Inleiding
In onze eerste cartech-special bekeken we hoe enkele automerken de nieuwste technieken op het gebied van veiligheid, entertainment en comfort in hun voertuigen verwerken. Vrijwel alle grote merken hebben hun eigen hightech-producten ontwikkeld en plaatsen deze vrijwel altijd in hun duurdere modellen.
In dit tweede deel werpen we een voorzichtige blik op de toekomst. Met name de Europese Unie legt steeds meer nieuwe veiligheidseisen aan de automobielindustrie op. Bovendien probeert Brussel innovatie op dit vlak met subsidies te stimuleren. De komende jaren moet de techniek zich bewijzen. Wat kunnen we allemaal verwachten?

Veiligheid op Europees niveau
In Europa wordt onder aanmoediging van EU-subsidies in meerdere projecten gewerkt aan ict-producten voor de automotive-industrie. Alleen al de afgelopen twee jaar werd daar een budget van 160 miljoen euro voor beschikbaar gesteld.
Een van de voornaamste doelen is om de verkeersveiligheid te vergroten en daarmee het aantal verkeersdoden sterk te laten dalen. Dat technische oplossingen hard nodig zijn, staat buiten kijf: alleen al in 2008 vonden er 1,2 miljoen ongelukken plaats op de Europese wegen met 39.000 doden en 1,7 miljoen gewonden tot gevolg. De totale kosten van al deze verkeersongelukken worden geschat op jaarlijks 160 miljard euro.
Een andere reden voor de forse investeringen in automotive-hardware en -software is het Europese milieubeleid. De EU hoopt mede door slimme elektronica de uitstoot van broeikasgassen door het verkeer de komende decennia met tientallen procenten te reduceren. Het is dan ook niet vreemd dat de elektrische auto zich op toenemende belangstelling mag verheugen.
De EU wil een deel van de in ontwikkeling zijnde systemen de komende jaren gaan verplichten voor nieuwe voertuigen. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. Ondanks dat airbags en het ABS-antiblokkeersysteem gemeengoed is in nieuwe voertuigen, is het in de meeste landen nog niet verplicht
Een van de eerste systemen die in de EU verplicht zal worden is Electronic Stability Control. Dit actieve rijveiligheidssysteem moet helpen het voertuig bestuurbaar te houden, bijvoorbeeld bij plotse uitwijkmanoeuvres. Vanaf 2012 moeten alle nieuwe automodellen dit systeem hebben, terwijl in 2014 alle commercieel verkrijgbare auto's met Electronic Stability Control uitgerust dienen te zijn. Volgens berekeningen zou als alle auto's van ESC voorzien zouden zijn, honderdduizend ongelukken voorkomen kunnen worden en vierduizend levens worden gespaard.
Vanuit de EU is ook warme belangstelling voor reeds bestaande systemen als adaptive cruise control, brake assist, lane departure prevention en nachtzichtapparatuur om in het donker aanrijdingen met voetgangers te voorkomen. Concrete plannen om deze systemen echter verplicht te stellen, zijn er nog niet. Dit zal wel gebeuren met het nog relatief onbekende eCall.
Ecall
Om het aantal verkeersdoden terug te brengen, dienen hulpverleners zo snel mogelijk op de plaats van een verkeersongeluk te zijn. Ook moeten hulpdiensten goed inzicht hebben in de ernst en de omvang van een verkeersongeluk.
Daarom is eCall ontwikkeld: dit systeem slaat via het gsm-netwerk alarm op het Europese alarmnummer 112 zodra wordt geregistreerd dat een voertuig bij een ongeluk betrokken is geraakt, bijvoorbeeld als de airbag wordt opgeblazen. Een eCall-module verstuurt gegevens als de laatste gps-coordinaten, het serienummer en het kenteken van de auto, en het soort brandstof dat wordt gebruikt. Ook het type voertuig is van belang: een reddingswerker heeft weinig zin om bij het opensnijden van een verongelukt elektrisch voertuig een voedingskabel met een spanning van een paar duizend volt te raken.
Ecall moet het verder mogelijk maken om vanuit een centrale post contact te zoeken met de inzittenden. Als de bestuuder niet reageert, dan worden de hulpdiensten naar de plek des onheils gestuurd. Mocht de chauffeur wel kunnen antwoorden, dan kan aan de hand van zijn antwoorden al dan niet tot actie worden besloten.
De technische implementatie van eCall is relatief eenvoudig; diverse nieuwe auto's van Citroën en Peugeot zijn al van het systeem voorzien. De grootste uitdaging is nog wel om eCall op alle Europese mobiele netwerken en bij alle hulpdiensten te laten werken. De EU wil eCall vanaf 2014 verplichten voor alle nieuwe voertuigen. Volgens schattingen zou het systeem 2500 levens per jaar kunnen redden, met name omdat de reactietijd voor hulpverleners in stedelijke gebieden met 40 procent zou afnemen en daarbuiten zelfs met de helft.
Informatie-uitwisseling
Diverse Europese automotive-projecten naderen de eindstreep en kunnen al in de praktijk geïmplementeerd worden. Een van deze projecten is 'Coopers', dat met behulp van draadloze communicatiesystemen continu informatie tussen voertuigen en infrastructuur langs de weg wordt uitgewisseld. Zo kan de bestuurder worden gewaarschuwd voor ongelukken, werkzaamheden, gevaarlijke weersomstandigheden en files. Coopers maakt gebruik van diverse draadloze technieken om data te versturen, waaronder dab, grps en umts, en wimax.
In het verlengde van het Coopers-systeem wordt door Europese bedrijven aan het CVIS-project gewerkt. Daarbij ligt de nadruk op de ontwikkeling van een universele communicatiemodule, die de boordcomputer van een voertuig niet alleen met de vaste infrastructuur kan laten communiceren, maar ook met andere auto's in de omgeving. Het CVIS-project moet resulteren in een open platform, waarop aanvullende diensten kunnen worden aangeboden.
Een vergelijkbaar automotive-project waar zowel de Europese industrie als de verkeersveiligheid bij gebaat zijn, is Safespot. Ook bij dit project worden technieken ontwikkeld om de verkeersveiligheid te vergroten met behulp van communicatie tussen verkeersdeelnemers en de infrastructuur. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van een applicatie die niet alleen de bestuurder waarschuwt als deze door rood licht rijdt; ook naburige automobilisten krijgen een seintje.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Ook binnen Nederland zoeken bedrijven elkaar op om gezamenlijk nieuwe technieken te ontwikkelen. In samenwerking met het ministerie van Economische Zaken is daarvoor Spits opgezet, waarin onder andere NXP, Logica, TomTom en TNO zitting hebben. Met name TNO werkt de laatste jaren aan manieren om spookfiles te voorkomen. Dergelijke files ontstaan doordat weggebruikers plots remmen of van rijbaan veranderen; een achterligger remt dan, diens achterligger remt ook weer, enzovoorts.
Circa 25 procent van alle verkeersopstoppingen in Nederland zou spookfiles betreffen en er is dus zeker behoefte aan een systeem dat het verkeer gelijkmatiger laat doorstromen. In februari hield TNO nog een proef op de A270, waarbij apparatuur werd getest om auto's onderling te laten communiceren. De eerste ervaringen zouden positief zijn, maar er moet nog flink aan de systemen worden gesleuteld.
Video (nos_video_embed.swf)
De stand van zaken
In maart van dit jaar werden demonstratievoertuigen met Coopers-, Safespot-, Spits- en CVIS-systemen aan het publiek getoond tijdens de Cooperative Mobility Showcase 2010 in de Amsterdamse RAI. Daarbij waren in een Volkswagen-bus en een personenauto een aantal computers in de achterbak geplaatst die via 2g, 3g en gps met de omgeving communiceerden. Ook werd de de IEEE 802.11p-standaard toegepast. Deze 'mobile wifi'-versie maakt gebruik van de in Europa voor verkeersdoeleinden gereserveerde 5,9GHz-frequentie om voertuigen met de infrastructuur langs de weg te laten communiceren.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Hierbij werden met name diensten gedemonstreerd die de verkeersveiligheid en de doorstroming op de grote wegen moeten bevorderen. Zo kon de boordcomputer dankzij een baken langs de weg de Nederlandse teksten op de matrixborden vertalen naar onder andere Engelse en Spaanse mededelingen. Ook kon er via eCall contact worden gelegd met de alarmcentrale van wegbeheerder Rijkswaterstaat en werden er waarschuwingen bij files, wegwerkzaamheden en het naderen van oversteekplaatsen voor schoolkinderen gegeven. Voor ongeduldige chauffeurs werd op een display getoond hoe lang het nog duurde voor een stoplicht op groen zou springen.
Onderlinge communicatie tussen auto's heeft meer voordelen. Zo kunnen zowel systemen langs de weg en andere voertuigen een spookrijder detecteren. Zodra dat gebeurt, kan een waarschuwing naar naburige auto's worden verstuurd, die dan bijvoorbeeld 'blijf rechts rijden' op het dashboard tonen. Ook kan de alarmcentrale worden ingelicht.
De gemeente Amsterdam voorzag de demonstratievoertuigen verder van realtime informatie over alternatieve vervoersmethoden, inclusief de verwachte reistijd. Zo kan de chauffeur mogelijk overgehaald worden om de auto aan de rand van de stad te parkeren en per metro of trein verder te reizen. Hybride auto's kunnen een seintje krijgen dat ze een groene zone binnenrijden, zodat de motor overschakelt op elektrische aandrijving.
Voor met name de Nederlandse markt werden systemen voor rekeningrijden getoond. De bestuurder kan bijvoorbeeld zien wat de kosten voor een bepaalde route zijn. Inmiddels heeft de politiek in Nederland de kilometerbeprijzing voorlopig in de ijskast gezet, maar de ontwikkelaars verwachten dat ook in andere landen interesse voor het concept bestaat.
Diverse bedrijven toonden applicaties die commercieel op het open platform ingezet kunnen worden. Zo werd een 'sociale verkeersapplicatie' getoond, waarbij carpoolers een 'match' kunnen maken. Daarbij speelt niet alleen de eindbestemming een rol, ook kunnen deelnemers elkaars profielen bekijken en beoordelen. Parkeergarages kunnen vrije parkeerplekken aanbieden, en benzinestations kunnen hun prijzen 'broadcasten'.
De hardware in de demonstratievoertuigen was nog duidelijk in de prototype-fase: in de achterbak waren niet alleen twee mini-servers te vinden, maar ook losse omvormers voor de stroomvoorziening. Ook de gebruikte touchscreens functioneerden nog niet optimaal en de software - die op een Linux-systeem draaide - crashte tijdens een demonstratieritje.
Logica liet weten dat de omvangrijke hardware-uitstalling inmiddels goeddeels kan worden vervangen door een pcb'tje met wat chips. Deze sterk verkleinde hardwaremodule is geschikt om onzichtbaar in een auto gemonteerd te worden en verstuurt zijn videosignalen via een wifi-zendertje naar een touchscreen bij de bestuurder. De deelnemende bedrijven verwachten dat in ieder geval een deel van de gedemonstreerde hardware vanaf 2012 in vrachtwagens te vinden is. In 2015 zouden de eerste personenauto's aan de beurt komen.
Cartech in elektrische auto's
Naast de Europese initiatieven die door de verstrekte miljoenensubsidies nieuwe automotive-concepten kunnen ontwikkelen, blijven ook diverse autofabrikanten op dit terrein innoveren. Een goed voorbeeld daarvan is het nog jonge Amerikaanse bedrijf Tesla dat met zijn Roadster een van de eerste succesvolle elektrisch aangedreven sportauto's op de markt bracht. De Roadster is nog voorzien van een traditioneel dashboard, maar de voor 2011 aangekondigde Model S neemt hier geheel afscheid van.
:fill(white)/i/1270036640.jpeg?f=thumb)
De nieuwe sedan van Tesla, uiteraard ook voorzien van elektrische aandrijving, toont alle boordinstrumenten, zoals de snelheidsmeter en toerenteller, op een enkel elektronisch display. Daarnaast is de middenconsole vervangen door een enkel touchscreen; zelfs de bediening van de verwarming is hier vervangen door virtuele knoppen.
De Tesla Model S heeft verder geen sleutels. Zodra de juiste rfid-tag wordt herkend, springen de deurknoppen naar buiten en kunnen de deuren worden geopend. Ook wordt de Model S niet met een sleutel, maar met een rfid-tag gestart. Het 17"-display kan onder andere de beelden van een aan de achterzijde bevestigde camera tonen en een webbrowser oproepen. Omdat het voertuig continu een 3g-verbinding heeft, gebruikt de auto Google Maps als navigatiehulp.
Ook het Japanse Nissan heeft hoge verwachtingen van zijn nieuwe elektrische auto, de Leaf. Uiteraard geeft de Leaf op het dashboard aan hoeveel kilometer er nog gereden kan worden, en waar het dichtstbijzijnde oplaadpunt is. De boordcomputer toont op de displays de temperatuur van de accu's en het stroomverbruik, dan wel de hoeveelheid teruggewonnen energie tijdens het remmen.
:fill(white)/i/1249289721.jpeg?f=thumb)
De boordcomputer van de Leaf staat echter ook draadloos in verbinding met een een datacenter. Via deze verbinding belooft Nissan informatie, entertainment en 'voertuigondersteuning' aan te bieden. Nissan werkt daarnaast aan een iPhone-applicatie, waarmee diverse functies van de Leaf op afstand gebruikt kunnen worden. Zo kan de airconditioning worden in- of uitgeschakeld en kan de Leaf-bezitter zien of zijn accu's al zijn opgeladen.
Conclusie
In deel 1 van dit tweeluik werd al duidelijk dat moderne auto's langzamerhand verworden tot computers op wielen. De nadruk ligt op het verhogen van de veiligheid, waarbij het echter opvalt dat vrijwel alle fabrikanten hun eigen software en hardware ontwikkelen in de kennelijke hoop het wiel opnieuw uit te vinden.
Ondanks de innovatiedrift bij de verschillende autofabrikanten, waarbij de Europese merken het goed lijken te doen, is standaardisatie, onder meer door Europese regelgeving, onvermijdelijk. Dat is gunstig, omdat de ontwikkeling van nieuwe of verbeterde veiligheidssysteem dankzij heldere randvoorwaarden in een stroomversnelling kan. Het is echter nog de vraag of de Europese autofabrikanten hun voorsprong kunnen vasthouden als ook Aziatische en Amerikaanse autobouwers op deze ontwikkelingen mogen of zelfs moeten inspelen.
Informatie-uitwisseling loopt als een rode draad door de ontwikkelingen. Het gaat daarbij niet langer om relatief eenvoudige leverancier-consument-communicatie als gps-navigatie. Een fijnmazig netwerk van met elkaar overleggende boordcomputers, die allerhande bestaande netwerken kunnen gebruiken, maakt veel nieuwe, interessante toepassingen mogelijk. Het opstellen van betrouwbare file-informatie aan de hand van gsm-gegevens is slechts een begin.
Daarnaast begint de moderne auto steeds meer op een rijdende huiskamer te lijken. Het bekijken of beluisteren van streaming media zal de komende jaren vermoedelijk een grote vlucht gaan nemen, en menige achterbank wordt in de nabije toekomst van spelcomputers voorzien, zeker als mobiele internetverbindingen tot de standaarduitrusting van auto's gaan behoren.
De nieuwe snufjes bieden ten slotte ook overheden nieuwe mogelijkheden voor de aanpak van gemeenschappelijke problemen als files en milieuvervuiling. Europese bedrijven trachten hier nu al op in te spelen met technieken als dynamische route-informatie en kilometerbeprijzing. Toch zullen met name deze ontwikkelingen mogelijk stroever gaan verlopen, omdat er de nodige weerstand tegen dergelijke maatschappelijke veranderingen is. De uiteindelijk afgeschoten Nederlandse plannen omtrent het rekeningrijden zijn daarvan een wel het duidelijkste voorbeeld.