Afgelopen vrijdag is Nobelprijswinnaar en nanotechnologiepionier Richard Erret Smalley overleden. Smalley ontving in 1996 de Nobelprijs voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de zogeheten 'Buckyballs', eigenlijk fullerenen geheten. Fullereen is een van de vier natuurlijke verschijningsvormen van koolstof, naast diamant, grafiet en ceraphite. De koolstofmoleculen kunnen holle vormen aannemen die bol-, ellips- of buisvormig zijn. De bolvormige fullerenen (C60) worden soms wel Buckyballs genoemd, een bijnaam die afgeleid is van Buckminsterfullereen, die deze naam op zijn beurt weer te danken heeft aan Richard Buckminster Fuller, een beroemde architect die sterke doch lichte bolvormige constructies maakte op basis van geoptimaliseerde bolvormige structuren. Een Buckyball kenmerkt zich door rangschikking van de koolstofatomen in vijf- en zeshoeken (zoals een voetbal), waarbij geen der vijfhoeken een zijde met een andere vijfhoek deelt. Buisvormige fullerenen worden ook wel Buckytubes (Buckybuizen) of nanotubes (nanobuizen) genoemd.
Richard E. Smalley en anderen voorspelden en ontdekten het bestaan van de bolvormige fullerenes, waarna hij met twee andere wetenschappers, Robert Curl en Harold Krotyo, de Nobelprijs ontving. Door de ontdekking van Buckyballs, die ook elektrische eigenschappen bezaten, kon het onderzoek naar nanotechnologie een enorme vlucht nemen. Smalleys onderzoeksteam ontwikkelde methodes om grotere hoeveelheden nanotubes te maken, wat van belang was voor de ontwikkeling van nanotechnologie. In 2000 richtte hij het bedrijf Carbon Nanotechnologies op, om grote hoeveelheden nanotubes voor onderzoek en commerciële toepassingen te produceren. Smalley leed aan kanker en werd 62 jaar oud. Hij laat een vrouw en twee zoons achter.