Het Nederlandse kabinet wil dat het vanaf 2027 mogelijk is om extra tests uit te voeren met autonome voertuigen. Het kabinet is bang dat fabrikanten anders meer in het buitenland gaan testen, waardoor de auto's mogelijk minder rekening houden met Nederlandse wegen.
Nederland moest toch al het testen van autonome voertuigen gaan toestaan, vanwege in 2022 aangenomen Europese regelgeving. Onder deze regels moeten autofabrikanten goedkeuring kunnen aanvragen voor autonome auto's, waarvoor de auto's eerst op de openbare weg getest moeten worden. Autofabrikanten en overheidsdiensten willen daarnaast echter ook autonome voertuigen om andere redenen kunnen testen, dus niet alleen voor die typegoedkeuring. Dat schrijft Barry Madlener, minister van Infrastructuur aan de Tweede Kamer.
Dan gaat het om systemen en voertuigen die nog niet klaar zijn voor die typegoedkeuring, maar zich in een vroeger stadium van ontwikkeling bevinden. Door ook die systemen op de openbare weg te testen, willen autofabrikanten en overheidsdiensten de interactie tussen mens, het voertuigsysteem en de weg kunnen beoordelen: bijvoorbeeld hoe een passagier of bestuurder omgaat met het autonome systeem of hoe andere weggebruikers ermee omgaan.
'Typisch Nederlandse verkeerssituaties'
Daarnaast willen autofabrikanten en overheidsdiensten zo leren hoe het systeem samenwerkt met 'typisch Nederlandse verkeerssituaties en omstandigheden'. Bijvoorbeeld wegbelijning of gedrag van automobilisten kunnen verschillen van land tot land, waardoor een systeem dat in het ene land werkt, wellicht niet of anders werkt in Nederland. Zo heeft Nederland op sommige wegen geen middenstreep, maar juist onderbroken strepen aan beide uiteindes van de weg. Een ander voorbeeld is Duitsland, waar automobilisten op de snelweg harder mogen rijden dan in Nederland.
Wegbeheerders willen met dergelijke tests ook onderzoeken waaraan een weg moet voldoen voordat hij geschikt is voor autonoom (openbaar) vervoer. Voor de RDW en technische diensten kan zo'n test weer relevant zijn om te onderzoeken wat voor testscenario's er nodig zijn om zelfrijdende auto's te kunnen goedkeuren voor de openbare weg.
Veiligheidsbestuurder
Madlener zegt dat de veiligheid van weggebruikers gewaarborgd blijft doordat de proeven altijd met een 'veiligheidsbestuurder' worden uitgevoerd, al dan niet op afstand. Daarnaast mogen de praktijktests pas op de openbare weg plaatsvinden als 'alle andere vormen van testen' zijn doorlopen. Dan gaat het bijvoorbeeld om simulaties en testen op de testbaan. Daarnaast spreekt de minister over het monitoren van tests en 'strikte procedures, waarin maatregelen zijn getroffen om eventuele restrisico's te verkleinen'.
'Anders minder ervaring met specifieke Nederlandse verkeersscenario's'
Op dit moment zijn dergelijke 'prehomologatie'-tests van autonome auto's nog niet toegestaan. Madlener wil de wet wijzigen om dit mogelijk te maken. "Indien Nederland onvoldoende de testbehoefte faciliteert, is de vrees dat fabrikanten en medeoverheden zullen uitwijken naar testmogelijkheden in het buitenland. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat er minder ervaring wordt opgedaan met het Nederlandse mobiliteitssysteem en specifieke Nederlandse verkeersscenario's."
De opgedane kennis en ervaring kunnen Nederlandse autoriteiten en overheden daarnaast helpen om samen met andere Europese instanties bij te dragen aan de ontwikkeling en invulling van wet- en regelgeving. Het ministerie werkt nu aan de wetswijziging en streeft ernaar deze in 2027 in werking te laten treden, samen met de mogelijkheid om zelfrijdende auto's te testen voor typegoedkeuring. Die typegoedkeuring betekent dat een auto of systeem goedgekeurd is om te gebruiken op de openbare weg.
Nog geen zelfrijdende auto's
Dat betekent niet per se dat bijvoorbeeld een zelfrijdende personenauto gekocht en gebruikt mag worden voor consumenten; ook hiervoor moet beleid en wet- en regelgeving aangepast worden, zegt Madlener. "Daarom wordt momenteel onderzocht en uitgewerkt onder welke voorwaarden geautomatiseerd verkeer onderdeel gemaakt dient te worden van het Nederlands verkeer."
Hoewel het bij autonome voertuigen vaak over zelfrijdende auto's gaat, heeft het ministerie op dit moment concretere praktijkaanvragen voor geautomatiseerd goederenvervoer en openbaar vervoer. Over dat eerste merkt Madlener op dat bedrijven en organisaties op eigen terrein al met autonome voertuigen rondrijden. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de haven van Rotterdam. "De volgende stap is rijden op korte afstanden tussen het eigen afgesloten terrein, daarna regionaal en dan op corridors, waar de toepassing capaciteitsproblemen kan verlichten." Wanneer deze volgende stappen ingezet kunnen worden, is volgens Madlener afhankelijk van 'beleid, wetgeving en de snelheid van technologische ontwikkelingen'.
'Autonome OV-bussen kunnen alternatief vormen voor onrendabele OV-lijnen.'
Over zelfrijdend openbaar vervoer zegt de minister dat hiernaar vooral wordt gekeken om bijvoorbeeld onrendabele OV-lijnen alsnog te kunnen uitvoeren, 'en als aanvulling op chauffeurstekorten'. De minister zegt dat twee fabrikanten samen met overheden werken aan een test van prototypevoertuigen op de openbare weg. Over personenauto's zegt Madlener alleen dat praktijkproeven 'nog in de voorbereidende en verkennende fase' zijn. Concrete voorbeelden van projecten of autofabrikanten worden niet genoemd.
Te veel verschillende EU-regels
In de Kamerbrief gaat de minister ook in op wetgeving op internationaal niveau. Madlener merkt op dat er 'problemen' kunnen ontstaan als wetgeving tussen EU-lidstaten te veel verschilt. "Denk hierbij aan rijbevoegdheid, handhaving en boetes." Daarom wordt er nu 'op ambtelijk niveau' met andere EU-lidstaten gesproken over het afstemmen van dergelijke wetgeving. "Dit is ook in het belang van de concurrentiepositie van de Europese auto-industrie."
Madlener schrijft ook over 'zeer geavanceerde' assistentiesystemen, waarbij de bestuurder dus verantwoordelijk blijft voor het rijden. Een voorbeeld hiervan is een 'hands-off, eyes-on'-systeem, waarbij de bestuurder niet langer de handen aan het stuur hoeft te houden. BMW biedt dit in Duitsland aan, Ford in meerdere EU-lidstaten, waaronder Nederland. Nederland wil de wetgeving voor deze systemen 'binnenkort' verruimen, waardoor de auto's rijstrookwisselingen op de snelweg mogen voorstellen, die daarna door de bestuurder bevestigd moeten worden, bijvoorbeeld door de richtingaanwijzer te gebruiken. Auto's zonder zo'n 'hands-off, eyes-on'-systeem bieden dit al aan. Madlener verwacht dat het vanaf 2026 mogelijk wordt om zo'n rijstrookwisseling uit te voeren zonder bevestiging van de bestuurder.