KPN heeft het aantal klanten dat een triple play-pakket afneemt in een jaar tijd met 63 procent zien stijgen, zo blijkt uit de kwartaalcijfers. Ook laat de telecomaanbieder weten dat het mobiele dataverkeer met 50 procent is gegroeid.
In het eerste kwartaal van 2010 telde KPN 403.000 abonnees met een triple play-pakket; een jaar geleden lag dat aantal nog op ongeveer 250.000, zo blijkt uit de kwartaalcijfers. KPN zag ook een forse groei in het aantal klanten dat een tv-pakket afneemt. De telecomaanbieder telde in het eerste kwartaal ruim één miljoen abonnees, een stijging van 24 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2009. KPN biedt televisie niet alleen aan in de vorm van iptv via zijn adsl2- en glasvezelnetwerk, maar ook middels Digitenne en zijn mobiele telefonienetwerk. Het marktaandeel van KPN komt nu uit op 13 procent, 3 procent meer dan een jaar geleden. Het glasvezelbereik van dochter Reggefiber komt inmiddels uit op 524.000 huishoudens.
KPN zag naar eigen zeggen ook het mobiele dataverkeer met 50 procent stijgen, volgens de telecomaanbieder een logisch gevolg van de groei in het aantal smartphones bij consumenten en zakelijke gebruikers. In totaal heeft KPN nu iets meer dan 6 miljoen klanten voor zijn mobiele diensten, waarvan iets meer dan de helft een abonnement heeft.
De nettowinst die KPN in het eerste kwartaal in de boeken mocht schrijven kwam uit op 449 miljoen euro, een stijging van 42 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden. De brutowinst, oftewel ebitda, groeide met 7,2 procent tot 1,3 miljard euro, maar de omzet daalde licht tot 3,3 miljard euro. KPN zag bij zijn buitenlandse activiteiten de Belgische dochter Base in het eerste kwartaal een omzetgroei boeken van 6 procent naar 202 miljoen euro, terwijl het Duitse E-Plus een omzetdaling van 1 procent moest noteren.
Een zorgenkindje voor KPN is Getronics; de automatiseerder zag zijn omzet met 13 procent afnemen. Volgens KPN is de omzetdaling te verklaren door terughoudendheid van zakelijke klanten om te investeren en door de algehele economische dip.