De boete die de Europese Commissie in 2018 aan Google gaf voor machtsmisbruik met Android, was terecht. Dat zegt een advocaat-generaal tegen het Europees Hof van Justitie. Google had bij dit hof bezwaar aangetekend, maar lijkt dat bezwaar te gaan verliezen.
Advocaat-generaal Juliane Kokott adviseert het Europees Hof van Justitie het bezwaar van Google volledig te verwerpen en de boete in stand te houden. Die recordboete van 4,34 miljard euro werd in 2018 opgelegd vanwege machtsmisbruik met Android. Google eiste dat de Search-app en Chrome-browser vooraf geïnstalleerd werden op alle Android-telefoons en betaalde 'significante bedragen' aan grote fabrikanten en providers die exclusief Search installeerden. Daarnaast mochten fabrikanten die Android-forks gebruikten, geen Play Store en Google Search installeren op apparaten.
Deze overtredingen hinderden concurrenten en innovaties, stelde de Commissie destijds, wat nadelig uitpakte voor consumenten. Daarnaast konden andere zoekdiensten niet concurreren op Android-smartphones. Chrome en Search waren immers vooraf geïnstalleerd op alle telefoons, waardoor consumenten weinig redenen hadden om andere zoekdiensten te installeren, zei de Commissie. Zo konden andere zoekbedrijven minder verkeer genereren en minder data verzamelen.
Google ging in beroep bij het Europees Gerecht, dat de boete in 2022 grotendeels in stand hield. Er zaten volgens het Gerecht wel op sommige punten gaten in het bewijs van de Commissie, maar het vond dat de uiteindelijke geldigheid van het boetebesluit niet in geding was. De sanctie werd wel licht verlaagd, tot 4,125 miljard dollar.
De Amerikaanse techreus ging hierop nogmaals in beroep bij het Hof van Justitie. Google kon alleen de juridische grondslagen betwisten, niet de feiten uit de zaak zelf. Die juridische argumenten van Google houden volgens Kokott geen stand. Google stelt bijvoorbeeld dat de Commissie een analyse had moeten maken van de markt alsof Google het omstreden gedrag niet had vertoond, zodat de Commissie zo kon aantonen dat het omstreden gedrag daadwerkelijk gevolgen had. Hier is Kokott het niet mee eens.
De Commissie hoeft van Kokott ook niet te onderzoeken wat er zou gebeuren als een concurrent van Google het omstreden gedrag zou vertonen. Dat is volgens de advocaat-generaal niet mogelijk, omdat geen enkele concurrent van Google dezelfde macht heeft als Google. Er is geen ander bedrijf dat dominant is op zowel Android als de zoekmachinemarkt en daardoor hetzelfde gedrag had kunnen vertonen. De Commissie kon hier dan ook geen onderzoek naar doen, waardoor dit volgens Kokott niet hoefde.
Het advies van de advocaat-generaal is niet bindend, maar wordt in de meeste gevallen wel overgenomen. Het Hof van Justitie buigt zich nu over een eindoordeel, dat in de komende maanden wordt verwacht.