De FCC heeft unaniem zijn goedkeuring gegeven aan de fusie van telecombedrijven AT&T en BellSouth. Daarvoor moesten de bedrijven onder andere voor een periode van twee jaar 'net neutrality' garanderen.
AT&T legt ongeveer 65 miljard euro voor BellSouth op tafel, zodat het grootste Amerikaanse telecombedrijf onstaat sinds de opsplitsing van 'Ma Bell' in 1984. Tot dat jaar was BellSouth nog onderdeel van AT&T's Bell System, dat een monopolie op de Amerikaanse telefoonmarkt had. Vermeend misbruik van dat monopolie leidde in 1984 tot een opsplitsing van AT&T's netwerk, waarbij de activiteiten over een achttal zogeheten 'Baby Bells' verdeeld werden. In de afgelopen jaren zijn daar al een aantal opnieuw van samengegaan, maar fusiebedrijven als Qwest en Verizon moeten het in omvang ruimschoots afleggen tegen het 'nieuwe' AT&T. De telco zal per direct beginnen met het samenvoegen van diensten, wat een besparing van een kleine 14 miljard dollar moet opleveren. De merknamen Cingular en BellSouth zullen verdwijnen.
De FCC verleende pas goedkeuring aan de fusie nadat AT&T en BellSouth hadden beloofd om de komende twee jaar het principe van 'net neutrality' te garanderen, wat wil zeggen dat het fusiebedrijf geen betaalde voorkeursbehandeling aan informatieleveranciers mag aanbieden. Deze toezegging deden de twee bedrijven niet graag: als onderdeel van de 'Hands Off The Internet'-groep waren beide uitgesproken voorstander van vrije marktwerking op het net. Volgens woordvoerder Chris Wolf zijn pogingen om alle informatieaanbieders dezelfde rechten te garanderen 'een oplossing zonder probleem', maar omdat de FCC de fusie anders zou tegenhouden, werd tot de knieval besloten. Volgens Columbia University-prof Timothy Wu is de nu gedane belofte goed bruikbaar om neutraliteitswetgeving te ontwikkelen. AT&T zou dan ook wel eens veel langer dan de toegezegde twee jaar aan zijn belofte kunnen worden gehouden.
