The Inquirer heeft wat informatie opgelepeld over een tweetal dual-core Xeon-processors die Intel op dit moment in ontwikkeling heeft onder de codenamen Paxville en Dempsey. Het grootste verschil tussen de twee is de manier waarop de chipset met ze om moet gaan. Paxville zal zich namelijk gedragen als twee aparte processors, terwijl Dempsey zichzelf aan de buitenwereld presenteert als één processor met twee cores. De laatste vorm heeft voor Intel het voordeel dat de FSB het een stuk minder zwaar krijgt. Intels bus wordt namelijk gedeeld tussen de processor(s) en de northbridge. Hoe meer processors op de bus hangen, hoe moeilijker het wordt om een hoge snelheid te bereiken. Zo plant het bedrijf voor Pentium 4 systemen al een 1066MHz FSB, terwijl de maximale snelheid voor de Xeon MP (die met maximaal vier chips op één bus gehangen kan worden) nog steeds op 400MHz zit.
De reden dat Intel voor zijn dual-core Pentium 4 niet meteen naar de betere implementatie gaat is dat de arbritragelogica van Dempsey - die de twee cores als één processor presenteert - niet op tijd klaar zal zijn om de confrontatie met AMD's dual-core Toledo aan te kunnen. Paxville zou dus een haastklus zijn om toch iets op tafel te kunnen leggen, ook al is het niet optimaal. Met de desktopversie van de Xeon Paxville hebben we overigens al eerder kennis kunnen maken: Smithfield is dus niet gebaseerd op Dothan .
Om verwarring tussen processors en cores te voorkomen wil Intel het voortaan overigens over de "S" van socket gaan hebben in plaats van over de "P" van processor. Met een 4S-systeem zal dus een server met vier sockets bedoeld worden. Daar kunnen dan eventueel multi-processor (zoals Paxville) of multi-core (zoals Dempsey) producten inzitten.