De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft de Kepler-ruimtetelescoop uit de slaapmodus gehaald. Het ruimtevaartuig is enkele dagen geleden begonnen aan een nieuwe observatiemissie, ook al is onduidelijk hoeveel brandstof er nog over is.
De NASA meldt dat op 29 augustus de negentiende observatiecampagne van Kepler is begonnen. Daarvoor is het ruimtevaartuig uit de slaapmodus gehaald. Op dat moment bleek dat een van de thrusters 'vreemd gedrag' vertoonde, waarna de configuratie van de telescoop is aangepast. Volgens NASA lijkt het erop dat de telescoop iets minder goed kan richten. Ook is onbekend hoeveel brandstof er nog over is.
Het was geruime tijd onduidelijk of een negentiende observatiemissie nog wel mogelijk was, mede door een eventueel gebrek aan brandstof. Die missie had volgens de oorspronkelijke planning eigenlijk al op 6 augustus moeten beginnen. Enkele dagen voor het begin van de missie bracht NASA de telescoop in een slaapmodus en dat gebeurde in juli ook al. Dat is gedaan om te kijken in welke staat de ruimtetelescoop zich bevond.
De observatiemissies duren in principe tachtig dagen en voor het versturen van data naar de aarde is brandstof nodig om de antenne in de richting van de aarde te manoeuvreren. Kepler heeft tot nu toe 2652 exoplaneten ontdekt.
Terwijl Kepler zich richt op een relatief beperkt gebied met 150.000 sterren, richt de officieuze opvolger TESS zich op een veel groter gebied. Deze nieuwe ruimtetelescoop is in april gelanceerd en is inmiddels al bezig met de zoektocht naar exoplaneten.