De Large Hadron Collider, de in Zwitserland gelegen ondergrondse deeltjesversneller die in september werd stilgelegd, zal op zijn vroegst aan het eind van de zomer van 2009 weer in werking worden gesteld.
De LHC werd in september 2008, slechts negen dagen na het inschakelen, uitgeschakeld wegens een technisch defect. Het multinationale team onderzoekers was bijzonder positief over de zogenoemde first beam-resultaten, maar een heliumlek, veroorzaakt door een elektrische storing, noopte tot het uitschakelen van de deeltesversneller. Directeur Robert Aymar van LHC-beheerder Cern zei in oktober nog te hopen dat de LHC in april al weer ingeschakeld zou kunnen worden, maar de herstart werd in november uitgesteld tot minstens juni 2009. De herziene planning voor het hervatten van botsingen tussen elementaire deeltjes meldt echter nog verder uitstel, tot het eind van de zomer.
Gedurende die tijd zullen reparaties worden uitgevoerd aan drie van de acht sectors waaruit de deeltjesversneller is opgebouwd. De koeling voor de supergeleidende magneten in die sectors zal van noodventielen worden voorzien, zodat een eventuele herhaling van het helium-incident minder schade aan kan richten. De overige sectors zullen van noodventielen worden voorzien wanneer ander onderhoud wordt gepland. Indien ook de overige vijf sectors direct aangepast zouden worden, zou de LHC pas in 2010 herstart kunnen worden. De supergeleidende magneten die de deeltjes versnellen, dienen door de koeling tegen het absolute nulpunt te worden gehouden. Het opwarmen, repareren en weer afkoelen van alle sectors zou tot 2010 duren, terwijl de drie sectors die nu gerepareerd worden, al opgewarmd zijn.
