Volgens VVD-kamerlid Charlie Aptroot gaat auteursrechtenorganisatie Buma/Stemra onzorgvuldig om met het geld dat zij ontvangen van ondernemers voor gedraaide muziek. Aptroot ergert zich aan het feit dat muzikanten en tekstschrijvers weinig merken van het geld dat de horeca betaalt aan Buma/Stemra voor het afspelen van muziek. Volgens eigen onderzoek van de politicus heeft de organisatie vorig jaar 46 miljoen euro besteed aan onder meer een duur huurpand en een overhead van 22 procent. Dit geld had volgens de liberaal bij de rechthebbende schrijvers en componisten terecht moeten komen. Ook de stichtingen Videma (beeldrechten) en Reprorecht (fotokopierechten) zouden zich schuldig maken aan soortgelijk gedrag. Zo zou Reprorecht vorig jaar 19,4 miljoen euro van bedrijven ontvangen hebben, terwijl er maar 6,3 miljoen euro uitgekeerd is aan de rechthebbenden. Videma zou zelfs zijn jaarverslag niet willen publiceren, waardoor het niet inzichtelijk is of en hoe het ontvangen geld terechtkomt bij de verantwoordelijke beeldmakers.
Om de situatie te verbeteren, pleit de VVD'er voor versobering van de rechtenorganisaties in Nederland. Volgens Aptroot is de enige functie van deze instanties om geld te innen en uit te keren. Concreet zou dit betekenen dat de organisaties samengevoegd worden en dat zij de administratiekosten verlagen en openheid geven over de salarissen. Ook pleit hij voor verlaging van de heffingen voor het midden- en kleinbedrijf en achterwegelating van kosten voor horeca-ondernemers die door middel van grote beeldschermen het aankomende wereldkampioenschap voetbal aan hun publiek tentoonstellen. Eerder was Aptroot ook al betrokken bij de rechten van muzikanten. Eind januari nam hij een petitie aan die ter ondersteuning bedoeld was voor de nota 'Oorstrelend en Hartveroverend'. Hierin werden aanbevelingen gedaan voor de verbetering van het popklimaat in Nederland.