Toen Thomas Edison 125 jaar geleden licht bracht in de duisternis had hij onmogelijk kunnen vermoeden dat we vandaag een nano-gloeilamp zouden ontwikkelen. Enkele Chinese wetenschappers zijn er namelijk in geslaagd de wolfraamdraad te vervangen door carbon nanotubes. Door het gebruik van deze nanotubes is een lager voltage nodig voor dezelfde lichtopbrengst. Slechts drie tot vijf volt is voldoende in tegenstelling tot de benodigde zes volt bij een wolfraamdraad. Bovendien bleef een lamp meer dan 360 uur branden op 25 volt en werkte hij nog steeds nadat hij uit- en weer ingeschakeld werd. Bijkomend voordeel is dat de weerstand van dergelijke nanotubes niet blijkt te veranderen bij hoge temperaturen (tot 1750 Kelvin). Dit houdt in dat deze techniek gebruikt zou kunnen worden voor de ontwikkeling van kleine en nauwkeurige weerstanden die onder hoge temperaturen werkzaam zijn. Alhoewel er nog veel werk te verrichten is schatten de wetenschappers dat de technologie binnen drie tot vijf jaar zijn weg zal vinden naar praktische toepassingen.
