Rechter Vaughn Walker heeft gisteren uitgesproken dat een rechtszaak die was aangespannen door de Electronics Frontier Foundation (EFF) tegen telecombedrijf AT&T doorgang mag vinden, ondanks dat de Amerikaanse overheid had aangegeven dat de rechtszaak ertoe zal leiden dat staatsgeheimen openbaar gemaakt worden. Over het algemeen worden rechtszaken geseponeerd als dit argument wordt aangehaald door de overheid. Volgens rechter Walker is er echter geen sprake van dat staatsgeheimen publiek gemaakt worden, omdat de overheid zelf al heeft toegegeven dat samenwerking is gezocht met AT&T voor het inzien van onder meer verkeersgegevens. Toegeven aan het verzoek van de overheid zou betekenen dat vrijheid wordt opgeofferd, terwijl er geen aantoonbaar negatieve gevolgen voor de veiligheid zijn, aldus Walker.
AT&T had ingebracht dat de rechtszaak niet zou mogen plaatsvinden, omdat de klagende partij geen direct betrokkene was. Bovendien zou het telecombedrijf niet veroordeeld mogen worden omdat het naar eer en geweten handelde door de overheid te helpen. Rechter Vaughn Walker was het echter niet met deze argumenten eens. De rechtszaak tussen de EFF en AT&T kan nu alsnog doorgang vinden, wat voor de EFF betekent dat begonnen kan worden met het verzamelen van AT&T-documenten. De rechter heeft wel aangegeven dat hij graag zou zien dat een externe expert wordt aangesteld, iets wat nog niet vaker is gebeurd in dit soort zaken. Deze persoon moet nagaan of het openbaar maken van bepaalde bewijsstukken een gevaar zou kunnen vormen voor de nationale veiligheid.
De uitspraak van de rechter is controversieel, aangezien een einde gemaakt wordt aan de presidentiële mogelijkheid om alle discutabele overheidsactiviteiten onder het kopje 'staatsveiligheid' te laten vallen. Daarom hebben de betrokken partijen de mogelijkheid gekregen direct in hoger beroep te gaan. Verwacht wordt dat zowel AT&T als het Amerikaanse ministerie van Justitie hiervan gebruik zullen maken, hoewel geen van beide partijen nog heeft aangegeven dit ook te gaan doen. Tot en met 31 juli hebben de betrokken partijen de tijd om de rechter een advies te geven over de vraag of er een externe expert aangesteld moet worden en een rijtje met namen van kandidaten aan de rechter te overhandigen. Op 8 augustus zal dan begonnen worden met de behandeling van de zaak 'Hepting v. AT&T Corp', zoals hij inmiddels binnen de Amerikaanse jurisprudentie bekend is.