Intel heeft recent aangekondigd dat het zijn nieuwste Xeon DP-platform heeft gekwalificeerd voor gebruik in combinatie met Pentium M- en Celeron M-processors. Het gaat om de E7520 'Lindenhurst'-chipset, die ondersteuning biedt voor een 800MHz FSB en dual-channel DDR2-400 geheugen. Deze chipset is eigenlijk bedoeld voor servers met twee Nocona-processors aan boord, maar wordt sinds kort dus ook officieel ondersteund in combinatie met mobiele chips. Er zijn wel beperkingen: De Pentium M ondersteunt nadrukkelijk geen multi-processor opstelling, wat betekent dat er slechts één per moederbord geplaatst kan worden. Tevens is de bus van de mobiele core beperkt tot 400 of 533MHz (afhankelijk van het model). Sowieso kan de Pentium M niet zomaar op een Xeon-moederbord geprikt worden: Behalve de eerder genoemde verschillen gebruiken de twee processors namelijk totaal verschillende sockets. Toepassingen kunnen we dan ook alleen verwachten op gespecialiseerde moederborden, bijvoorbeeld voor blades. In dat segment kan de Pentium M met zijn 27 watt een stuk aantrekkelijker zijn dan de 100+ watt verstokende Xeon, en in sommige gevallen bovendien betere prestaties bieden dan de zuinige (55 watt) low-voltage versies daarvan.
Naast de E7520 heeft Intel ook de E7320 succesvol getest in combinatie met de Pentium M. Deze is qua features identiek aan Lindenhurst, maar heeft 8 in plaats van 24 PCI Express-lanes. Intel zal de volgende generatie Pentium M (de dual-core Yonah) waarschijnlijk wél geschikt gaan maken voor dual-processor werk. Meer details over de toekomstplannen van het bedrijf met betrekking tot de mobiele core zijn in dit artikel te vinden.
