De vice-president van Intel, Pat Gelsinger, heeft in een interview met het Duitse Golem bevestigd dat het afstapt van de Netburst-architectuur. De opvolgers van de Pentium 4 en de Xeon, zullen gebaseerd zijn op de Pentium M-architectuur. Deze verschenen eerder al, met de codenamen Conroe en Woodcrest, op de roadmap van Intel. Beide processorfamilies zijn uitgerust met twee cores, ondersteuning voor 64-bits instructies en uitgerust met 4MB L2-cachegeheugen. De architectuur van de Pentium M-processor, is gebaseerd op de P6-architectuur van onder andere de Pentium III. Hieraan heeft Intel echter wel de nodige dingen verbeterd en veranderd, waarbij er onder andere de FSB van de Pentium 4 geleend is en er gebruik gemaakt wordt van een verbeterde branchpredictor.
De Netburst-architectuur was de basis voor de Pentium 4-processor en Xeon-processor die Intel op respectievelijk 20 november 2000 en 21 mei 2001 introduceerde. Netburst kenmerkt zich door de diepe pipeline ten opzichte van andere processors, waardoor deze op hogere frequenties kan werken. Het nadeel is echter het hogere energieverbruik en de inefficiëntie van instructies, waardoor de Netburst-architectuur niet goed geschikt is voor mobiel gebruik. Vandaar dat Intel op 12 maart 2003 de Pentium M-processor introduceerde. Naast een diepe pipeline, heeft de Netburst-architectuur ook vele parallelle pipelines. Helaas bleken deze pipelines niet erg efficiënt gebruikt te worden, waarop Intel in 2002 HyperThreading introduceerde. Dit moet er in theorie voor zorgen dat niet gebruikte pipelines door een andere thread gebruikt kunnen worden. De praktijk wees echter uit dat de snelheidswinst niet gigantisch groot is.
