Zoekmachines moeten zoekresultaten op verzoek van burgers verwijderen, als er sprake is van inbreuk op privacy, is de kern van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Die verplichting kan zelfs gelden als de publicatie bij de bron-website wel rechtmatig is.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelt dat zoekmachines persoonsgegevens 'verzamelen' en 'verwerken' en dat daarom de Europese 95/46/EG-richtlijn voor bescherming van met name het recht op privéleven van toepassing is. Bij inbreuk op het privacyrecht kan een burger daarom eisen dat de zoekmachine informatie en links over zijn persoon verwijdert. Aan zoekmachines kan het zelfs verplicht worden informatie te verwijderen die wel rechtmatig op andere websites staat. Het Hof gaat daarmee in tegen het eerdere advies van de advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie.
De zaak had betrekking op een Spaanse man die in 1998 werd genoemd in een krantenartikel, omdat zijn huis werd geveild vanwege openstaande schulden. Zijn naam verscheen onder andere bij de zoekresultaten van Google. Het verzoek van de man aan de krant om zijn naam te verwijderen uit het artikel werd niet ingewilligd en ook Google gaf niet thuis. Daarop stapte de man samen met de Spaanse privacywaakhond naar de rechter, die het Europese Hof van Justitie verzocht om een zogenaamde prejudiciële beslissing te nemen.
In zijn eerdere advies viel Google volgens de advocaat-generaal niet onder de Europese Richtlijn bescherming persoonsgegevens omdat het enkel data van derde partijen indexeert. Het Hof is het hier niet mee eens. "Door geautomatiseerd, onophoudelijk en systematisch op het internet te zoeken naar aldaar gepubliceerde informatie, 'verzamelt' de exploitant van een zoekmachine gegevens in de zin van de richtlijn", oordeelt het Hof. Ook is sprake van 'verwerking', omdat de zoekmachine data bij het indexeren "opvraagt, vastlegt en ordent" en "ter beschikking stelt" aan gebruikers via de resultaten.
Het Hof heeft meegewogen dat zoekmachines informatie van meerdere sites bundelen bij de resultaten. "De informatie heeft potentieel betrekking op tal van aspecten van het privéleven die zonder de zoekmachine niet of slechts zeer moeilijk met elkaar in verband hadden kunnen worden gebracht", staat in de uitspraak. Daarmee zouden internetters een gedetailleerd profiel op kunnen stellen van de personen naar wie is gezocht. Van belang op de mogelijke inbreuk is verder de grote rol van internet en zoekmachines vandaag de dag, die tot grote beschikbaarheid van de informatie kan zorgen.
Google beriep zich erop dat de zoekdienst 'Google Search' de persoonsgegevens niet als onderdeel van de activiteiten van Google Spanje verwerkt, maar hiermee is het Hof het niet eens. "Google Spanje is een dochteronderneming van Google Inc. op het Spaanse grondgebied en vormt daarmee een 'vestiging' in de zin van de richtlijn."
De uitspraak is van groot belang voor "het recht om vergeten te worden", waar privacyorganisaties al langer op hameren. Aan zoekmachines kan ook verplicht worden namen of andere gegevens te wissen die nog wel op de websites van derden staan en in bepaalde gevallen zelfs als die publicatie niet in strijd met de richtlijn bescherming persoonsgegevens is.
Ot van Daalen van advocatenkantoor Digital Defence zegt dat de uitspraak nog lang zal nagalmen: "Uit de uitspraak volgt dat het publiceren van links in eerste instantie rechtmatig kan zijn, maar op termijn onrechtmatig. Dat zoekmachines die links moeten verwijderen is de basis van het right to be forgotten." Wel waarschuwt hij dat het vonnis misbruikt kan worden waardoor verwijderingsverzoeken tot inbreuk op de vrijheid van meningsuiting kunnen leiden. Maar de basis van het vonnis is volgens hem een zege voor het privacyrecht: "In bepaalde context kan een publicatie rechtmatig zijn, terwijl het in een andere context, door bijvoorbeeld combinatie met andere gegevens, niet rechtmatig is."
Europees D66-lijsttrekker Sophie in ’t Veld noemt de uitspraak 'baanbrekend': "Met deze uitspraak stelt de rechter dat een zoekmachine geen simpel doorgeefluik is van persoonsgegevens, maar ook aansprakelijk kan worden gesteld voor de verwerking ervan." Ook is ze verheugd dat het HvJ oordeelt dat Google onder de Europese wet valt, ook al is het een Amerikaans bedrijf.
De woordvoerder van Google Nederland laat aan de Volkskrant weten de uitspraak 'teleurstellend voor zoekmachines en online uitgevers in het algemeen' te vinden: "We zijn zeer verbaasd dat het zo dramatisch verschilt van de opinie van de advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie en de waarschuwingen en consequenties die hij geschetst heeft."