Yahoo, Google en Microsoft hebben onder de naam Global Network Initiative een gedragscode ondertekend die voorschrijft hoe er zaken moeten worden gedaan in landen met beperkingen op de vrijheid van meningsuiting.
De regels, die nog niet zijn gepubliceerd, zijn opgesteld in samenwerking met mensenrechtenorganisaties en de naleving ervan zal door onafhankelijke experts worden gecontroleerd, schrijft de Wall Street Journal. De gedragscode vereist onder meer dat privacybeperkende regels zo strikt mogelijk worden geïnterpreteerd en dat verzoeken om afgifte van gebruikersgegevens een schriftelijke motivatie moeten hebben. Ook moet een beslissing om zaken in een land te doen, worden voorafgegaan door uitgebreid onderzoek naar de reputatie van dat land op het gebied van privacy en vrijheid van meningsuiting. Diverse andere bedrijven, waaronder eBay, bezinnen zich nog op het ondertekenen van de gedragscode.
De bedrijven komen met de regels na jaren van kritiek op de manier van zakendoen van Amerikaanse bedrijven in met name China. Vooral Yahoo kreeg een paar keer de wind van voren naar aanleiding van het verstrekken van informatie over gebruikers, wat meerdere malen tot de arrestatie van dissidenten leidde. Ook Google kwam onder vuur te liggen vanwege het censureren van de zoekresultaten van zijn Chinese zoekmachine. Vorig jaar werd in de VS een wetsvoorstel ingediend om de handelsvrijheid in censuurlanden te beperken, onder meer door het plaatsen van servers in dergelijke landen te verbieden. Ook de afgifte van persoonlijke gegevens aan lokale autoriteiten zou, tenzij justitie in de VS dat goedkeurt, verboden moeten worden. Dit voorstel vonden Google, Microsoft en Yahoo te beperkend en ze zagen dan ook meer in zelfregulering.
Een mogelijk probleem is dat de bedrijven partners in censuurlanden hebben waarover ze geen operationele controle hebben. Zo is het Yahoo-merk in China in handen van het bedrijf Alibaba, waarin Yahoo een minderheidsaandeel heeft. Het Amerikaanse hoofdkantoor van Yahoo verweerde zich dan ook tegen de beschuldigingen over het vrijgeven van de identiteit van dissidenten met het argument dat het niet kan bepalen hoe zijn plaatselijke partner zich gedraagt. De gedragscode stelt dat de Amerikaanse onderneming in zulke gevallen zijn 'uiterste best' moet doen om te zorgen dat zakelijke partners, investeerders en toeleveranciers zich aan de regels houden.
Mortan Sklar van de World Organization for Human Rights USA heeft aangegeven de voorstellen niet te steunen, omdat er geen juridische verplichtingen voor de deelnemende bedrijven zijn. Hij wil onder meer uitgezocht zien in hoeverre Amerikaanse en internationale wetten worden overtreden door bedrijven die zaken doen in landen met vrijheidsbeperkingen.