Microsoft heeft een oplossing gevonden voor de problemen die Kinect heeft met het waarnemen van zittende spelers. De software achter de bewegingsgevoelige controller kiest nu de nek van de speler als basis en niet langer het stuitje.
Website Eurogamer kreeg van Andrew Oliver, chief technical officer bij ontwikkelaar Blitz Games, te horen dat Microsoft een oplossing heeft gevonden voor een probleem met de software achter Kinect, de bewegingsgevoelige controller die het concern op 10 november op de markt brengt. De software van Kinect herkent het lichaam van de speler en kan vervolgens de bewegingen waarnemen. Die input wordt gebruikt bij het besturen van games. Bij verschillende presentaties die Microsoft van het systeem gaf, bleek dat de software van Kinect moeite heeft met het herkennen van spelers die zitten, vooral als zij diep weggedoken in een bank zitten, met de knieën omhoog.
Dat probleem is volgens Oliver nu opgelost doordat Microsoft de software van Kinect een update heeft gegeven. Tot nu toe nam de software het stuitje van de speler als herkenningspunt. De positie van de andere knooppunten in het virtuele skelet van de speler werden van de positie van het stuitje afgeleid. Microsoft heeft dat systeem nu losgelaten. In plaats van het stuitje wordt nu de achterkant van de nek van de speler gekozen als ankerpunt voor de rest van de nodes en dat maakt de software een stuk stabieler, volgens Oliver. Als de speler nu weggedoken in een bank zit, herkent de software wel de armen en handen van de speler, volgens Oliver, terwijl het systeem daar in het verleden moeite mee had. Oliver was van plan om eigen software te schrijven voor Kinect, die het probleem van zittende spelers zou oplossen, maar dat is door de update van Microsoft niet meer nodig.
Blitz Games werkt aan twee Kinect-games die tegelijk met de controller op de markt verschijnen: fitnessgame The Biggest Loser en karaokegame Yoostar 2. De studio heeft volgens Oliver nog meer games die gebruikmaken van Kinect in ontwikkeling.