Het Nederlandse demissionair kabinet heeft bezwaren tegen de Europese voorstellen om de AVG te vereenvoudigen. De regels zijn bedoeld om de regeldruk voor bedrijven te verminderen. Hoewel zowel het oude als nieuwe kabinet dat wil, gaan de voorstellen verder dan Nederland zou willen.
Dat schrijft demissionair minister David van Weel van Buitenlandse Zaken in een zogenaamd 'fiche' aan de Tweede Kamer. Dat is de zienswijze van Nederland op Europese voorstellen. In dit geval gaat het om een zienswijze over de zogenaamde digitale Omnibus AI en de Omnibus Digitaal. Tweakers schreef vorige maand een achtergrondartikel over wat daar precies in staat, maar de korte versie is dat Europa bepaalde privacyregels en -wetten wil aanpassen omdat die op dit moment veel regeldruk voor bedrijven kunnen opleveren. Het gaat dan om wetten als de AVG en de AI-verordening en specifiek de manier waarop bedrijven data mogen verwerken en voor welke doelen.
Het kabinet benadrukt dat doel te ondersteunen. Dat is niet onverwacht. Vooral de VVD pleit daar al jaren voor. Die partij is een van de twee overgebleven regeringspartijen en onderhandelt op dit moment met D66 en het CDA over het vormen van een nieuw kabinet. Ook het CDA, dat nu niet in de regering zit, wil de privacyregels versoepelen. "Waar de Algemene verordening Gegevensbescherming belangrijk is in het beschermen van privacygegevens van inwoners, zit de wet ook vaak efficiënte samenwerking door delen van gegevens in de weg en zorgt de wet voor administratieve lasten", schreef de partij in haar verkiezingsprogramma.
Het voorstel van de Europese Commissie gaat echter te ver in dat doel, zegt minister Van Weel nu. Het kabinet hekelt meerdere punten in de wet.
Zo stelt de Omnibus voor dat zogenaamde bijzondere persoonsgegevens gemakkelijker kunnen worden verwerkt door AI-systemen. Er staan volgens het kabinet echter te weinig voorwaarden in het voorstel om dat te verantwoorden.
Ook schrijft de Omnibus voor dat in de toekomst de Europese Commissie zelf bepaalde regels kan opstellen over wanneer bijvoorbeeld een datalek moet worden gemeld of wanneer er een data protection impact assessment moet worden gedaan. Op dit moment ligt die bevoegdheid bij nationale toezichthouders zoals de Autoriteit Persoonsgegevens of de Gegevensbeschermingsautoriteit. Ook kan de Europese koepel van toezichthouders, de EDPB, die regels vaststellen. Het kabinet waarschuwt dat de verandering kan leiden tot 'politieke besluitvorming'.
Het kabinet heeft het ook niet op met andere regels rondom cybersecurity, die op zichzelf niets met de AVG te maken hebben. Zo waarschuwt het kabinet dat er onder de Omnibus een Europees meldpunt moet komen waar cybersecurityincidenten moeten worden gemeld. Dat is een voorstel vanuit de NIS2-verordening, die in Nederland wordt vertaald in de Cybersecuritywet. "Lidstaten, waaronder Nederland, hebben al nationale meldplatformen ingericht voor het ontvangen van incidentmeldingen", schrijft Van Weel. Hij wil dat het nationale meldpunt ook behouden blijft.
Van Weel heeft ook bezwaar tegen bepaalde aanpassingen in de AI-verordening. De Omnibus stelt bijvoorbeeld voor de registratieplicht te schrappen voor hoog-risico-AI-systemen die maar beperkt worden gebruikt.
Privacyorganisaties zijn al langer bezorgd over de aanpassingen. Onder andere de Autoriteit Persoonsgegevens zegt het voorstel nog te bestuderen, maar het waarschuwt dat 'wetten die belangrijk zijn voor de bescherming van mensen niet overhaast moeten worden aangepast'. Het Europees Parlement en de lidstaten moeten nog instemmen. Het is niet duidelijk wanneer dat moet gebeuren, maar de kans is groot dat een nieuw Nederlands kabinet dat zal doen.