De Tweede Kamer debatteert dinsdag over een verruiming van de Telecommunicatiewet. Belangrijkste onderwerp is de vraag of opsporingsbevoegde instanties mobiele telefoons mogen afluisteren en communicatie mogen verstoren.
De Tweede Kamer voert dinsdag een debat over diverse wijzigingen in de Telecommunicatiewet. Met de voorgestelde wettekst zou het makkelijker voor politie en andere opsporingsbevoegde instanties worden om gesprekken af te luisteren of gsm-verkeer te verstoren. Leden van de Christenunie vragen zich af wat de gevolgen voor de netwerkexploitanten zijn.
Met name het verstoren van gsm-communicatie heeft gevolgen voor de klanten van telecomaanbieders; het afluisteren zou minder invloed op de dienstverlening hebben. Met de nieuwe Telecommunicatiewet zou een imsi-catcher die zich als antennemast voordoet, voor afluisterdoeleinden kunnen worden gebruikt. De vraag in de Kamer is niet zozeer of de politie mag 'scannen en jammen', oftewel afluisteren en verstoren, maar of de wijze waarop daarvoor toestemming wordt verleend juridisch in orde is.
Een tweede punt van discussie is het instellen van een openbaar antenneregister. Via dat register kan iedereen via internet informatie over gsm- en andere antennes opvragen. Leden van het CDA willen weten wat de veiligheidsrisico's zijn, bijvoorbeeld wanneer antennes van het Ministerie van Defensie in het register worden opgenomen. Ook het afgeven van vergunningen voor plaatsing van antennes en voorlichting omtrent eventuele gezondheidsrisico's van antennes zullen daarbij besproken worden. Zo vraagt de VVD zich af of de privacy van particuliere eigenaren van antennes niet in het geding komt, en of de kosten voor een register binnen de perken blijven.
De laatste twee agendapunten betreffen abonnementsverlengingen en anti-spammaatregelen. De stilzwijgende verlenging van drie maanden tot een jaar moet in de vernieuwde wetgeving veranderen: consumenten moeten per maand hun contract kunnen opzeggen. Het verbod op spam geldt momenteel alleen voor natuurlijke personen, maar wordt in de nieuwe Telecommunicatiewet uitgebreid naar rechtspersonen.
Hiermee wordt zogenaamde business-to-business-spam, bedrijven die bedrijven spammen, wettelijk verboden. Voortaan kunnen bedrijven zich dus ook op de spamwetgeving beroepen en bij de Opta klagen als het spamverbod wordt overtreden. De vrees bestaat dat dit leidt tot een oneerlijk nadeel voor in Nederland gevestigde bedrijven, aangezien buitenlandse bedrijven wel ongevraagd reclame mogen blijven versturen.