Het Amerikaanse ministerie van Homeland Security (DHS) heeft het plan opgevat om de internationale pers geautomatiseerd te gaan analyseren, zodat het beter kan bijhouden hoe er in het buitenland over de Verenigde Staten wordt gedacht. Er is een bedrag van 2,4 miljoen dollar opzijgezet, dat in de komende drie jaar wordt besteed aan het verbeteren van gecomputeriseerde taalherkenning. Professor Janyce Wiebe van de University of Pittsburgh, die het project leidt, betoogde dat er geen cent naar het aanleggen van een database van kritische journalisten gaat: 'We werken aan nauwkeurige en betrouwbare technieken om feiten en meningen uit een tekst te halen. Het geld van het DHS is gewoon een extra subsidie voor ons werk.'
Terwijl de Amerikaanse pers opvallend zwijgzaam over het project is, wordt er elders in de wereld verontrust op het plan gereageerd. Dat is ten dele onnodig: er werken al vele jaren vele onderzoekers aan taalherkenning, maar de knappe koppen hebben nog altijd veel moeite met indirecte uitdrukkingen en dubbele ontkenningen. Het is dan ook erg optimistisch om te denken dat de bewuste 2,4 miljoen ervoor kan zorgen dat computers ineens dubbelzinnigheden en cynisme leren herkennen. De ambitie van de onderzoekers is echter omstreden, en diverse critici spreken van een 'angstaanjagend' en 'Orwelliaans' plan. De wetenschappers en het DHS proberen ondertussen draagvlak te creeëren met de mededeling dat het 'structureel bespioneren van Amerikaanse burgers' verboden is, en dat daar dus geen sprake van kan zijn. Elders in de wereld liggen het recente telefoontapschandaal en programma's als Echelon en het Total Information Awareness Program nog vers in het geheugen, dus dat het bericht in de internationale pers veel lof zal oogsten lijkt een wel heel erg optimistische inschatting. Tot meer commentaar waren de betrokkenen echter niet bereid: 'Het is veel te vroeg om te speculeren over waar dit toe leidt', aldus een woordvoerder van het ministerie.