De Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft naar aanleiding van een onderzoek vastgesteld dat het onvoldoende nauwkeurig kan beoordelen of instellingen als Buma en Stichting de Thuiskopie reële tarieven hanteren.
Deze zogenaamde collectieve beheersorganisaties zijn instellingen die namens rechthebbenden vergoedingen innen. In Nederland zijn momenteel vijf cbo's: Buma, de Sena, Stichting de Thuiskopie, Stichting Leenrecht en Stichting Reprorecht. Omdat deze organisaties een economische machtspositie hebben, vallen ze onder het toezicht van de NMa; de mededingingsautoriteit moet bepalen of de tarieven die de instellingen hanteren excessief zijn. De NMa stelt in een rapport (pdf) dat het moeilijk kan controleren of dat het geval is. De kostprijs is in de meeste gevallen een goede basis om te bepalen of een vergoeding realistisch is, maar bij bijvoorbeeld muziekstukken is die amper te bepalen. Het is ook moeilijk een relatie tussen de kosten en de waarde van een muziekstuk te leggen. 'Is 'Rood' van Marco Borsato meer waard dan 'Fearless' van Kane?', vraagt René Jansen, lid van de Raad van Bestuur van de NMa, zich af.
Omdat het op dit moment niet goed mogelijk is de tarieven van de cbo's te beoordelen, is er volgens de NMa meer toezicht nodig op deze tarieven. De NMa denkt onder meer aan het vooraf goedkeuren van tarieven door een toezichthouder en een geschillencommissie die klachten over de tarieven in behandeling kan nemen, maar onderzoek zal moeten uitwijzen wat de beste manier is. Minister Hirsch Ballin van Justitie kondigde in december vorig jaar al aan meer toezicht op de cbo's te gaan houden.