Vandaag is de Spring 2005-editie gestart van het Intel Developer Forum in San Francisco. Uiteraard wordt er tijdens deze editie van het IDF de nodige aandacht besteed aan de dual-coreprocessors van Intel die op de planning staan. Belangrijkste nieuws is dat de eerste dual-coreprocessor van Intel, die tot op heden bekendstond onder de naam Smithfield, de naam 'Pentium D' heeft gekregen.
Platformen
Zoals eerder werd gemeld, zal Intel in navolging van het Centrino-platform ook op andere gebieden zogenaamde platformen invoeren. Op de korte termijn zullen deze platformen gebaseerd worden op de dual-core-Pentiums en -Xeons. Op het gebied van de serverprocessors zijn er drie platformen te onderscheiden. In de hoogste regionen zal het Truland-platform zijn plaats moeten gaan vinden. Dit platform bestaat uit de E8850-chipset en meerdere Xeon MP-processors op basis van de 90nm dual-core Paxville-core. Daaronder komt het dual-processorplatform Bensley, dat bestaat uit de E7520-chipset, die ten hoogste twee Xeon-processors op basis van de Dempsey-core zal kunnen benutten. Deze Dempsey-core wordt op 65nm geproduceerd en staat voor 2006 op de planning. Tot slot is er nog het single-processorplatform Anchor Creek, dat gebaseerd is op de Pentium D en de Mukilteo-chipset.
Het Truland-platform, waarover we hier al eerder schreven, zal Intels Dual Independent Bus-architectuur ondersteunen. Dit moet het probleem oplossen van de beperkte bandbreede die door de verschillende processors tot op heden moest worden gedeeld in Xeon MP-systemen. In de nieuwe opzet krijgt elke processor in een tweesocketconfiguratie de beschikking over een 1066MHz FSB. De bandbreedte die elke 1066MHz-bus oplevert, moet dus nog steeds gedeeld worden door twee cores, maar het is al een stuk beter dan de enkele 667MHz-bus, die door alle processors moet worden gedeeld in huidige multi-processor Xeon-systemen. Daarbij biedt Truland ook ondersteuning voor quad-channel DDR2-400-geheugenconfiguraties.

Voor desktop- en officesystemen heeft Intel uiteraard ook een platform op de planning staan. Voor desktopsystemen was het al grotendeels bekend wat er te verwachten was, namelijk de dual-core-Smithfield gecombineerd met de 945/955X-chipset. Hetzelfde geldt voor officesystemen, waarvoor het platform tot op heden Lyndon is gedoopt.
Processors
Op processorgebied staan uiteraard ook de nodige vernieuwingen op de planning. Het eerste wat opvalt, is dat Intel de productaanduidingen iets lijkt te hebben veranderd. Zo zal de Pentium 4 gebaseerd op de Smithfield-core het zonder de '4' moeten doen. Deze processor zal namelijk door het leven gaan onder de naam 'Pentium D'. Deze nieuwe processor zal gaan functioneren op een kloksnelheid van tussen de 2,8 en 3,2GHz en geen ondersteuning bieden voor HyperThreading. De FSB van deze processor zal 800MHz bedragen, die echter door beide cores dus gedeeld moet worden. De processor zal, zoals reeds bekend was, geproduceerd worden op 90nm en een die-oppervlakte van 206mm2 hebben waarop 230 miljoen transistoren zullen worden geplaatst.
Zoals we vandaag al eerder schreven, zal er ook een nieuwe Pentium 4 Extreme Edition verschijnen met twee cores. Deze nieuwe processor zal de naam 'Pentium XE 840' krijgen en werken op een kloksnelheid van 3,2GHz. Deze processor zal, in tegenstelling tot de Pentium D, wel ingeschakelde HyperThreading hebben en daarnaast een FSB van 1066MHz. De prestatie van deze processor zou 50 tot 124 procent hoger liggen dan de 'oude' Pentium 4 EE op 3,73GHz met een enkele core. Uiteraard zijn dit cijfers van Intel die onder de meest ideale omstandigheden voor dual-coreprocessors zijn vastgesteld en wordt de prestatiewinst niet alleen gerealiseerd door de processor. Voor de benchmarks werd namelijk ook de nieuwe 945-chipset gebruikt, die DDR2-667-geheugen ondersteunt.
Verder inkrimpen tot 65nm
Ook voor de verdere toekomst is Intel uiteraard volop aan het ontwikkelen. Op het gebied van 65nm-technologie is nog weinig met zekerheid te zeggen, maar zoals het er nu naar uitziet, kunnen we het volgende verwachten. Voor de Itanium staat Tukwila op de planning, die uit twee of meer cores zal bestaan en voorheen onder de naam Tanglewood door het leven ging. Voor die tijd kunnen we nog de Montvale verwachten. Voor de Xeon MP is de Whitefield gepland, die volgens - onbevestigde - geruchten zal bestaan uit vier cores gebaseerd op de Pentium M-processor. Voordat deze echter op de markt verschijnt, staat de Tulsa nog op de planning, die bestaat uit twee Netburst-cores (P4) die worden geproduceerd op 65nm.
Op desktopgebied is Cedar Mill te verwachten, dat in essentie een 65nm-versie is van de huidige Pentium 4 en dus slechts één core zal hebben. Voor de Pentium 4 Extreme Edition staat de Pressler als opvolger op de planning, die een multi-chipprocessor zal worden die dus twee processors in één package zal huisvesten. Elke 'core' op deze processor krijgt 2MB L2-cache. Dit zou beter zijn voor de productieyields, maar is vanuit prestatieoogpunt waarschijnlijk niet de beste keuze. De meeste dual-coreprocessors gebruiken namelijk een arbiter die de toegang tot de FSB regelt, die in deze configuratie dus ontbreekt.
Opvallend is dat Intel op het IDF al een demosysteem had draaien met de 65nm-Pressler op 2GHz. Deze processor wordt namelijk pas in 2006 op de markt verwacht. Daarnaast was ook een werkende versie te zien van de Yonah-processor, die de opvolger moet worden van de huidige Dothan-core binnen het Centrino-platform. Uiteraard was ook de Smithfield in werkende toestand te bewonderen. Op servergebied was er een demosysteem te zien met de Montecino-core en een systeem dat gebruikmaakte van de Twin Castle-chipset, die twee Cranford-processors onder zijn hoede had.
