Als reactie op het wetsvoorstel dat vorige week in de Amerikaanse staat Louisiana is aangenomen, heeft de Entertainment Software Association (ESA) een rechtzaak aangespannen tegen de overheid. De wetgeving in kwestie, het verbieden van de verkoop van videogames met materiaal dat 'schadelijk is voor minderjarigen' aan jongeren onder de 18 jaar, staat volgens de organisatie lijnrecht tegenover de wet op de vrijheid van meningsuiting. Louisiana is wat dat betreft niet de eerste staat die hiervan door de ESA beschuldigd wordt: Californië, Michigan en Minnesota hebben het afgelopen half jaar ook de juridische toorn van de organisatie moeten voelen over soortgelijke wetten en wetsvoorstellen. Doug Lowenstain, voorzitter van de ESA, stelt vol vertrouwen: 'Wetgevers hebben heel goed door dat deze wet hetzelfde lot wacht als de andere tevergeefse pogingen om de verkoop van videogames in te dammen.' In zijn ogen doet de overheid er beter aan om ouders voor te lichten over de ESRB-waarderingen van spellen en de kindersloten waarmee de next-genspelconsoles zijn uitgerust.
Kurt Opsahl, een advocaat van de Electronic Frontier Foundation en niet betrokken bij deze rechtzaak, heeft opgemerkt dat veel staten proberen wetsvoorstellen aan te nemen tegen gewelddadige videogames, die vervolgens door de ESA worden bestreden, en vraagt zich af waarom dit het geval is. Jurist Charles C. Foti jr. weigerde om namens Louisiana commentaar op de zaak te geven. De woordvoerder van gouverneur Kathleen Blanco, de wetgever die het voorstel heeft goedgekeurd, wist te vertellen dat Blanco veel voelde voor het wetvoorstel en dat het uiteindelijk is aangenomen met instemming van haar achterban. 'It's a way to help protect our children.'
