X-bit Labs heeft een performance preview gepost van een revisie B0 engineering sample van de AMD Athlon 64. De processor in kwestie was voorzien van 1MB L2 cache en liep op een kloksnelheid van 1,6GHz, wat volgens AMD voldoende is om een rating van 2800+ te rechtvaardigen. Opmerkelijk was de aanwezigheid van ondersteuning voor DDR400 geheugen. Alle twijfels of de geheugencontroller van de Athlon 64 ondersteuning zal hebben voor DDR400 kunnen uit de weg genomen worden. Goede hoop is er voor overklokkers: het BIOS van het door X-Bit geteste Athlon 64-systeem beschikte over mogelijkheden voor multiplier- (HyperTransport?) busspeed-tweaking. Hoewel de multiplier van het engineering sample niet was gelockt, zal de multiplier van de uiteindelijke productieversies waarschijnlijk wel op slot zitten.
X-bit vergeleek de prestaties van de Athlon 64 2800+ met een Barton Athlon XP 2800+, een 1,6GHz Thoroughbred Athlon XP met 400MHz FSB, een Pentium 4 2,8C met HyperThreading-support en 800MHz FSB, en een Pentium 4 2,53GHz op 533MHz FSB. De Athlon 64 werd getest op een VIA K8T400M chipset, de Pentium 4's werden beproefd op een i875P chipset en de Athlon XP's werden gebenched op een nVidia nForce2 chipset. In alle gevallen werd DDR400 geheugen gebruikt.
De Athlon 64 laat zich meteen van zijn beste kant zien in de Cachemem geheugenbandbreedte en -latency benchmark. Met een geheugenlatency van slechts 96 nanosenconden presteert de Athlon 64 een factor 1,7 beter dan de Athlon XP 1,6GHz en is de geheugenlatency maar liefst 2,7 keer lager dan de score van de Pentium 4 2,8C. Dankzij de lage geheugenlatency kan de Athlon 64 effectiever gebruik maken van de beschikbare geheugenbandbreedte. In Sisoft Sandra bereikte de Athlon 64 een bandbreedte van 3,079GB/s, wat neer komt op een indrukwekkende efficiency van 96 procent. De leesbandbreedte in de Cachemem-benchmark steeg met bijna 50 procent ten opzichte van de Athlon XP 1,6GHz en kwam uit op 2,61GB/s. Het dual channel DDR400 geheugen van de Pentium 4 2,8C presteerde nog wat beter en verplaatste 3,19 gigabytes per seconde. De resultaten van ScienceMark 2.0 wijzen uit dat de vergroting van de L2 cache naar 1MB niet heeft geresulteerd in een gevreesde verhoging van de cachelatency. De latency van de L2 daalde namelijk van 20 naar 16 klokcycli. De L1 cache is onveranderd gebleven, en heeft nog steeds een grootte van 128KB en een latency van 3 klokcycli.
![]() | ||||||||
![]() | ![]() | |||||||
![]() | ||||||||
![]() | AMD Athlon 64 2800+ (1,6GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() | |||||
![]() | ||||||||
![]() | AMD Athlon XP 1,6GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() | |||||
![]() | ||||||||
![]() | Intel Pentium 4 2,8C | ![]() ![]() ![]() | ![]() | |||||
![]() |
X-Bit Labs vervolgt zijn benchmarkfestijn met een aantal applicatie- en gamebenchmarks. De Athlon 64 2800+ presteert beter dan de Pentium 4 2,8C in Business Winstone 2002 en WinRAR datacompressie, maar heeft moeite om zijn rating waar te maken in SysMark 2002, 3DMark 2003, RTCW, ScienceMark, de diverse MPEG encoding tests en de diverse rendering tests. Pure number crunching blijkt geen discipline te zijn waarin de Athlon 64 zich goed kan vinden. De floating point prestaties zijn dankzij de superieure x87 FPU nog steeds hoger dan van de Pentium 4 2,8C, maar dat kan niet gezegd worden van de SSE2 prestaties. In de synthetische SSE2 floating point benchmark van SiSoft Sandra is de Athlon 64 op 1,6GHz meer dan de helft trager dan de Pentium 4 2,8C. De slechte scores in deze test worden bevestigd door de slechte renderingprestaties in 3DStudio Max, Lightwave en Cinema4D. De Athlon 64 heeft simpelweg een te lage kloksnelheid om de strijd met de Pentium 4's aan te kunnen gaan. Wellicht moeten de Athlon 64 en Opteron definitief voor dergelijke applicaties afgeschreven worden. De prestaties in Unreal Tournament 2003 zijn daarentegen wel erg goed. Zowel de Pentium 4 als de Athlon XP 2800+ worden met ruime marge verslagen.
Harde conclusies kunnen nog niet worden getrokken uit de benchmarks van X-bit Labs. AMD en de chipsetfabrikanten hebben nog enkele maanden de tijd om de prestaties van de Athlon 64 te optimaliseren. Ook is het nog steeds denkbaar dat onderdelen van de chip moedwillig zijn uitgeschakeld of gemankeerd. De benchmarks die komende dinsdag tijdens de lancering van de Opteron zullen verschijnen, zullen tevens een beter beeld verschaffen over de te verwachten prestaties van de Athlon 64.