Zoekmachines zijn niet verplicht om gevoelige data die is geïndexeerd te verwijderen. omdat zij niet gezien kunnen worden als 'beheerder' van de gevoelige informatie zoals in de Richtlijn bescherming persoonsgegevens staat beschreven.
Dat is te lezen in een advies van de advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie in een zaak tussen Google en de Spaanse privacywaakhond Agencia Española de Protección de Datos. Volgens de advocaat-generaal valt Google niet onder de Europese Richtlijn bescherming persoonsgegevens omdat het enkel data van derde partijen indexeert, en is het niet verplicht om gevoelige informatie te verwijderen. De data moet uiteraard wel met instemming van de website-eigenaren zijn geïndexeerd.
De zaak is gestart door een Spaanse man die in 1998 werd genoemd in een krantenartikel, omdat zijn huis werd geveild vanwege openstaande schulden. In 2009 deed de man een verzoek aan de krant om zijn naam te verwijderen zodat het artikel niet meer in de zoekresultaten van Google verscheen als op zijn naam werd gezocht. De krant weigerde het artikel te verwijderen omdat het op bevel van het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken was geplaatst.
Vervolgens klopte de man aan bij Google met het verzoek dat als er op zijn naam werd gezocht, er geen links naar de betreffende krant getoond werden, maar dat verzoek werd door de zoekgigant niet ingewilligd. Hierop deed hij zijn beklag bij de Spaanse privacywaakhond, die op zijn beurt een rechtszaak startte. De Spaanse rechter heeft het Europese Hof van Justitie verzocht om een zogenaamde prejudiciële beslissing te nemen.
Het gaat nog om een advies van de advocaat-generaal, maar dat wordt doorgaans overgenomen door de rechters van het Europese Hof van Justitie die de uiteindelijke uitspraak doen. Dat zal vermoedelijk over enkele maanden gebeuren; de precieze datum staat nog niet vast.