Astronomen hebben op ongeveer elf lichtjaar afstand een planeet ter grootte van de aarde ontdekt. De planeet, Ross 128 b, bevindt zich waarschijnlijk in de 'bewoonbare zone' van rode dwergster Ross 128, waardoor er in theorie een relatief goede kans is op buitenaards leven.
De nieuw ontdekte planeet heeft slechts 9,9 dagen nodig om zijn baan om Ross 128 te voltooien en staat in vergelijking met de aarde zo'n twintig keer zo dicht bij zijn ster. In ons eigen zonnestelsel zou een dergelijke, relatief geringe afstand tot de zon de planeet volstrekt onbewoonbaar maken vanwege de straling van de zon en de veel te hoge temperaturen. Bij Ross 128 b is dat niet het geval, omdat de ster Ross 128 een niet al te actieve rode dwerg is. Dit zijn de koelste, minst felle en meest voorkomende sterren in het heelal. De oppervlaktetemperatuur van Ross 128 bedraagt ongeveer de helft van die van onze zon.
Ross 128 b ontvangt slechts 1,38 keer zoveel straling van de ster als de aarde van de zon ontvangt. De astronomen denken dat de temperatuur op de planeet tussen de -60 en 20 graden Celsius ligt. Daardoor zou er water kunnen zijn, wat wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor de aanwezigheid van leven. De onderzoekers weten overigens nog niet zeker of de planeet zich ook daadwerkelijk in de bewoonbare zone bevindt.
De planeet heeft minimaal 1,35 keer de massa van de aarde en lijkt sterk op de dichtstbijzijnde exoplaneet Proxima b. Deze planeet werd in 2016 ontdekt en bevindt zich op een afstand van 'slechts' 4,24 lichtjaar. Ross 128 b is met 11 lichtjaar nu de op een na meest nabije 'gematigde' exoplaneet. Ondanks de overeenkomsten met Ross 128 b is Proxima b geen goede kandidaat voor eventueel buitenaards leven, omdat de rode dwergster Proxima Centauri erg actief is en enorme zonnevlammen de ruimte in stuurt. De straling die daarmee gepaard gaat, is wellicht zo hevig, dat de atmosfeer van Proxima b is weggeblazen, wat eventueel leven op de planeet onmogelijk zou maken.
De ontdekking is gedaan met het instrument High Accuracy Radial velocity Planet Searcher, dat zich bevindt in Chili, bij de European Southern Observatory's La Silla Observatory. Dit instrument maakt het mogelijk om de kleine verschuivingen van sterren te detecteren die worden veroorzaakt door de zwaartekracht van planeten die zich in een baan om de sterren bevinden. De NASA maakt met de Kepler-ruimtetelescoop gebruik van een andere techniek om exoplaneten te ontdekken, namelijk het in kaart brengen van kleine dalingen in de helderheid van het licht van sterren, die een indicatie kunnen zijn voor de aanwezigheid van een planeet die langs de ster schuift.
De onderzoekers willen de planeet in de toekomst verder bestuderen en daarvoor is de in ontwikkeling zijnde Extremely Large Telescope zeer geschikt. Deze telescoop, die een spiegel met een diameter van veertig meter krijgt en in 2024 operationeel moet zijn, is dankzij verschillende spectrograven in staat om bepaalde biomarkers, zoals zuurstof en andere tekenen van leven, te detecteren.
In juli pikten astronomen van de Arecibo Observatory in Puerto Rico vreemde radiosignalen op die afkomstig leken van Ross 128. Ze konden toen niet direct een verklaring voor de signalen geven en sloten buitenaards leven als bron niet uit, al werd dat gezien als het meest onwaarschijnlijke scenario. Enkele dagen na de ontdekking kwamen de onderzoekers na verdere bestudering tot de conclusie dat de signalen werden veroorzaakt door een of meer geostationaire satellieten.
De wetenschappers hebben over hun ontdekking gepubliceerd in het tijdschrift Astronomy and Astrophysics, onder de titel A temperate exo-Earth around a quiet M dwarf at 3.4 parsecs.