeg?f=imagenormal)
Praktijk
Er is uiteraard meer dan alleen de hardware. De vraag is misschien vooral hoe het bevalt om een game te spelen met de Switch. Wat daarbij als eerste opvalt, is de snelheid van het menu. Wie de Wii U gewend is, zal haast schrikken. Niet alleen als de Switch uit het dock wordt gehaald, maar ook als de console uit zijn slaapstand moet komen is hij razendsnel klaar voor gebruik. Ook het bladeren door de diverse menu's verloopt snel en soepel. Zelfs van game naar menu wisselen en andersom verloopt razendsnel. Ook het opstarten van Breath of the Wild gaat snel, hoewel het laden van een savegame nog steeds trager verloopt dan je zou hopen.
Hoe het spelen met de Switch bevalt, hangt af van de setting waarin je speelt. Wie thuis op de bank voor de tv zit, wil vooral een Pro Controller. Daarbij is het zaak om niet te veel van de beeldkwaliteit te verwachten. De Switch heeft een soc die bedoeld is voor handhelds, en dat wordt met name op een groot scherm duidelijk. In de toekomstige games die Nintendo en andere uitgevers op de markt gaan brengen, zal het misschien meevallen, maar in Breath of the Wild is duidelijk dat de Switch moeite heeft een grote en driedimensionale spelwereld in beeld te brengen.
/i/2001421925.jpeg?f=imagenormal)
Misschien is de voornaamste functie van de Switch daarmee wel mobiel gebruik. Dan valt het gemis aan beeldkwaliteit immers niet op. De Tegra-soc is daarbij op bekend terrein. De Switch bevalt in ieder geval een stuk beter als handheld dan als console. Nadeel is wel dat we geen fan zijn van de meegeleverde Joy-Con. Voor veel games zullen de knoppen van de Joy-Con tekort schieten. Leuk voor wat mini-games, maar niet voor als het er echt op aankomt.
Tablet-modus
Het is super dat je zo gemakkelijk kunt switchen tussen een groot en een klein scherm, en dat je de game verder kunt spelen als je van huis bent. Maar wie mobiel speelt, zal ook merken dat Breath of the Wild is gemaakt voor een groot scherm. Kleine details zijn moeilijk zichtbaar, en die zijn er in Breath of the Wild genoeg. Zo dien je erg veel verschillende voorwerpen te verzamelen, om ze later te gebruiken. Al die voorwerpen zitten in je inventaris waar je ze later uit kunt halen. Ze hebben een omschrijving die handig is als je de ingrediënten samen gaat voegen. Juist dan merk je dat de game niet gemaakt is voor een klein scherm. Op tv werkt het prima, maar op het ingebouwde scherm van de Switch is de tekst nauwelijks leesbaar, net zoals veel andere details verloren gaan. Voorwerpen die in het hoge gras liggen en erg waardevol kunnen zijn, zie je makkelijk over het hoofd.
De game heeft duidelijk behoefte aan een aparte instelling voor mobiel gebruik, waarbij in schermen zoals je inventaris minder voorwerpen zichtbaar zijn zodat teksten beter leesbaar worden. Ook de spelwereld zou daarbij anders in beeld kunnen worden gebracht. Een kleinere field of view - waarbij details beter opvallen - kan bijvoorbeeld geen kwaad. Het probleem is niet nieuw. Het viel al eerder op bij apparaten zoals de Shield van Nvidia: het gaat niet altijd goed als je een voor een groot scherm ontwikkelde game speelt op een klein scherm. Het zegt echter meer over de game dan over de handheld. Het zou goed zijn als Nintendo en andere ontwikkelaars daar rekening mee houden. Een speciale handheld-modus voor Switch-games zou mooi zijn. Net als een systeem waarbij de resolutie automatisch wordt teruggebracht als de Switch uit zijn dock wordt gehaald.
/i/2001421917.jpeg?f=imagenormal)
Games
Het maakt duidelijk dat de Switch niet de gemakkelijkste console is om games voor te maken, en al helemaal niet om een game naar te porten. Het is uiteraard te doen om een game die voor andere platformen is gemaakt ook geschikt te maken voor de Switch, maar het gaat minder gemakkelijk dan de port van Windows naar PlayStation en Xbox of andersom. En dan nog zijn er wel wat factoren om rekening mee te houden. Bijvoorbeeld de wisselende resolutie, maar wellicht vooral het flink terugschroeven van de systeemeisen die aan de game worden gesteld - en het inbouwen van de handheld-modus waar we op hopen.
Gelukkig zijn de vooruitzichten voorlopig goed. Het aantal games dat tegelijk met de Switch verschijnt is helaas zeer beperkt, maar er zijn flink wat uitgevers die hebben aangekondigd games voor de Switch op de markt te willen brengen. Laten we hopen dat die games ook allemaal gaan verschijnen. De Switch zal het nodig hebben, want het aanbod waar je op 3 maart uit kunt kiezen is mager. Laten we hopen dat het geen verhaal van kip en ei wordt: gamers die wachten met de aanschaf van een Switch tot er meer games zijn, en uitgevers die wachten met het porten van hun games tot er meer Switches zijn verkocht. Dan zou de Switch de Wii U achterna gaan. Gezien de problemen die we zien bij het porten van bestaande games, zou het ons echter niet verbazen als dat scenario weer realiteit wordt.
/i/2001421903.jpeg?f=imagenormal)
Er is nog een andere reden waarom we vrezen voor de toekomst van de Switch. De timing van Nintendo is misschien niet ideaal. De Switch is toch in eerste instantie een tablet waar je games op kunt spelen, een handheld die net krachtig genoeg is om op een tv aan te kunnen sluiten. Er is echter al geruime tijd een afname waarneembaar in de belangstelling voor tablets, om over de afnemende belangstelling voor gaming handhelds maar te zwijgen. De PS Vita is een dood platform, en ook in Nintendo's eigen 3DS zit lang niet zo veel leven meer als voorheen. Het succes van de Switch zal dus meer dan ooit afhangen van het aanbod aan games, en juist op dat punt schiet het nu nog tekort. Op 3 maart zijn er welgeteld 12 leverbaar.
- 1-2-Switch
- Fast RMX
- Just Dance 2017
- Human Resource Machine
- I Am Setsuna
- The Legend of Zelda: Breath of the Wild
- Little Inferno
- Shovel Knight
- Skylanders: Imaginators
- Snipperclips
- Super Bomberman R
- World of Goo
Later dit voorjaar verschijnen er nog 5 en in het najaar nog 12. Dat klinkt als heel wat, maar zowel bij de launch games als bij de games die later dit jaar verschijnen, zitten heel wat oudjes die al eerder op andere platformen verschenen. Dat The Elder Scrolls V: Skyrim voor de Switch verschijnt is natuurlijk tof, maar wie zit er nog op een game uit 2011 te wachten? Hetzelfde geldt voor een game als Minecraft. Nog steeds ongekend populair, maar je mag toch aannemen dat iedereen die de game wil spelen inmiddels wel een platform heeft gevonden om dat op te doen. In het aanbod van 2017 moet de meerwaarde van de Switch nog steeds komen uit games van Nintendo zelf. Naast Breath of the Wild en 1-2 Switch gaat het dan om titels als Mario Kart 8 Deluxe, Splatoon 2 en Super Mario Odyssey.
Conclusie
Nintendo brengt met de Switch een veelzijdig apparaat op de markt. Je kunt er op vele manieren lol aan beleven: thuis op de bank, maar ook onderweg - en alleen, maar ook samen of in een grotere groep. De Wii U en 3DS kunnen de deur uit, je kunt alle nieuwe games van Nintendo voortaan op één en hetzelfde apparaat spelen, waar je maar wilt. Wat de Switch echter helemaal bijzonder maakt, is dat je de controllers op verschillende manieren kunt gebruiken. Je kunt ze aan de zijkant van de Switch schuiven zodat een handheld ontstaat, maar je kunt ze ook loskoppelen en als losse controllers gebruiken. Je kunt de controller zelfs splitsen, zodat twee kleine mini-controllers ontstaan, waarmee twee spelers het tegen elkaar op kunnen nemen. En mocht je wat veeleisender zijn, dan is er ook nog een prima Wireless Pro Controller te koop.
Het klinkt ideaal. Helaas is de praktijk niet zo mooi als het klinkt. Zo is de Joy-Con-controller die bij de Switch geleverd wordt een interessant ding omdat hij zo veelzijdig is, maar juist daardoor schiet hij toch ook vaak tekort. Vooral de veeleisende gamer die records wil breken in Mario Kart 8 Deluxe en die van iedereen wil winnen in Splatoon 2, zal de Joy-Con minder weten te waarderen. Dat de controller zo goed bewegingen kan detecteren is mooi, maar het is jammer dat de twee joysticks zo klein zijn uitgevallen en zo weinig kunnen worden bewogen; een functie die in veel games toch essentieel is. De Joy-Con is ideaal voor de partygames uit 1-2 Switch, maar niet zo voor de meer traditionele games, terwijl we vermoeden dat die toch het meest zullen worden gespeeld op de Switch. Uiteraard is er de Pro Controller die dit euvel ondervangt, maar die moet voor 60 euro apart worden aangeschaft. En nu we het toch over extra uitgaven hebben: ook 1-2 Switch moet los worden gekocht, terwijl Wii Sports destijds 'gewoon' bij de Wii werd geleverd.
Dan is er nog de optie om zowel op een tv te kunnen gamen als op het ingebouwde scherm. Het is natuurlijk ideaal dat je dezelfde game zowel thuis als onderweg kunt spelen. Toch hebben we ook hier wat bedenkingen. De Tegra-soc van Nvidia, die het hart vormt van de Switch, lijkt aan de hand van The Legend of Zelda: Breath of the Wild wat te zwak om een gedetailleerde 3d-wereld op een groot scherm te toveren. Niet vreemd, de soc is gemaakt voor mobiele apparaten, niet voor een groot scherm. Op het ingebouwde scherm komen games gelukkig beter tot hun recht. Dan is, zeker bij een game als Breath of the Wild, de Joy-Con echter niet de meest geschikte controller, en de vraag is of je onderweg met een Pro Controller wilt spelen. Dan is de Switch opeens niet zo handzaam meer.
Zo maakt vooral een game als 1-2 Switch duidelijk hoe we de Switch moeten zien: het is een console die misschien wat minder geschikt is voor het spelen van hardcore games, maar veel meer voor het spelen van partygames. Daar komt de Joy-Con volledig tot zijn recht en maakt het niet uit dat de grafische kracht van de console te wensen overlaat. Voor een console van Nintendo is dat natuurlijk ook helemaal niet vreemd. Zo is de Switch geheel anders dan zijn voorgangers, en is er eigenlijk toch niets nieuws onder de zon.