Het Amerikaanse leger heeft de Falcon 9-raket van SpaceX gecertificeerd voor lanceringen van de Amerikaanse overheid en het leger. SpaceX is naast de United Launch Alliance het enige bedrijf dat dergelijke lanceringen mag uitvoeren.
Het Amerikaanse leger certificeerde dinsdag de Falcon 9-raket voor lanceringen van de Amerikaanse overheid binnen het Evolved Expendable Launch Vehicle-programma. Daarmee krijgt SpaceX de mogelijkheid om in te schrijven op deze lanceringen, die vorig jaar bij elkaar 7,1 miljard dollar kostten. Met de Falcon 9 kan het bedrijf technisch gezien ongeveer een derde van de lanceringen verzorgen; voor zware ladingen is de raket niet geschikt. SpaceX kreeg eerder deze maand ook al een zogenoemde Category-2-certificering van de NASA, waarmee het bedrijf kan inschrijven op de meeste projecten van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie.
De Amerikaanse luchtmacht zette het EELV-programma in de jaren negentig op met het doel om lanceringen van de Amerikaanse overheid en het leger goedkoper te maken door deze uit te besteden aan commerciële partijen. Boeing en Lockheed-Martin kregen in 1998 een contract voor lanceringen. Beide bedrijven hebben eigen draagraketten: Boeing de Delta II en IV, Lockheed-Martin de Atlas V. Ook beschikken ze over eigen lanceerplatforms. In 2006 gingen de bedrijven voor overheidslanceringen samenwerken onder de naam United Launch Alliance.
In 2012 besloot de Amerikaanse overheid om meer concurrentie toe te laten in het EELV-programma, in een poging de lanceerkosten verder omlaag te brengen. In 2013 en 2014 voltooide SpaceX met succes drie certificatielanceringen. Het bedrijf stapte vorig jaar naar de rechter toen het Amerikaanse leger meer lanceringen aan de ULA gunde dan vooraf gepland. De zaak werd begin dit jaar geschikt.
SpaceX-ceo Gwynne Shotwell zei tijdens een overheidshoorzitting in maart dat het gebrek aan concurrentie de kosten per lancering zou opdrijven tot boven de 400 miljoen dollar. Ze beweerde dat SpaceX maar 60 miljoen dollar nodig had voor iedere ruimtereis. De ULA reageerde door te stellen dat zijn lanceringen gemiddeld maar 160 miljoen dollar kostten en dat van de 94 door de ULA verzorgde lanceringen geen enkele was mislukt.
Naast vragen over de lanceerkosten rezen de laatste jaren twijfels over de in de eerste rakettrap van de Atlas V gebruikte RD-180-raketmotor. Deze is van Russische makelij, wat sinds de crisis in Oekraïne gevoelig ligt. Het Amerikaanse Congres wil vanaf 2019 geen enkele Russische motor meer gebruiken. De ULA werkt daarom samen met Blue Origins, het bedrijf van Amazon-oprichter Jeff Bezos, aan de ontwikkeling van een nieuwe motor. SpaceX gebruikt al Amerikaanse raketmotoren in zijn raketten.
In juni krijgt SpaceX naar verwachting de eerste gelegenheid om de ULA te beconcurreren. Dan komt het Amerikaanse leger met een aanbesteding voor de lancering van een gps-satelliet, de eerste van negen gps-satellieten die het leger op die manier wil aanbesteden. Voor zware satellieten blijft het monopolie van de ULA voorlopig in stand, hoewel SpaceX ook daarvoor een raket in de maak heeft: de Falcon Heavy. Die moet dit jaar voor de eerste maal worden gelanceerd.