Wegens vermeende samenwerking met de Amerikaanse inlichtingendienst NSA zijn AT&T en BellSouth naast Verizon voor de rechter gedaagd wegens onwettige privacyschending. Eind vorig jaar gaf de Amerikaanse president Bush toe 'enkele honderden' Amerikanen te hebben afgeluisterd, wat niet toegestaan zou zijn zonder gerechtelijk bevel. De president stelt echter over speciale constitutionele bevoegdheden te beschikken waarmee de praktijken toch toegestaan zouden zijn, en vroeg de rechtbank de rechtszaak te seponeren omdat er staatsgeheimen mee geschonden zouden kunnen worden. Vorige week berichtte USAToday dat de telefoniegegevens van tientallen miljoenen Amerikanen ter beschikking van de NSA stonden, waarop de rechtszaak werd uitgebreid. De NSA zou de database met verkeersgegevens analyseren op zoek naar patronen die op terroristische activiteiten zouden kunnen duiden. Volgens een bron zou het doel van de NSA een database met alle telefonie-informatie zijn. Recentelijk werd bekend dat de Amerikanen ook toegang willen hebben tot Europese telecomgegevens.
In de rechtszaak, die aangespannen werd door de Electronic Frontier Foundation (EFF), wordt betoogd dat AT&T, BellSouth en Verizon verplicht zijn tot het betalen van schadevergoeding wegens onwettige schending van de privacy van hun klanten. De bedrijven zouden na de aanslagen van 11 september door de NSA zijn benaderd. Verizon ontkent informatie aan de NSA te hebben afgestaan, maar de verklaring van het bedrijf zou niet uitsluiten dat de NSA er bijvoorbeeld via de routing van de gesprekken toch toegang toe had. De drie telco's, samen goed voor 200 miljoen klanten, zijn in 18 staten voor de rechter gedaagd; de totale geëiste schadevergoeding bedraagt 200 miljard dollar. De State Secrets Act, die de regering het recht geeft om een civiel proces te stoppen als deze een gevaar voor de nationale veiligheid zou kunnen opleveren, zou echter wel eens roet in het eten kunnen gaan gooien.