De discussie over softwarelicenties en dual-coreprocessors is niet nieuw, maar ook ver van uitgevochten. Intel en AMD werken beide aan chips met twee aparte cores, en het lijkt onvermijdelijk dat deze over enkele jaren de hele markt zullen domineren. Bij veel high-end software worden de licenties echter per processor verkocht, en als het aan bedrijven zoals IBM ligt dan zal een dual-coreprocessor gewoon als twee processors gaan tellen bij het berekenen van de prijs. Intel vindt dat onrealistisch; voor hen is dual-core gewoon een manier om extra performance te winnen, net zoals in de loop der jaren vele andere technieken zijn toegepast. AMD is het daarmee eens en voegt er aan toe dat het gewoon niet eerlijk zou zijn om de klanten ineens twee keer zoveel per processor te laten betalen.
Oracle, een andere softwaregigant, begrijpt dit standpunt maar reageert erop door te zeggen dat in de praktijk configuraties met één core per processor vervangen zullen worden door systemen met de helft minder dual-coreprocessors. Ook zij zijn dus van plan om de dual-coreprocessor als twee aparte processors te berekenen. Een derde speler, BEA, is wat schappelijker en voegt geen 100% maar 25% aan de prijs toe voor de tweede core. De grote vraag die tot nu toe onbeantwoord is gebleven is wat Microsoft zal doen. In een verklaring richting InformationWeek vertelt het bedrijf dat ze van een tweede core in principe net zoveel performancewinst verwachten als van een tweede processor, en dat er dus een flexibel licentiemodel zal moeten komen. Intel blijft ondertussen lobbyen voor een gunstige uitkomst van het debat voor de consument, zodat de softwarekosten geen domper worden op de populariteit van dual-coreprocessors.