De entertainmentindustrie heeft afgelopen vrijdag het Amerikaanse Hooggerechtshof gevraagd een aantal controversiële maatregelen op het gebied van bestandsuitwisseling terug te draaien. Volgens deze beslissingen was de software om bestanden te delen en uit te wisselen volledig legaal. De film- en muziekindustrie, verzameld in de Motion Picture Association of America (MPAA) en de Recording Industry Association of America (RIAA), ervaart dit echter als een klap in het gezicht en zou daarom graag zien dat de beslissing teruggedraaid wordt. In het verzoek schrijven de twee organisaties te verwachten dat de huidige gerechtelijke uitspraken ervoor zullen zorgen dat de waarde van auteursrechterlijk beschermde materialen sterk zal afnemen: "Resolution of the question presented here will largely determine the value, indeed the very significance, of copyright in the digital era."
De huidige rechtszaak is bedoeld om uit te zoeken in hoeverre softwarebedrijven legaal bezig zijn als ze p2p-applicaties ontwikkelen. De afgelopen jaren hebben de MPAA en RIAA verschillende keren geprobeerd om de ontwikkelaars van dit soort programma's aan te klagen omdat hun gebruikers inbreuk maakten op copyrights. In de zaak tegen Napster heeft dit ook succes gehad. In deze zaak tegen Grokster en StreamCast Networks echter niet. Het verschil tussen de huidige zaken en de Napster-zaak is dat Napster zelf ook een rol vervulde binnen het uitwisselnetwerk, terwijl dat bij deze bedrijven niet het geval is. Dit is ook de reden dat de rechter in 2003 uitsprak dat deze twee bedrijven niet illegaal bezig zijn.
Maar volgens de entertainmentindustrie is deze uitspraak in strijd met jurisprudentie. Zo oordeelde een lagere rechter in de zaak tegen Aimster, een ander bedrijf dat p2p-software ontwikkelt, dat het bedrijf wel aansprakelijk was voor de acties van zijn gebruikers. Volgens de MPAA en RIAA hebben ontwikkelaars van p2p-software een verantwoordelijkheid om hun software zo in te richten dat het moeilijker gemaakt wordt om illegaal verkregen bestanden uit te wisselen. Omdat de bedrijven dat niet doen, lijkt het de MPAA een goed idee dat de rechter daar een uitspraak over doet. Verschillende consumentengroeperingen zijn het niet eens met de entertainmentindustrie. Volgens hen had de rechter gelijk in de zaak tegen onder meer Grokster, aangezien er in die zaak werd verwezen naar de Betamax-zaak uit 1984. De uitspraken in die rechtszaak hebben consumenten en de industrie veel opgeleverd.