Wetenschappers die aan onderzoekscentrum Cern in Zwitserland verbonden zijn, zagen op 10 september een succesvolle start van de Large Hadron Collider. De deeltjesversneller moet de deeltjestheorie met nieuwe inzichten verrijken.
Woensdagochtend 10 september schreven de ongeveer achtduizend betrokken onderzoekers van Cern geschiedenis door de eerste protonenstraal succesvol door de Large Hadron Collider te laten versnellen. Deze zogenoemde First Beam was de eerste volledige test van de deeltjesversneller. De wetenschappers slaagden erin deze First Beam een volledige ronde door de LHC te laten doorlopen. Tijdens de ronde kon de protonenstraal aangepast en gestuurd worden: essentieel om in een later stadium twee tegengesteld bewegende stralen te laten botsen. Voor het zover is, willen de onderzoekers eerst een enkele protonenstraal in de andere richting door de LHC laten lopen.
De Large Hadron Collider dankt zijn naam aan zijn afmetingen en functie: het apparaat bestaat onder meer uit een ondergrondse circulaire deeltjesversneller met een doorsnee van 8,6 kilometer en een lengte van 27 kilometer. De protonen waaruit de deeltjesstralen bestaan, zijn een ondersoort van hadrons. Het 'Collider' is afgeleid van het onderzoeksdoel om kloksgewijs draaiende protonen die tot bijna de lichtsnelheid zijn versneld, te laten botsen tegen protonen die met dezelfde snelheid tegen de klok in bewegen. De deeltjes bewegen in ultrahoog vacuüm en worden door supergekoelde magneten tot vrijwel de lichtsnelheid, bijna 300.000 kilometer per seconde, versneld. Door de hoge botssnelheden vallen de protonen bij een botsing uiteen, waarbij ze gedurende zeer korte tijd subatomaire deeltjes genereren. Die deeltjes worden door enorme, gevoelige detectoren waargenomen en geanalyseerd. De data, jaarlijks zo'n 15 petabyte, wordt door het LHC Computing Grid of LCG wereldwijd gedistribueerd en geanalyseerd.
:fill(white)/i/1221045861.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1221045875.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1221045941.jpg?f=thumb)
De eerste botsing tussen deeltjes staat voor 21 oktober op het programma. De wetenschappers kunnen dan op zoek gaan naar elementaire deeltjes, zoals het hypothetische Higgs-boson. Dit 'god-deeltje' zou andere deeltjes hun massa geven. Het is het enige deeltje in het zogeheten Standaard Model dat nooit is waargenomen. Twee detectoren, Atlas en CMS, moeten deze en andere exotische deeltjes gaan waarnemen. Een ander doel van het LHC-project is het achterhalen wat er vlak na de Big Bang gebeurd is. De detectoren Alice en LHCb moeten onder meer naar donkere materie en antimaterie speuren.
:fill(white)/i/1221045915.jpg?f=thumb)
:fill(white)/i/1221045898.jpg?f=thumb)
:fill(black)/i/1114712854.jpg?f=thumb)
/i/1094454771.png?f=thumb)
Volgens sommige theorieën zou de deeltjesversneller ook andere gevolgen hebben: tijdens de botsingen zouden microscopische zwarte gaten kunnen ontstaan. De kans op het ontstaan van zwarte gaten wordt door de betrokkenen echter op bijna nul geschat, maar mochten deze toch ontstaan, dan zouden ze vrijwel direct - binnen nanosecondes - weer verdampen en dus geen gevaar opleveren. Desondanks zijn wetenschappers met de dood bedreigd wegens hun betrokkenheid bij het LHC-project. Ook is geprobeerd de activatie van de deeltjesversneller tegen te houden door rechtszaken aan te spannen waarin de veiligheid van de deeltjesversneller in twijfel werd getrokken. Ook natuurkundige Stephen Hawking is van mening dat de deeltjesversneller geen gevaren op zal leveren, maar hij zegt ook dat de kans op succes niet bijzonder groot is: jaren geleden verwedde hij er honderd dollar om dat het Higgs-boson niet gevonden zal worden.
