Van homecomputer naar smarthome
In de tijd van de homecomputers had je de keuze tussen Commodore, Atari of Apple, of je had een MSX-computer. Toen kwam Windows op en was dit jarenlang de standaard waar veel mensen niet omheen konden, al kon je dan wel weer de hardware samenstellen. Met de opkomst van de smartphone en de tablet werden de kaarten opnieuw geschud en kwam er weer meer keuze voor besturingssystemen.
Nu ook die markten zo'n beetje uitgekristalliseerd zijn, zien we een andere verschuiving: die van het OS van een enkel apparaat, naar een platform dat meerdere apparaten omvat. In het afgelopen jaar maakten de grote spelers enkele grote stappen met de vorming van dergelijke brede ecosystemen en de verwachting is dat dit nog maar het begin is.
Een belangrijke trend die voor het ontstaan van ecosystemen gezorgd heeft, is het naast elkaar bestaan van de drie voornaamste computingplatformen: smartphone, tablet en computer. Het is ongelooflijk hoe snel de smartphone tot wasdom is gekomen. Het is nog geen tien jaar geleden dat de eerste iPhone en Android-telefoon uitkwamen, de twee drijvende krachten achter de groeispurt van smartphones. Dit jaar gaan er zo'n 1,5 miljard smartphones over de toonbank en nog altijd groeit de verkoop. Maar die groei neemt af; vorig jaar was er bij de kwartaalgroei nog sprake van dubbele cijfers, zo'n 14 procent, maar dit jaar daalde dat naar 5 á 7 procent. De verkoop van tablets is al over zijn hoogtepunt heen en lijkt nu stabiel op iets minder dan 200 miljoen stuks per jaar uit te komen.
De pc- en laptopverkoop is inmiddels al langer op zijn retour. De verkoop is inmiddels gedaald naar minder dan 300 miljoen pc's per jaar. Elk kwartaal weer lijkt de verkoop te dalen, maar gezien de enorme opmars van smartphones en tablets worden er eigenlijk nog verrassend veel pc's en laptops verkocht. In 2010 bijvoorbeeld, tijdens de hoogtijdagen, gingen er met 350 miljoen pc's niet eens zo heel veel meer over de toonbank en in 2003 spraken we van 'maar liefst' 152 miljoen desktops en laptops die er in dat jaar verkocht waren.
De grote groei bij de drie platformen is er dus uit, maar er zijn erg veel computingapparaten. Fabrikanten zullen de bestaande lucratieve taart onderling moeten verdelen, met hevige concurrentie tot gevolg. Dan wil je dat niemand je platform verlaat en beter nog: je wilt meerdere platformen domineren. Ook wil je het liefst nieuwe productcategorieën toevoegen, zoals met smartwatches en vr-brillen gebeurt. Daarnaast voeg je diensten toe die exclusief, of vooral goed met jouw producten werken, zoals betaal- of opslagdiensten. Zo raakt de consument langzaam ingekapseld in een omgeving van op elkaar aansluitende producten en diensten.
De strijd der ecosystemen zal bepalen welke techbedrijven de komende decennia gaan domineren. Wat deden die bedrijven afgelopen jaar bij deze strijd en wat kunnen we verwachten?
/i/2001352249.png?f=imagenormal)
Afbeelding afkomstig van Microsoft
De grote drie: Apple
De kans is groot dat je nu gebruikmaakt van een product of dienst van minstens een van deze drie bedrijven: Google, Apple en Microsoft. Alle drie hebben ze in 2016 belangrijke stappen gezet om hun ecosysteem uit te breiden.
Het bedrijf dat de beste papieren lijkt te hebben om mensen binnen zijn eigen omgeving te houden is Apple; het maakt veel verschillende hardwareproducten en ontwikkelt zelf al decennia lang software. Klanten van het bedrijf uit Cupertino zijn trouw en gewend aan de walled garden van Apple: de besturingssystemen van het bedrijf zijn relatief gesloten en Apple staat niet toe dat gebruikers hier teveel gaan rotzooien. Het grote voordeel voor Apple is dat het er zo voor kan zorgen dat zijn eigen hardwareproducten en diensten goed op elkaar aansluiten en onderling het beste samenwerken.
Authenticatie via elk product
Een voorbeeld hiervan is Apple Pay. Afgelopen jaar introduceerde Apple zijn betaaldienst in de Europese landen Frankrijk, Zwitserland en Spanje. Daarmee gaat de uitrol gestaag door en de verwachting is dat de dienst ook naar de Benelux komt. Hoe meer gebruikers gewend raken aan het betalen met hun iPhone en/of Apple Watch, hoe minder ze geneigd zijn over te stappen op Android. De authenticatietechniek die Apple Pay mogelijk maakt is echter voor veel meer in te zetten.
De betaaldienst werkt op basis van de Touch ID-vingerafdruksensor in combinatie met de Secure Enclave-architectuur, waarbij de biometrische gegevens op een aparte afgeschermde chip opgeslagen worden. Apple integreerde dit al in zijn iPhones en iPads, en sinds eind dit jaar hebben ook de nieuwe MacBook Pro-modellen met touchbar de authenticatiemethode.

Niet alleen kun je hiermee betalen via Apple Pay en bijvoorbeeld in iTunes en de Mac Store afrekenen, maar ook kun je snel van account wisselen. Net als bij iOS kunnen ontwikkelaars ondersteuning toevoegen in applicaties, voor toegang tot bijvoorbeeld wachtwoordmanagers en banksoftware. Daarnaast ondersteunt Safari nu Apple Pay, dus als je aankopen doet bij webwinkels die dit aanbieden, kun je op je laptop via Touch ID afrekenen met de betaaldienst. Heeft je MacBook nog geen Touch ID? Dan kun je de bestelling die je op je laptop hebt gedaan afrekenen via je Apple Watch of iPhone.
Apple heeft bij Touch ID en Pay veel werk gemaakt van de beveiliging. Beveiligingsexperts concludeerden onlangs na onderzoek dat Apple bij iOS zijn encryptie beter op orde heeft dan Android. Apple zelf benadrukt steeds vaker dat de privacy van gebruikers bij hen in goede handen is, omdat het niet afhankelijk is van data van gebruikers voor zijn inkomsten. Er is veel aandacht voor beveiliging en privacy en het zou in de toekomst wel eens een grotere rol kunnen spelen bij de keuze voor een ecosysteem.
De brug tussen iOS en macOS
Sinds de introductie van OS X Yosemite in 2014 bouwt Apple allerlei bruggetjes tussen iOS en zijn OS voor de Mac. Met de release van macOS Sierra afgelopen herfst zijn er weer een paar functies bijgekomen. Zo kun je met een Apple Watch je Mac-computer ontgrendelen door deze simpelweg in de buurt te houden.
Een handige functie is Universal Clipboard: als je ingelogd bent bij iCloud, kun je tekst, links en andere zaken knippen op het ene apparaat, en deze plakken op het andere. Veel van de Continuity-functies, zoals Apple ze noemt, zijn erop gericht om gebruikers door te laten werken met behoud van toegang tot gegevens, ook al wisselen ze van Apple-apparaat. Apple noemt dit Handoff. Apple doet dit zoveel mogelijk achter de schermen via iCloud. Zo werden al contacten, agenda's, herinneringen, notities en bladwijzers gesynchroniseerd tussen iOS en macOS, maar bij Sierra kwam hier nog eens de desktop en documentenmap bij. Zo kun je je desktop-items op je MacBook benaderen via je je iPhone of iPad.
/i/2001347601.jpeg?f=imagenormal)
Dit zijn misschien niet de meest spectaculaire functies, maar het zijn de soort mogelijkheden die het gebruik van meerdere Apple-apparaten comfortabeler maken en die gebruikers waarschijnlijk gaan missen bij een overstap naar een concurrerend product.
Het valt op dat Apple relatief kleine stappen maakt bij het verbinden van iOS met macOS. Keer op keer benadrukt Apple dat het smartphones en tablets aan de ene kant, en laptops en desktops aan de andere kant als twee totaal verschillende platformen ziet. In november liet Phil Schiller weten dat testen met touchscreens op MacBooks op niets uitliepen.
Een andere reden waarom iOS en macOS niet zoveel naar elkaar toegroeien is dat macOS op x86 gebaseerd is en iOS op ARM. Er zijn al lang geruchten dat Apple zijn eigen A-serie van socs ook voor Mac-systemen wil inzetten. Daarvoor zou macOS flink aangepast moeten worden, maar het zou Apple meer controle geven over de hardware en het zou voor meer mogelijkheden kunnen zorgen om iPhones, iPads en Mac-systemen met elkaar samen te laten werken. Het ontwikkelteam van macOS zou al onderdeel uitmaken van dat van iOS.
Tegelijk zijn er berichten dat de Mac niet meer de aandacht heeft bij Apple die het ooit had. Puur naar omzet gekeken is dat niet vreemd: de iPhone en iPad zorgen voor 75 procent van de omzet, de Mac maar voor 10 procent. Bovendien haalt Apple steeds meer omzet uit diensten, en de Mac draagt daar maar voor een zeer bescheiden deel aan bij. Als Apple de Mac teveel links laat liggen, riskeert het wel de trouwe die-hard gebruikers van zich te vervreemden, wat de opmaat kan zijn voor anderen om het ecosysteem te verlaten. De leveringen van het aantal Mac-systemen laten over een periode van tien jaar een minieme, maar zekere stijging zien, ondanks dat de pc-markt krimpt. Dat zou een aanwijzing kunnen zijn voor de aantrekkingskracht van het Apple-ecosysteem als geheel.
De grote drie: Microsoft
Hoewel Apple dus vergevorderd is met het optuigen van een breed ecosysteem, is het Microsoft die hier het nadrukkelijkst op inzet met zijn 'One Windows'-strategie. Er is een ontwikkelteam dat de verschillende Windows-versies maakt en die varianten hebben allemaal dezelfde core. Bovendien is er een enkele app-winkel, voor alle verschillende Windows-producten.
/i/2001347209.jpeg?f=imagenormal)
"Het duurde lang voor we op het punt met het Universal Windows Platform waren waar we nu zijn", vertelde Steve Guggenheimer, Chief Evangelist voor ontwikkelaars bij Microsoft eind november tegen Tweakers. "Nu kunnen we tempo maken met het toevoegen van nieuwe functionaliteit voor gebruikers en ontwikkelaars."
Alles op Windows
Een belangrijk resultaat dit jaar was bijvoorbeeld de komst van de eerste UWP-apps voor de Xbox One. De console draait Windows 10-apps waardoor Xbox Play Anywhere mogelijk wordt: als je bepaalde games in de Windows Store aanschaft, kun je ze zowel op de Xbox als op je Windows-pc draaien. In eerste instantie waren dat de games Gears of War 4, Forza Horizon 3, ReCore, Halo Wars 2 en Crackdown 3. Tegen UWP voor games was kritiek: gamers vrezen dat het vereiste van de Windows Store concurrerende distributiemethoden zoals Steam buitenspel zet.
Microsoft zal hoe dan ook doorgaan met het laten overlappen van gamefunctionaliteit van Windows 10 en de Xbox. Eind 2016 bracht een update gedeelde sociale functies naar beide platformen, zoals het vormen van community's van gamers met dezelfde interesses. In 2017 verschijnt de Creator's Update die het houden van toernooien en het livestreamen van gamebeelden naar zowel de console als de pc brengt.
De pc is natuurlijk de bakermat van Windows en hier verloopt het wisselen van apparaat ook het soepelst. Dankzij het Microsoft-account kun je van je desktopsysteem naar je laptop overstappen, met behoud van je instellingen en het uiterlijk van het OS. Synchroniseren van bestanden kan via OneDrive.
Microsoft optimaliseert Windows steeds meer voor touchscreens, zoals door de toevoeging van Ink bij de Anniversary Update, dus bij het wisselen naar een 2-in-1-apparaat heb je aan de ene kant je vertrouwde Windows-omgeving en aan de andere kant functionaliteit voor touchscreens en de stylus. Op de markt voor de convertible tablets is Microsoft nog heer en meester en deze markt groeit nog altijd, in tegenstelling tot die voor de overige tablets. Met zijn positie op de console-, desktop-, laptop- en 2-in-1-markt heeft Microsoft dus belangrijke pijlers voor een breed ecosysteem.
De missende schakel
De grote olifant in de kamer is het marktaandeel op de smartphonemarkt. Die is namelijk nihil en dat is funest voor het Universal Windows-concept. Windows 10 Mobile kreeg weliswaar een broodnodige update en er verschenen opvallende, zakelijke, Windows Phones van partners, maar de achterstand op Android en iOS lijkt onoverbrugbaar.
Maar Microsoft is een bedrijf met een lange adem en begin december was daar opeens een konijn uit de hoge hoed: er verschijnt een Windows 10-versie voor ARM die via emulatie x86-software kan draaien. Dit zet niet alleen de deur open naar een nieuwe lichting W10-laptops en -tablets met arm-chips maar ook naar smartphones die x86-programma's kunnen draaien. En dit is van belang voor de technologie die een sluimerend, maar belangrijk onderdeel vormt voor Microsofts ecosysteem: Continuum.
/i/2001347603.jpeg?f=imagenormal)
De gedachte is dat smartphones in de toekomst zo krachtig worden, dat ze ook prima voor desktopgebruik ingezet kunnen worden. Continuum werkt ook nu al bij een aantal Windows Phones, maar dan kunnen ze maar een select aantal applicaties draaien. De werking is beperkt en nog niet zo soepel, zagen we bij de review van de Lumia 950, maar het is een begin. Bij krachtige W10-smartphones die x86-programma's draaien zou het wel eens een aantrekkelijk selling point kunnen worden.
Zo'n smartphone zou bovendien wel eens van de hand van Microsoft zelf kunnen komen. Er zijn al jaren geruchten over de komst van een Surface Phone en eind dit jaar werden die steeds concreter. Het zou gaan om twee 5,5"-smartphones waarvan een met Qualcomm Snapdragon 835 en 6GB ram. Microsoft maakt natuurlijk al langer zelf telefoons, de Lumia-modellen. Dit komt voort uit de overname van Nokia. Het bedrijf zou stoppen met Lumia en zijn smartphonestrategie nieuw leven in willen blazen door gebruik te maken van de goede naam die het heeft opgebouwd met de Surface-lijn.
Microsoft: hardwarefabrikant
Met die lijn zet Microsoft zich steeds meer op de kaart als hardwarefabrikant. Eind oktober presenteerde het bedrijf zijn Surface Studio-all-in-one, waarmee het de iMac probeert te beconcurreren en grafisch professionals aan zich wil binden. Traditiegetrouw is dit Apples publiek. Microsoft claimt dat de Surface-producten een soort showcases voor technologie zijn, waar partners ook van kunnen profiteren, maar de vraag is hoe lang het bedrijf dit vol kan houden. Het bedrijf jubelt over de recordverkopen van de Surface-systemen. Wie had een paar jaar geleden kunnen denken dat Microsoft zijn eigen smartphones, laptops, tablets en desktops zou maken? Het toont aan dat het in eigen huis maken van zowel de hardware als de software steeds belangrijker is geworden.
/i/2001277949.jpeg?f=imagenormal)
Minstens zo belangrijk is het hebben van een goed app-ecosysteem en Microsoft weet dit als geen ander. Het gebrek aan apps werd altijd genoemd als een van de grootste minpunten van Windows Phone. Microsoft heeft daarom flink geïnvesteerd in ontwikkelingtools. Aan het begin van het jaar werd Xamarin overgenomen, een grote speler op gebied van crossplatform-ontwikkelplatformen. Xamarin werd geïntegreerd in Visual Studio en ook verscheen er een macOS-versie van Visual Studio. Door ontwikkelaars aan zich te binden, voor welk platform dan ook, garandeert Microsoft dat ze in aanraking blijven komen met ontwikkeling voor het Unified Windows Platform.
Microsoft hoopt dat ontwikkelaars applicaties voor zoveel mogelijk platformen geschikt maken en geeft daarbij zelf het voorbeeld. Van de Office-apps, Cortana en OneDrive tot Xbox, Translator, Skype en Solitaire aan toe: het bedrijf maakt veel apps beschikbaar voor iOS en Android. Van de grote melkkoe Office is een deel van de apps zelfs gratis, een grote verandering van strategie ten opzichte van een paar jaar geleden.
/i/2001347431.jpeg?f=imagenormal)
De grote drie: Google
Op het terrein waar Microsoft zwaar ondervertegenwoordigd is, zit Google juist in een enorme luxepositie: de mobiele markt. Android is heer en meester bij smartphones. Een ander punt waar Google veel sterker vertegenwoordigd is dan zijn twee rivalen is diensten. De zoekmachine, YouTube, Gmail, Docs en Maps: allemaal hebben ze miljoenen gebruikers.
Google verdient dan ook niet aan de verkoop van producten of diensten, maar vooral aan advertenties en alles wat het bedrijf doet moet in dit licht bekeken worden. "Google is een grote hoeveelheid data. We hebben kliks en ads en data over wat mensen doen op hun telefoon, met apps en YouTube. Dit kunnen we gebruiken om machine learning te trainen en zo diensten te verbeteren", zei Alphabet-voorzitter Eric Schmidt in Amsterdam bij het Startup Festival. Volgens hem zal Google altijd om advertenties blijven draaien.
Het is om deze reden dat Google zijn diensten en apps altijd op zoveel mogelijk platformen beschikbaar maakt. Sommige van de populairste apps op iOS zijn van Google. Dit is een groot verschil met Apple zelf, dat zijn diensten zoveel mogelijk binnen zijn walled garden houdt. Microsoft volgt de laatste jaren Googles strategie, met de release van apps op iOS en Android, zoals die voor Office. De focus op diensten maakt ook dat Google tegenover Apple en Microsoft sterk ondervertegenwoordigd was met hardware, tot eind dit jaar.

Google: smartphonefabrikant
Google was al deels verantwoordelijk voor de Nexus-lijn van smartphones, maar hoe populair die ook bij Tweakers waren, zijn die nooit bedoeld om een groot marktaandeel te behalen. Het waren showmodellen voor nieuwe technologie en de mogelijkheden van Android. Dat alles veranderde met de komst van de Pixel-smartphones. Google bepaalt het ontwerp, de hardware en past de software aan en concurreert zo niet alleen met Apples iPhones maar ook met Android-smartphones van partners. Google adverteert ermee en geeft geen subsidie op de prijs, want die is hoog. Google wil er veel verkopen en er geld mee verdienen. Het is meteen een signaal aan fabrikanten van Android-smartphones, die laks zijn met het updaten van de software.
/i/2001253229.jpeg?f=imagenormal)
Het bedrijf wil met de Pixels een publiek aanspreken dat nu nog vaak voor de iPhone kiest: veeleisende gebruikers die snel updates willen en hoge eisen stellen aan accuduur en de camera. Pixel-specifieke diensten als de Assistent moeten gebruikers over de streep trekken meer te betalen dan ze gewend zijn voor een Android-toestel. Waarschijnlijk is het voor Google een eerste stap in een poging de controle terug te pakken over een deel van zijn ecosysteem. De versnippering van het Android-landschap vormt een bedreiging voor de aantrekkingskracht van dat ecosysteem en de mogelijkheden voor Google om nieuwe diensten en technieken naar de massa te brengen.
Zo spectaculair als de aankondiging van de smartphones was, zo stil bleef het rond die andere Pixel-hardwareproducten van Google, de laptop en de tablet. De laptop is inmiddels uitgefaseerd en de Pixel C-tablet lijdt een kwijnend bestaan. Het grootste manco was de software, vonden wij in onze review. Android is niet gemaakt voor een tablet met toetsenbord en inderdaad leek Google zelf ook te twijfelen of het systeem Android, Chrome OS of beide moest draaien.
/i/2000875718.jpeg?f=imagenormal)
Dit voorbeeld illustreert perfect het probleem van Google voor het uitbouwen van zijn ecosysteem naar de markt voor desktops, laptops en 2-in-1-convertibles, de segmenten waar juist Microsoft een luxepositie heeft. Google heeft aan de ene kant Android, met zijn volledig op touch gerichte functionaliteit en zijn enorme app-aanbod, en aan de andere kant het lichtgewicht Chrome OS, dat het moet hebben van web-apps. Wie de staat van web-apps wil weten hoeft alleen maar Googles al in jaren niet bijgewerkte Chrome Web Store te aanschouwen.
Android dringt Chrome OS binnen
De bruggetjes die Google bouwde tussen Chromebooks en Android-smartphones waren beperkt, maar je kunt al wel met Smart Lock de laptops ontgrendelen door je smartphone in de buurt te houden. Om Chrome OS voor een groter publiek aantrekkelijk te maken dan alleen binnen de klaslokalen, moest er meer gebeuren. Het samenvoegen van zijn beide besturingssystemen is al jaren onderwerp van geruchten en dit jaar was het dan zover: binnen Chrome OS is de Play Store beschikbaar gekomen zodat een deel van de Chromebooks Android-apps kan draaien.
/i/2001126627.png?f=imagenormal)
De interesse van fabrikanten voor Chrome OS is hierdoor toegenomen en er zijn inmiddels high-end Chromebooks, modellen voor de zakelijke markt en convertibles met stylus-ondersteuning op komst. Waarschijnlijk zit er nog veel meer in het vat. Er zijn geruchten over de komst van een nieuw besturingssysteem met de naam Andromeda, dat als een samenvoeging van Chrome OS en Android gezien moet worden. Google zou het OS willen introduceren met een nieuwe Pixel-laptop met tabletmodus.
De mogelijkheden van een dual-OS-systeem zijn intrigerend: Android in tablet-modus en Chrome OS bij gebruik als een laptop. En wat weerhoudt Google ervan om dan zijn eigen Continuum te implementeren, waarbij je Android-toestel je een Chrome OS-desktop voorschotelt bij aansluiting op een monitor, toetsenbord en muis?
/i/2001264723.jpeg?f=imagenormal)
...en de rest?
Echte concurrentie hebben de drie zwaargewichten niet wat betreft het aanbod van een breed ecosysteem met hardware en software, maar wel zijn er enkele partijen die grote groepen gebruikers aan zich verbonden hebben ten nadele van het trio.
Amazon: succes met goedkope hardware
Amazon is een concurrent van met name Google, gericht op de verkoop van producten in plaats van advertenties. De tablets van het bedrijf draaien ironisch genoeg op een besturingssysteem dat op Android is gebaseerd. Het bedrijf kondigde vorig jaar een Fire-tablet van 60 euro aan, waarmee het inmiddels de vijfde plek op de ranglijst van tabletverkopers heeft bemachtigd.
Amazon heeft meer hardware, zoals de Kindle-readers en de Fire TV-mediaspelers. Hoewel de Fire Phone een flop was, kan Amazon het Google met zijn combinatie van goedkope hardware en uitgebreide dienstenaanbod flink lastig maken. Niet voor niets wijst Google keer op keer naar Amazon bij klachten over misbruik van zijn monopoliepositie. Tot nu toe is dit grotendeels langs consumenten in de Benelux gegaan, maar inmiddels is Video Prime hier beschikbaar. Hoewel de eerste ervaringen niet bepaald lovend waren, verovert deze ambitieuze grootmacht steeds meer terrein buiten de VS. Een van de belangrijkste producten lijkt de Echo-speaker met spraakassistent te worden, daarvan zouden er in de VS al meer dan vijf miljoen verkocht zijn.
/i/2000735617.jpeg?f=imagenormal)
Samsung: alles op Tizen
Met zijn enorme aanbod van elektronica, zou Samsung in de gelegenheid moeten zijn zich te onderscheiden als een echt ecosysteem. Het bedrijf mist echter het beheer over een softwareplatform met apps en is ook niet erg succesvol met zijn diensten.
Het is niet dat het Koreaanse bedrijf het niet probeert. Het zet al jaren flink in op Tizen, het besturingssysteem dat inmiddels smartwatches, tv's, koelkasten, airconditioners en nog veel meer aandrijft. Op termijn zou het OS er ook voor moeten zorgen dat Samsung niet meer afhankelijk is van Android bij smartphones, schreven Koreaanse media deze zomer. Het is de vraag of Samsung via smartphones zijn ecosysteem aantrekkelijk gaat maken, waarschijnlijk is de kans groter dat dit via smarthomeproducten verloopt. Samsung verkoopt al veel slimme huishoudelijke apparaten en kan deze steeds in een enkel platform onderbrengen.
/i/2001347651.png?f=imagenormal)
Facebook: de socialmonopolist
Over Facebook Phones horen we al een tijd niets meer, maar eigenlijk heeft het bedrijf eigen hardware niet eens nodig. Er lijkt geen smartphone ter wereld te zijn die niet minstens een app van een Facebook-dienst geïnstalleerd heeft. Diensten als Facebook zelf, Instagram, WhatsApp en Messenger worden zo veel gebruikt, dat grote groepen gebruikers daarbuiten nauwelijks in aanraking komen met internet.
Inmiddels maken 1,18 miljard gebruikers wereldwijd gebruik van Facebook. In die zin is het het grootste platform van allemaal. Facebook probeert alle nieuwsconsumptie, videoweergave en communicatie binnen zijn eigen omgeving plaats te laten vinden en het bedrijf heeft een App Center en gameplatform. Het bedrijf gokt op virtual reality als sociale ontmoetingsplek van de toekomst en investeert daarom flink in vr-brillen van dochterbedrijf Oculus. Welke plannen Facebook verder met hardware heeft is niet bekend. Het bedrijf onthulde in augustus zijn eigen hardwarelab, maar lijkt daar vooral aan hardware voor datacenters en netwerken te werken.
/i/2001347655.png?f=imagenormal)
De drie ecosystemen: een overzicht
|
Apple |
Microsoft |
Google |
Besturingssystemen |
iOS, macOS, watchOS, tvOS |
W10, W10 Mobile, W10 IoT, Holograpic, W10 voor Xbox One |
Android, Android Wear, Android TV, Chrome OS |
Zoekmachine |
- |
Bing |
Google |
Clouddienst opslag |
iCloud |
OneDrive |
Google Drive |
Clouddienstcomputing |
iCloud |
Azure |
Google Cloud |
Office |
iWork |
Microsoft Office |
Google Docs |
Downloadwinkel |
iOS App Store, Mac App Store |
Windows Store, Xbox Store, Windows Phone Store |
Google Play, Chrome Webstore |
Apps op concurrerende platformen |
Nee (uitz: Apple Music) |
Ja |
Ja |
Instant messaging/videotelefonie
|
iMessage, FaceTime |
Skype |
Google Allo/Hangouts |
Webmail
|
iCloud Mail |
Outlook |
Gmail |
Muziekdienst |
iTunes, Apple Music |
Groove Music |
Play Music |
Videoplatform |
iTunes |
Movies & TV |
Youtube, Play Movies |
Plattegrond/navigatie |
Apple Kaarten |
Bing Maps |
Google Maps |
Betaaldienst |
Apple Pay |
Microsoft Wallet |
Android Pay |
Biometrische authenticatie |
Touch ID |
Hello |
Trust API (op komst) |
Persoonlijke assistent |
Siri |
Cortana |
Google Assistent, Now |
Eigen hardware smartphone |
iPhone |
Lumia |
Pixel Phone |
Eigen hardware tablet |
iPad |
Surface (Pro) |
Pixel C |
Eigen hardware laptop |
MacBook (Pro) |
Surface Book |
Chromebook Pixel (uitgefaseerd) |
Eigen hardware desktop |
iMac, Mac Pro, Mac mini |
Surface Studio |
- |
Overige hardware |
Apple Watch, Apple tv, iPod |
Xbox One, HoloLens |
Nest, Chromecast (Audio), Home, Wifi |
De toekomst is aan de assistent
De basis van de keuze voor Apple, Microsoft of Google was tot nu toe het besturingssysteem en de apps of programma's. Die bepalen voor het grootste deel het gebruiksgemak, of de bediening nu met een touchscreen of met muis en toetsenbord verloopt. Alle grote techfabrikanten werken momenteel echter aan digitale assistenten die werken met spraakbediening. In de toekomst zou je keuze voor een bepaald platform dus wel eens bepaald kunnen worden door de mate waarin de assistent je van dienst is.
Veel tweakers zullen nog moeite hebben om tegen hun systeem te praten, maar techbedrijven zijn ervan overtuigd dat we in de toekomst met apparaten kunnen converseren, als ware het mensen. Apple was de eerste met Siri, die in 2011 op de iPhone 4S geïntroduceerd werd. Naast iOS is de assistent op watchOS en tvOS te gebruiken. Met de afstandsbediening van de Apple tv kun je zo spraakopdrachten invoeren, sinds september van dit jaar kan dat ook in het Nederlands. Als laatste OS kreeg het besturingssysteem voor de Mac Siri-ondersteuning, met het verschijnen van macOS Sierra.
Met een assistent kun je spraakgestuurd informatie opvragen, programma's starten, afspraken inplannen, mensen bellen, tickets boeken, mail voor laten lezen, enzovoorts, maar voor Apple is Siri nog om een andere reden belangrijk. De assistent is namelijk te gebruiken voor HomeKit. Dit is Apples smarthomeplatform en verbindt producten van derde partijen met elkaar en Apples producten, als die HomeKit ondersteunen. Zo kun je een Hue-lamp van Philips dimmen door dit te zeggen tegen Siri. Smarthome krijgt zo een centrale plek in Apples ecosysteem: wie zijn huis ingericht heeft met apparaten die HomeKit-ondersteunen en wie gewend is geraakt aan de bediening met Siri, zal niet snel overstappen op een concurrerend platform.
De ceo van Microsoft, Satya Nadella, benadrukte tijdens het Build 2016-evenement het belang van Cortana voor Windows: 'Het is een persoonlijke digitale assistent die jou kent, je wereld kent en altijd bij je is, op al je apparaten.' Microsoft spreekt van 'conversatie-als-platform' en denkt dat op een natuurlijke manier converseren met systemen de toekomst is. Het bedrijf ziet natuurlijke taal als de nieuwe userinterface, maar voegt daar nog wat aan toe: bots zijn de nieuwe apps en digitale assistenten zijn meta-apps annex nieuwe browsers.
Microsoft wil Cortana naar zoveel mogelijk apparaten brengen, ook die van concurrenten. Hierdoor vormt de assistent een koppeling tussen alle apparaten van een gebruiker. Cortana op Android kan zo bijvoorbeeld de notificaties van de smartphone naar een Windows 10-systeem sturen en die daar tonen. Net als Apple met HomeKit, wil Microsoft een platform voor smarthomes uitbrengen, uiteraard met Cortana als centrale bediening. De assistent komt dan ook naar internet-of-things-apparaten, die bij voorkeur een scherm bevatten, maar Harman Kardon toonde bijvoorbeeld al een slimme speaker zonder scherm, die onder andere gebruikt kan worden om muziek af te spelen.
Dat zo'n speaker met assistent een centraal onderdeel van de huiskamer kan worden, zag Amazon al in 2014 in: toen bracht het de inmiddels zeer populaire Echo uit. Deze werkt met Amazons Alexa-assistent. Steeds meer smarthomefabrikanten ondersteunen Alexa, zoals Logitech, LG en Samsung, wat Apple en Google zenuwachtig maakt. Google kondigde eerder dit jaar zijn eigen Home-apparaat aan en Apple werkt volgens geruchten ook aan zo'n hardwareapparaat specifiek voor Siri.
Samsung zou Samsung niet zijn als het niet ook aan een eigen assistent zou werken. Het bedrijf demonstreerde Viv, zoals de assistent heet, onlangs en deze zou volgend jaar in de Galaxy S8 terechtkomen. Een van de onderscheidende eigenschappen zou zijn dat Viv zelf nieuwe functionaliteit kan creëren op basis van het gebruik. Viv kan een bedreiging vormen voor Google Now op Android.
Of Google Now uitgroeit tot een volwaardige assistent is hoe dan ook ongewis. Google zelf voorziet zijn Home-apparaat en Pixel-smartphones van de Google Assistent, die geavanceerder is en in staat is conversaties te voeren. Het Home-apparaat met de assistent ondersteunt onder andere Philips Hue en Samsung SmartThings. Het moet de centrale bediening worden voor smarthometoepassingen.
Tot slot
Don't put all your eggs in one basket is een wijze uitspraak, maar dat zeiden ze ook bij tripleplay, het afnemen van internet, tv en telefonie bij een enkele aanbieder. Toch neemt een ruime meerderheid van de Nederlandse huishoudens dit nu af en groeit de populariteit van quadplay, waarbij ook mobiele telefonie onderdeel is.
Als er genoeg voordeel te behalen is, kiezen mensen maar wat graag voor een enkele partij voor al hun diensten. Zo ver is het met techapparaten en -diensten nog lang niet. Als je een Android-telefoon hebt, een Windows-laptop en een iMac thuis, dan mis je niet veel ten opzichte van iemand die dit allemaal van bijvoorbeeld Apple heeft.
Maar fabrikanten werken er hard aan om wél meerwaarde te bieden als je volledig binnen hun ecosysteem blijft, dat zagen we afgelopen jaar. Het is niet moeilijk te bedenken welk voordeel je kan hebben als je wearable, smartphone, laptop, desktop, tv, autosysteem en smarthomeapparaten vlekkeloos met elkaar samenwerken. Het lijkt er op dat met name op gebied van smarthome en persoonlijke assistenten grote stappen te verwachten zijn in de nabije toekomst.
Diensten werken beter als de platformen waarop ze draaien meer over je weten. Dankzij kunstmatige intelligentie en machine learning kunnen persoonlijke assistenten je dan beter bijstaan bij aankopen, boekingen en bestellingen, films, muziek, financiën, het bijhouden van je agenda en allerlei zaken die je in je leven tegenkomt.
Dat brengt grote risico's met zich mee. Bedrijven gaan meer data over je analyseren, met de gevolgen voor je privacy van dien. Tegenover gebruiksgemak komen beveiliging en privacy te staan als factoren die bepalen aan welk ecosysteem je jouw gegevens en centen toevertrouwt. Langzaam maar zeker komt je data bij een bepaalde partij te staan, heb je je fotocollectie daar gestald en heb je een vermogen uitgegeven aan apps en platformspecifieke hardware. En zie dan maar eens te wisselen.