AMD heeft zojuist in New York de langverwachte Opteron-processor gelanceerd. De Opteron werd voor het eerst voorgesteld op het MicroProcessor Forum in 1999, destijds onder de naam SledgeHammer. De combinatie van een 64-bits processor met 32-bits x86 compatibiliteit, een geïntegreerde geheugencontroller en een 'glueless' multi-processing architectuur middels Lightning Data Transport, tegenwoordig HyperTransport genoemd, zorgde drieënhalf jaar geleden al voor hoge verwachtiging. Ook vooruitstrevend was de toepassing van Silicon-on-Insulator (SOI) technologie, waarmee het energieverbruik van een chip verlaagd kan worden en/of de kloksnelheid kan worden verhoogd. Volgens de oorspronkelijke planning zou de Opteron in 2001 op de markt verschijnen. Vertragingen veroorzaakt door het weglopen van belangrijke chipdesigners tijdens de dotcom-boom en tegenslagen met betrekking tot de implementatie van SOI-technologie zorgden ervoor dat de Opteron uiteindelijk pas in het voorjaar van 2003 zou verschijnen.
Volgens Hector Ruiz, CEO van AMD, is de introductie van de Opteron het belangrijkste evenement dat in de ruim dertigjarige geschiedenis van de chipfabrikant heeft plaatsgevonden. Voor het eerst brengt AMD een platform op de markt dat specifiek is ontwikkeld voor server- en workstationtoepassingen, én voor het eerst heeft niet Intel maar AMD het initiatief genomen tot uitbreiding van de x86-instructieset. Naast de implementatie van 64-bit integers - de x87 FPU is al langer 80-bits - en 40-bit fysieke geheugenadresseringsruimte heeft AMD het aantal general purpose registers (GPR's) in de x86-64 instructieset verdubbeld naar zestien. Een gebrek aan GPR's is één van de grootste tekortkomingen van de x86-architectuur in vergelijking met RISC- en EPIC-processors, die vaak zijn voorzien van tientallen registers. In de registers bevinden zich de eigenlijke gegevens waarmee de processor zijn berekeningen uitvoert. Een groter aantal registers betekent dat de er minder vaak gegevens uit de L1 cache opgehaald of weggeschreven moeten worden. Volgens AMD vice president Dirk Meyer is de op het eerste oog kleine stap van acht naar zestien registers voldoende om 80 procent van de voordelen van een groter aantal GPR's te benutten.

Hector Ruiz met AMD Opteron-processor
Het Opteron-platform is in velerlei opzichten uniek te noemen. In de eerste plaats omdat de Opteron als eerste processor is gebaseerd op de x86-64-architectuur, maar ook in de wijze waarop de geheugenarchitectuur en interprocessor-communicatie zijn georganiseerd is de Opteron afwijkend van eerdere x86-processors. AMD heeft veel aandacht besteed aan verbetering van de geheugenarchitectuur. De conventionele opstelling van de northbridge als middelpunt tussen RAM en processor is bij de Opteron overboord gezet. In plaats daarvan beschikt de Opteron over een geïntegreerde geheugencontroller, die de latency naar het geheugen aanzienlijk verlaagt. De Opteron beschikt over een 128-bit geheugenbus met ondersteuning voor DDR200-, DDR266- en DDR333-geheugen.
In dual- en multi-processor configuraties communiceren de CPU's via directe HyperTransport verbindingen met elkaar. Omdat iedere processor over een eigen geheugencontroller beschikt kan een veel hogere schaalbaarheid gerealiseerd worden dan wanneer de processors via een gedeelde of point-to-point frontside bus communiceren met een gedeeld geheugen achter de northbridge. De geheugenbandbreedte kan nu immers meegroeien met het aantal processors. De opgetelde geheugenbandbreedte van een dual Opteron systeem kan door de hoge schaalbaarheid een voor de x86-wereld niet eerder vertoonde theoretische waarde van 10,66GB/s bereiken. Het zogenaamde 'glueless' multi-processing, waarbij geen chipset nodig is om de processors aan elkaar te 'lijmen', kan tot een maximum van acht Opteron-processors toegepast worden. Daarboven is een crossbar switch nodig om groepen van vier of acht Opteron-processors aan elkaar te knopen.
De verbeteringen, die AMD heeft aangebracht, hebben tot resultaat dat de Opteron het grootste aantal instructies per kloktik kan uitvoeren van alle x86-processors. Dankzij de hoge schaalbaarheid in multi-processor systemen is het de verwachting dat de Opteron in servertoepassing zeer goed zal presteren in verhouding met de Xeon en Itanium.

Appro 1122H dual Opteron server
De vandaag door AMD aangekondigde Opteron-processors zijn beschikbaar in drie kloksnelheden: 1,4GHz, 1,6GHz en 1,8GHz. De kloksnelheden komen overeen met recente verwachtingen, hoewel eerder werd gedacht dat AMD tijdens de lancering van het Opteron-platform ook 2GHz modellen zou presenteren. AMD heeft een nieuw systeem geïntroduceerd voor de naamgeving van de Opteron-modellen. Niet langer staat de kloksnelheid of een performance rating centraal. De Opteron-typeaanduiding is gebaseerd op een serienummer, waarvan het eerste getal aangeeft wat het maximale aantal processors per systeem is, en de laatste twee cijfers de relatieve prestaties aanduiden. De vandaag geïntroduceerde dual processor modellen hebben de aanduiding 240, 242 en 244 en worden geleverd voor een inkoopprijs van respectievelijk 283, 690 en 794 dollar. De 800-serie voor 4-way en 8-way zal nog dit kwartaal beschikbaar komen, gevolgd door de 100-serie voor single processor workstations in het derde kwartaal. Opteron-servers zijn vanaf heden verkrijgbaar bij Angstrom Microsystems, Appro International, Atipa Technologies, Boxx Technologies, Colfax International, Einux, M&A Technology, Microway, Western Scientific en RackSaver.
AMD heeft op zijn website een groot aantal benchmarks gepost waarin de Opteron wordt vergeleken met de Intel Xeon, Xeon MP en Itanium. De benchmarks zijn afkomstig van AMD. Enige consideratie is dus geboden. Toms' Hardware Guide heeft al voor het verstrijken van de NDA een review van de Opteron gepost. Wie geïnteresseerd is in een diepgaande vergelijking van de low-level- en serverprestaties van de Opteron kan beter wachten op de reviews van kwalitatief betere sites als AnandTech en Ace's Hardware. Hieronder is alvast een selectie van het benchmarksmateriaal van AMD:







