Move versus Kinect
2010 was een bewogen gamesjaar, in de meest letterlijke zin van het woord. Het succes van de Wii, die Nintendo inmiddels al een paar jaar winst bezorgt, is niet onopgemerkt gebleven bij Microsoft en Sony, en 2010 zal de boeken ingaan als het jaar waarin Kinect en Move werden geïntroduceerd. Hoewel het nog te vroeg is om te beoordelen of er over een succes of over een mislukking kan worden gesproken, heeft 2010 daarmee wel voor een nieuwe start gezorgd. Of je het nu leuk vindt of niet: bewegingsbesturing wordt steeds belangrijker binnen de gameswereld.
Toen 2010 begon, was al bekend wat Kinect en Move ongeveer zouden gaan inhouden, al werd Kinect nog 'Natal' genoemd en was nog niet zeker of Move er inderdaad uit zou gaan zien zoals de gloeiende 'snowcones', die werden gebruikt bij de eerste demonstratie van het systeem tijdens de E3 van 2009. Daar kwam in juni van 2010 meer duidelijkheid over, toen Microsoft en Sony hun systemen in de uiteindelijke vorm presenteerden. Natal werd tijdens een speciaal voor het product georganiseerde show omgedoopt tot Kinect, terwijl Sony journalisten uitgebreid de kans bood om aan de slag te gaan met de Move-controllers.
Move nauwkeuriger
Het spreekt vanzelf dat de tweede helft van 2010 voor een groot deel in het teken stond van de strijd tussen Kinect en Move. Bij de eerste uitgebreide speelsessie concludeerde Tweakers.net al dat Move het meest nauwkeurige systeem leek. De bewegingen van de Move-controller werden beter gelezen dan de bewegingen van de Wiimotes door de Wii. Bovendien waren we erg te spreken over het gevarieerde aanbod aan software dat door Sony geschikt werd gemaakt voor Move. Sony beloofde ook Move-support bij veel titels voor volwassen gamers in te bouwen, terwijl Kinect vooral een basis zou moeten krijgen bij zogenaamde 'casual games'.
Move zorgde ook voor de meest overtuigende game-ervaring die we dit jaar op het gebied van bewegingsbesturing zijn tegengekomen. Op de Gamescom in Keulen konden we aan de slag met Virtua Tennis 4, een tennisspel van Sega dat in 2011 uit zal komen. Sony draaide de game op een 3d-televisie en voorzag de spelers van een 3d-bril en een Move-controller. Resultaat was een overtuigend potje virtueel tennis, waarbij diepte een functie had en je bewegingen heel precies werden geregistreerd door het Move-systeem. Een eervolle vermelding gaat uit naar Dance Central voor Kinect, dat eveneens indruk maakte, dankzij de zeer nauwkeurige registratie van de bewegingen van de speler.
Kinect vernieuwender
Zoals gezegd, vinden we het te vroeg om nu al een winnaar aan te wijzen. Welk systeem het beste is, hangt bovendien vooral af van wat spelers zelf belangrijk vinden. PlayStation Move lijkt geschikter om functioneel te worden gebruikt in serieuze games, maar het is technisch lang niet zo innoverend als Kinect. De besturing die Kinect mogelijk maakt voelt vernieuwender aan, maar het systeem is vooral op casual games gericht, waardoor het nog maar de vraag is in hoeverre Kinect een functie zal krijgen in de grotere titels.
Wel of geen bril?
Natuurlijk was het debuut van Kinect en Move niet het enige dat de gamesindustrie bezighield in 2010. Zo pakte Sony dit jaar groots uit met de introductie van 3d-gaming. Op de persconferenties die de Japanse uitgever op de E3 en de Gamescom gaf, lagen voor het aanwezige journaille 3d-brillen klaar, en inmiddels is het grootste deel van de line-up voor de PlayStation 3 klaar voor 3d-gaming. Ook in deze markt spreekt Nintendo een woordje mee; in 2011 komt de Nintendo 3DS op de markt.
Gebruiksvriendelijk?
Natuurlijk pakte Sony uit met de indrukwekkendste 3d-beelden, maar daarmee is lang niet het hele verhaal verteld. De vraag die in 2010 vaak de kop opstak, is of het wel zo gebruiksvriendelijk is om constant met een 3d-bril op je hoofd te moeten gamen. Daarnaast bleek het toch al drukke Killzone 3 in 3d een erg lastige game te worden. De diepte werkt eerder als een extra handicap dan dat hij toegevoegde waarde biedt. Virtua Tennis 4 liet zien dat 3d zeker iets aan het spelplezier kan bijdragen, maar het is wel duidelijk dat ontwikkelaars er soms nog hun weg bij moeten vinden.
De 3DS biedt wat dat betreft een meer gebruiksvriendelijke manier van 3d-gaming. De handheld-console is uiteraard beperkt in zijn grafische kracht, maar wist op de E3 toch te overtuigen met enkele techdemo's die de potentie van het apparaat lieten zien. De handheld wist geloofwaardige 3d-beelden te tonen, met gameplay die daarbij aansloot. Vooral het feit dat de speler geen randapparatuur nodig heeft om de 3d-beelden te kunnen zien, zou wel eens een schot in de roos kunnen zijn. Of dat inderdaad zo is, zal in 2011 duidelijk worden, als het apparaat op de markt verschijnt.
Games voor de massa
Meer dan ooit was 2010 ook het jaar van de online casual games. Daarbij doelen we niet op mmorpg's als World of Warcraft, dat in december overigens liet zien weinig van zijn populariteit te hebben ingeleverd, maar eerder op hypes als Farmville, FlightControl en Angry Birds. Het zijn slechts drie voorbeelden van games die succes hebben geoogst, respectievelijk op Facebook en op mobiele platformen, maar dit segment van de gamesmarkt wordt absoluut groter en interessanter. Het is dan ook geen toeval dat ook grote bedrijven uit de game-industrie pogingen ondernemen om deze markt aan te spreken.
Boze vogels
Zo experimenteerde Electronic Arts er lustig op los met online games in de Tiger Woods- en FIFA-franchises. Geen van die games kwam echter in de buurt bij de immense successen van Farmville en Angry Birds. De laatstgenoemde titel duikt op in eindejaarslijstjes die normaliter voorbehouden zijn aan traditionele games, terwijl Farmville vooral indruk maakt met het immense aantal spelers; in maart van dit jaar sprong het spel over de 83 miljoen actieve spelers. Het is dan ook niet voor niets zo dat Google afgelopen zomer honderd miljoen dollar investeerde in ontwikkelaar Zynga; de potentiële afzetmarkt voor deze laagdrempelige 'casual games' is enorm.

Datzelfde geldt voor games op mobiele platformen. Waar eerder titels als Flight Control en Mafia Wars de groeiende populariteit van mobiele games onderstreepten, was het dit jaar vooral Angry Birds dat miljoenen mensen aan hun kleine beeldscherm hield gekluisterd. Na het aanvankelijke succes op de iPhone en de iPad werd de Android-versie in twee dagen tijd twee miljoen keer gedownload. EA was er als de kippen bij en nam daags na de Android-release uitgever Chillingo over, waarmee de interesse die grote gamesbedrijven in casual games hebben nog eens werd bevestigd.
Concurrentie ontlopen, games spreiden
De interesse die Electronic Arts in casual games heeft kan mede worden verklaard door de grote druk die tegenwoordig op de markt voor traditionele games staat. Het effect daarvan kent EA als geen ander. Als een van de weinige uitgevers stelde EA zijn games de afgelopen tijd niet uit en het ging gewoon de concurrentie met verkoopgigant Call of Duty aan. EA liet Medal of Honor na jaren afwezigheid terugkeren, maar de concurrentiestrijd met Call of Duty bleek een onmogelijke; de game van Activision en Treyarch verpletterde de verkoopcijfers van Medal of Honor met speels gemak.
:fill(white)/i/1245835067.jpeg?f=thumb)
Stom of dapper? Feit is dat verschillende uitgevers hun titels doorschoven naar begin 2011, niet zelden uit strategische overwegingen. Traditioneel telt het voorjaar minder toptitels dan het najaar. Als de trend echter doorzet, zou de balans de komende jaren wel eens meer in evenwicht kunnen komen. Het afgelopen jaar werden titels als L.A. Noire, Portal 2, Ghost Recon: Future Soldier, Homefront, Max Payne 3 en LittleBigPlanet 2 uitgesteld, en al deze games staan vooralsnog in de planning voor het eerste halfjaar van 2011. Tel daar games als Killzone 3 en Shogun II: Total War bij op die van het begin af aan al voor het eerste halfjaar van 2011 op de planning stonden, en je ziet dat het prima gamejaar 2010 al vroeg in 2011 een sterk vervolg zal krijgen.