De plannen van het Nederlandse kabinet waren in december 2021 ambitieus en gingen gepaard met bakken geld, maar toch kon Rutte IV veel van de verwachtingen niet waarmaken. Grote politieke dossiers blijven onopgelost, maar daarvoor zijn we niet op Tweakers. Wij willen weten hoe het zit met het digitaliseringsbeleid van het dit weekend gevallen kabinet. Ook daar hadden VVD, D66, CDA en CU plannen voor, maar welke digitaliseringspunten uit het regeerakkoord zijn er na twee jaar waargemaakt?
Wat stond er ook alweer in dat regeerakkoord? Tweakers bekeek in december 2021 welke afspraken het kabinet maakte rondom digitalisering. Het regeerakkoord behandelde onder andere regels voor datacenters, bigtechbedrijven en meer geld voor digitale toezichthouders. Nu het kabinet gevallen is, kunnen we kijken welke van die beloftes de partijen hebben waargemaakt, welke niet en welke er nog op de plank zijn blijven liggen.
Datacenters
'Een groot Amerikaans bedrijf' bleek in april 2021 een megadatacenter te willen bouwen in Zeewolde. Sindsdien liggen hyperscaledatacenters in Nederland zwaar onder vuur, want ze nemen veel grond in, zien er niet uit en vreten kostbare energie. Het kabinet wilde paal en perk stellen aan hyperscaledatacenters van techbedrijven en schreef daarover in het regeerakkoord:
"Hyperscaledatacentra leggen een onevenredig groot beslag op de beschikbare duurzame energie in verhouding tot de maatschappelijke en/of economische meerwaarde. Daarom scherpen we de landelijke regie en de toelatingscriteria bij de vergunningverlening hiervoor aan."
Ah, dat is al meteen gebeurd! Het was zelfs een van de eerste wapenfeiten van het kabinet. In februari 2022 kwam het kabinet met strenge regels voor de bouw van datacenters. Minister van Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge wilde toen laten onderzoeken of het mogelijk zou moeten zijn om datacenters alleen te laten plaatsen waar er genoeg energie is, bijvoorbeeld aan de kust met veel windenergie. De Tweede Kamer kreeg enkele maanden om een voorstel aan te laten passen.
/i/2004999092.png?f=imagenormal)
Kort na de aantreding van het kabinet bood De Jonge een ontwerpbesluit aan de Tweede Kamer aan waarin regels voor het plaatsen van hyperscaledatacenters zijn vastgelegd. Dat gebeurde in juni 2022. Die datacenters worden gedefinieerd als 'rekencentra of datacentra waar ondersteuning wordt gegeven voor dataverkeer of dataopslag dat meer dan 10 hectare betreft en waarvan het elektrisch aansluitvermogen 70 megawatt of meer bedraagt'. Zulke centra mogen door gemeenten worden verboden, behalve in Noord-Groningen bij de Eemshaven en bij de Noord-Hollandse gemeente Hollands Kroon, omdat daar momenteel al veel datacenters staan en er voldoende voorzieningen beschikbaar zouden zijn.
Macht van bigtechplatforms
Een hoop politieke partijen wil al jaren optreden tegen de macht van bigtechbedrijven. Dat bleek toen we eind 2020 de verkiezingsprogramma's doorspitten van alle politieke partijen; we zagen al dat vrijwelalle partijen dat wilden. Linkse partijen deden dat vaak vanwege marktmacht en concurrentiepositie, rechtse partijen vanwege het moderatiebeleid, maar iedereen was het erover eens dat bedrijven als Meta, Google en Twitter wel wat meer aan het lijntje moesten worden gehouden. Hoe? Daarover stonden twee passages in het regeerakkoord:
"Grote online platformen worden verantwoordelijk om desinformatie en haatzaaien op hun platformen tegen te gaan."
En:
"We pakken (in Europees verband) de marktmacht en datamacht van grote tech- en platformbedrijven aan om de concurrentiepositie van bedrijven en de privacy van burgers te verbeteren."
Raar is dat niet: het kabinet weet dat het deze punten niet op nationaal niveau aankan. Daarvoor is Nederland nu eenmaal te klein. In Europees verband kan het beter optreden tegen grote techbedrijven en daar heeft Nederland zich ook voor ingespannen. De bovenstaande twee punten kun je zeker zien als 'gehaald'. Dat gebeurt via de Digital Services Act en de Digital Markets Act, twee verordeningen die in november vorig jaar en mei van dit jaar actief zijn geworden. De DSA regelt het eerste punt: het verplicht grote techbedrijven op te treden tegen desinformatie en online haatzaaien en meer. De DMA regelt de marktmacht van de bedrijven, zoals wanneer en hoe die hun platforms open moeten stellen voor concurrenten. Tweakers schreef eerder een achtergrondartikel over de DMA en een achtergrondartikel over de DSA.
Staatssecretaris Van Alexandra van Huffelen heeft hierin een grote rol gespeeld. Hoewel deze wet Europees van aard is, is de invloed van Nederland daar groot op geweestVan Huffelen pleitte hier stevig voor in Brussel. We spraken haar daarover in een interview.
Er is nog een ander punt in het regeerakkoord waar het kabinet iets mee wilde. Dat was het volgende:
"We nemen het voortouw en zetten in Europees verband in op versterking van de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van digitalisering, onder meer op mensgerichte inzet van kunstmatige intelligentie, digitale ethiek, ontwikkeling van digitale identiteit en cybersecurity en 'open source'."
Dit is lastiger om te beoordelen, want het is een vaag stuk tekst. Toch is er iets over te zeggen. Zo werkt Europa naast de DSA en de DMA ook nog aan de AI Act. Daarin staan regels voor het verantwoord gebruik van kunstmatige intelligentie en de rechten die Europese burgers daarbij hebben. Ook daar heeft Nederland een sterke rol in gespeeld. Zo is er een algoritmetoezichthouder opgericht, omdat dat op termijn toch verplicht wordt voor lidstaten. Ook werkt Europa aan een digitaal identiteitsbewijs waarin burgers hun identificatiegegevens digitaal kunnen opslaan. Daarnaast werkt de Europese Commissie aan een digitaal rijbewijs. Over 'het samenwerken aan open source' is het moeilijker om iets te zeggen, maar Nederland zet stappen in die richting. Zo wordt mondjesmaat informatie over algoritmes online gezet in het algoritmeregister, wordt broncode van bepaalde projecten op GitHub gezet en stapt de overheid langzaam maar zeker over op fediversealternatieven.
Veiligheid
Met law-and-orderpartij VVD in het kabinet is het niet gek dat er veel aandacht in het regeerakkoord ging naar veiligheid. Digitale veiligheid werd specifiek genoemd op enkele punten. Zo schreef de regering:
"We versterken de expertise van de aanpak van cybercriminaliteit in alle delen van de strafrechtketen."
En:
"Cybercriminaliteit zoals ‘ransomware’ is zeer ondermijnend. We investeren daarom in een brede meerjarige cybersecurityaanpak en in cyberexpertise bij de politie, rechtspraak, het Openbaar Ministerie en defensie."
Het is lastig om in te schatten of deze punten zijn gehaald, omdat veel van deze onderdelen ook intern door de politie of het OM moeten worden opgepakt. Er zijn in ieder geval geen grote wetten ingevoerd om dit verplicht te maken. Wel zijn er her en der kleinere stappen gezet. Zo begon Defensie in 2022 een Cyber Technische Opleiding. Militairen leren daarin in een half jaar meer over digitale oorlogsvoering en verdediging. Bovendien hebben instanties zoals het OM miljoenen euro's gekregen om meer te investeren in bijvoorbeeld opleidingstrajecten.
Inlichtingendiensten
Ook de inlichtingendiensten komen aan bod. Daarover schreef het kabinet het volgende:
"We willen dat inlichtingendiensten beter in staat zijn om hun slagkracht te benutten en hun capaciteit uitbreiden om nieuwe en toenemende digitale dreigingen en aanvallen assertief op te sporen en te bestrijden, met waarborgen voor goed en effectief toezicht en digitale burgerrechten."
Ook deze tekst is redelijk ambigu. Het is een langgekoesterde wens van de AIVD en MIVD, die pleiten er al langer voor om de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten op te rekken, zodat ze meer slagkracht hebben. Vooral het toezicht dat vooraf op tapoperaties wordt gehouden, door de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden of TIB, wordt vooral als een last gezien.
Als je het voorstel uit het regeerakkoord uit elkaar trekt, zie je dat dat uit twee dingen bestaat: 'beter in staat zijn slagkracht te benutten' en 'capaciteit uitbreiden'. Dat laatste is gebeurd. Zowel de inlichtingendiensten en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en veiligheid kregen in 2022 een budgetverhoging van in totaal 60 miljoen euro, die oploopt tot 250 miljoen euro in 2024. Daarmee is in ieder geval dat tweede punt gehaald. Het eerste, over het benutten van slagkracht, laat zich moeilijker meten. Eerder werd al een wet aangenomen waarbij toezicht op kabelinterceptietapoperaties van de AIVD en MIVD pas achteraf hoeft, in plaats van vooraf. Alleen: dat is geen wet van Rutte IV. Het wetsvoorstel werd een maand vóór het nieuwe kabinet aantrad, aangenomen, door het toen nog demissionaire kabinet-Rutte III. Medio 2022 gaf de Raad van State wel toestemming voor die wet.
Nieuwe toezichthouder
Naast de inlichtingendiensten moest ook een aantal beschermde toezichthouders een sterkere rol krijgen. In het regeerakkoord staat daarover het volgende:
"We beschermen onze bedrijven, vitale infrastructuur en economisch kapitaal beter door centraal gecoördineerde structurele samenwerking tussen onder andere het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), het Digital Trust Center (DTC), overheden, bedrijven en wetenschappers. Zij kunnen sneller en makkelijker informatie delen over digitale kwetsbaarheden en ‘hacks’."
Daarover kunnen we ook kort zijn; dat doel is namelijk gehaald. In september vorig jaar besloot de overheid het NCSC, het DTC en het Cyber Security Incident Response Team samen te voegen tot een organisatie. Die fusie is pas in 2026 definitief afgerond, maar de eerste stappen zijn inmiddels gezet.
:strip_exif()/i/2002807522.jpeg?f=imagenormal)
Een andere toezichthouder die in zijn handen kan wrijven, is de Autoriteit Persoonsgegevens. Die kreeg onder Rutte IV al extra geld en tijdens Prinsjesdag 2022 werd dat budget nog eens extra verhoogd. In 2023 krijgt de toezichthouder een budget van 34,5 miljoen euro. Dat loopt de komende jaren op tot 41,3 miljoen euro in 2027. Dat is nog steeds veel minder dan de honderd miljoen euro die de AP nodig zegt te hebben, maar het is alsnog een flink hoger bedrag waarmee de belofte in het regeerakkoord ook is ingelost.
Daar komt nog eens bij dat Nederland een algoritmetoezichthouder heeft aangesteld. Die ging in januari van dit jaar van start. Tweakers was daarbij aanwezig. De toezichthouder zit nog in de opstartfase, maar het is al bekend dat de AP vier miljoen euro per jaar extra krijgt voor die afdeling.
Privacy
De regering heeft al jaren het voornemen om gegevens makkelijker uitwisselbaar te kunnen maken, zodat criminaliteit kan worden bestreden. Rutte IV had het volgende standpunt opgenomen, maar heeft daar niets aan gedaan. Het uitwisselen van gegevens blijft dus alleen mogelijk via grondslagen in de AVG en de Wet politiegegevens, maar er is geen nieuwe wet gemaakt om dat mogelijk te maken.
"Om criminaliteit goed aan te kunnen pakken, is het belangrijk dat verschillende partijen (lokaal) beter kunnen samenwerken en gegevens uitwisselen. Ook zorgen we voor voldoende capaciteit en expertise om de taken beter te kunnen uitvoeren. We zorgen ervoor dat de grondslagen voor die gegevensuitwisseling met de juiste waarborgen, zoals doelbinding en proportionaliteit, zijn verankerd in de wet en dat in adequaat toezicht is voorzien."
Ook van een ander privacypunt is weinig terechtgekomen. Dat gaat over gezichtsherkenning:
"We passen geen gezichtsherkenning toe zonder strenge wettelijke afbakening en controle."
Hierover is weinig te vertellen, want de inzet van gezichtsherkenning is via de AVG al aan strenge eisen gebonden. Zonder nieuwe wet blijft dat ook het geval en aangezien de regering in de afgelopen jaren geen wetswijzigingen of -voorstellen heeft ingediend, kun je dit punt uit het regeerakkoord negeren.
Zorg
Er stond in het regeerakkoord een specifieke passage over medische data:
"Iedereen blijft eigenaar van de eigen gezondheidsgegevens. Gegevens- en data-uitwisseling tussen patiënt/cliënt en aanbieder en aanbieders onderling wordt, conform privacywetgeving, verbeterd waarbij uniformiteit noodzakelijk is. Een goed functionerende persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) voor patiënten is het einddoel."
Begin juli werd een wet actief die gegevensdeling in de zorg makkelijker moet maken.
Dit is vrij kort geleden definitief doorgevoerd. De Tweede Kamer stemde in september 2022 voor de Wegiz, de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. De Eerste Kamer ging in april akkoord. Daarmee werd de Wegiz per 1 juli dit jaar actief. De wet maakt het mogelijk voor zorgaanbieders om patiëntengegevens onderling makkelijker elektronisch uit te wisselen. De wet standaardiseert gegevens, zodat die ook op andere systemen kunnen worden afgelezen. Belangrijk daarbij is dat het vooral gaat om een technische maatregel. De wet regelt alleen welke standaarden moeten worden gevolgd, maar de vraag wanneer gegevens mogen worden uitgewisseld, is vastgelegd in andere wetten, zoals de AVG of de Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens.
En de rest
Over digitale geletterdheid stond het volgende in het regeerakkoord:
"Iedereen krijgt de kans om mee te komen door digitale kennis- en vaardigheden aan te bieden in het onderwijs en via om- en bijscholing. We pakken digibetisme gericht aan via een publiek-private strategie voor digitale geletterdheid en we verbeteren de toegankelijkheid van digitale overheidsdiensten, met behoud van alternatieven voor digitale overheidscommunicatie."
Met dit punt is staatssecretaris Van Huffelen flink aan de slag gegaan, maar met kleine stapjes in plaats van een grote knaller van een wet. Eerder deze week werd al de 'mijlpaal' gevierd dat honderdduizend digitale hulpvragen waren gedaan bij Informatiepunten Digitale Overheid. Die worden opgezet in bijvoorbeeld bibliotheken of andere openbare ruimtes als loketten voor burgers die moeite hebben met de digitale dienstverlening van de overheid. Medio 2023 zijn er volgens Van Huffelen 682 van zulke informatiepunten. In 2019 begon dat project met 15 IDO's; eind 2021 waren het er 129. De overheid heeft hierin dus een flinke sprong gemaakt.
:strip_exif()/i/2005966050.jpeg?f=imagenormal)
Dit onderdeel is echter slechts deels gehaald. Van andere initiatieven, zoals een vaakgenoemde verplichting voor fysieke overheidscommunicatie, is dan weer niets terechtgekomen. Ook zijn er weinig noemenswaardige stappen gezet op het aanbieden of verbeteren van digitale omscholing. Sterker nog, de overheid zet juist alleen maar meer in op digitale communicatie door het Mijn Overheid-portaal uit te breiden, maar juist dat leidt volgens de Algemene Rekenkamer tot meer problemen.
Rekeningrijden
Misschien wel het controversieelste techpunt uit het regeerakkoord is het rekeningrijden. Al tientallen jaren is dat een langgekoesterde wens van de overheid, maar het plan wist nooit veel meters te maken. Dat veranderde tot kort voor de val van het kabinet, toen het kabinet een 'eerste uitwerking' deelde van de plannen om betalen per kilometer door te voeren. Het kabinet schreef in het regeerakkoord het volgende over rekeningrijden:
"We introduceren in 2030 een systeem van Betalen naar Gebruik voor alle automobiliteit en stellen in deze kabinetsperiode wetgeving vast. Basis voor het systeem is de motorrijtuigenbelasting, waarvan het tarief afhankelijk wordt gemaakt van het jaarlijks verreden aantal kilometers. De heffing is niet tijd- en plaatsgebonden en vervangt de dan nog bestaande tol-tracés, zoals de Westerscheldetunnel, de Kiltunnel en de voorgenomen doorgetrokken A15. Dit betekent dat gebruikers van elektrische en fossiele auto’s beiden gaan meebetalen aan het weggebruik."
Het controversiële rekeningrijden werd net voor de val van het kabinet gepresenteerd.
Hoewel die plannen op het laatste moment werden gepresenteerd, lijkt het er niet op dat die daadwerkelijk zullen worden doorgevoerd. Het kabinet wilde daar 'medio 2023' een keuze over maken, maar gezien de gevoeligheid van het onderwerp is de kans groot dat het als controversieel wordt verklaard door de Tweede Kamer. In zo'n geval kan een demissionair kabinet er geen besluit over nemen.
Conclusie
Een flink aantal punten in het regeerakkoord die over digitalisering gingen, waren ambigu opgeschreven. Toch heeft het kabinet er in twee jaar opvallend veel van weten door te voeren. De plaatsing van datacenters is gereguleerd, zorgdata kan worden uitgewisseld, cybersecurityinstanties worden samengevoegd en de inlichtingendiensten en privacytoezichthouder hebben meer geld gekregen. Verschillende voornemens zijn vooral op Europees niveau geregeld, maar inmiddels zijn drie grote wetten, de DSA, DMA en AI Act, in ieder geval grotendeels aangenomen en die sluiten aan bij wat Nederland wil. De regering heeft niet alle ambities waar weten te maken, zoals het rekeningrijden, maar op het gebied van technologie lijkt Rutte IV succesvoller te zijn dan op de meeste andere beleidsterreinen.