De Europese Commissie is een onderzoek begonnen naar het contract dat de Icann met Verisign heeft gesloten. Volgens dit contract zou Verisign voor onbepaalde tijd het recht krijgen om het .com-tld uit te baten, met als bijzondere bepaling dat de prijzen voor een domein elk jaar zeven procent mogen stijgen. In ruil zou Verisign stoppen met rechtszaken tegen de Icann; de beheerder van de 32 miljoen .com-adressen trok in de rechtszaal de autoriteit van de overkoepelende organisatie in twijfel. De overeenkomst zou echter strijdig zijn met artikelen 81 en 82 van het Europees Verdrag, waarin wordt verboden om het welzijn van de consument te schaden met overeenkomsten die keuzevrijheid inperken, innovatie ondermijnen en prijsopdrijvend werken.
Vorige week werd al bekend dat er in de Verenigde Staten twee processen tegen het contract aanhangig waren gemaakt; zowel de WADND als de CFIT spanden procedures aan tegen de overeenkomst, die volgens hen antitrustwetgeving overtreedt en bovendien in strijd is met de reglementen die de Icann zelf heeft opgesteld. Omdat de Icann bovendien financieel voordeel bij het contract heeft - de organisatie zou een soort 'belasting' over de opbrengst van de Verisign-domeinen mogen heffen - zou de onafhankelijkheid van de beheerders van de rootservers compleet overboord zijn gegaan. Hoe kansrijk de Amerikaanse processen zijn valt ook nog te bezien: Verisign wordt gezien als de meest effectieve lobbyist van alle internetorganisaties, en het percentage van de jaarlijkse prijsverhogingen zou het resultaat van een één-tweetje met het Amerikaanse ministerie van Handel zijn.
Ook beide procederende belangengroeperingen hebben overigens wat te winnen: beide verdienen volgens The Register aan de handel in tweedehands domeinen, een markt die met het nieuwe contract goeddeels in handen van Verisign komt. Tot dusverre heeft de Icann alle kritiek als 'procedureel onjuist' afgedaan. De processen zouden volgens de organisatie alleen maar bedoeld zijn om de 'public comment'-procedure tijdens de Icann-conferentie in Vancouver te beïnvloeden, en rechtszaken zijn daar volgens woordvoerder John Jeffrey niet voor bedoeld.
